Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: Mr. G. Cambier).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. De eiser, die sinds 29 december 2024 in bewaring is, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring die op 21 januari 2025 door de Minister van Asiel en Migratie is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister een voortgangsrapportage heeft overgelegd en dat de eiser hierop heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig is.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere zaak rechtmatig was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de voortgang van de uitzetting van de eiser, ondanks dat deze al geruime tijd in bewaring zit. De rechtbank concludeert dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is, maar dat de bewaring niet onrechtmatig is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd.