Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V-nummer], eiseres
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
détournement de pouvoirdoor ervoor te kiezen om het bezwaar kennelijk ongegrond te verklaren enkel om te voorkomen dat verweerder dwangsommen verschuldigd is aan eiseres. Daarnaast voert eiseres aan dat ten onrechte de familierechtelijke relatie tussen eiseres en referente in twijfel is getrokken. Dat verweerder hieraan twijfelt, is in strijd met het beginsel van
reformatio in peius. Verweerder heeft dit namelijk niet tegengeworpen in het primaire besluit. Verder voert eiseres aan dat sprake is van een zeer sterke sociale binding met Marokko, omdat zij is gehuwd en haar echtgenoot in Marokko verblijft. Tijdige terugkeer is daardoor gewaarborgd. Ten aanzien van de economische binding heeft eiseres verwezen naar het inkomen van haar echtgenoot. Ook is sprake van een solvabele en betrouwbare garantsteller. Verweerder heeft nagelaten om het aanbod tot het storten van een waarborgsom door referent serieus bij de beoordeling te betrekken.
détournement de pouvoir. Verweerder heeft overwogen dat geen dwangsom betaald hoeft te worden aan eiseres, omdat het bestreden besluit is genomen binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling. Hierbij heeft verweerder verwezen naar artikel 4:17 van de Awb. [3] Niet gezegd kan worden dat verweerder op deze wijze haar bevoegdheden voor een ander doel heeft gebruikt dan waarvoor zij gegeven zijn. Daarom wordt niet gevolgd dat verweerder het bezwaar van eiseres alleen kennelijk ongegrond heeft verklaard om geen dwangsommen verschuldigd te zijn aan eiseres.