ECLI:NL:RBDHA:2025:9175
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring bezwaar tegen buitenbehandelingstelling aanvraag verblijfsvergunning regulier voor medische behandeling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 16 mei 2025, wordt het bezwaar van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met het verblijfsdoel medische behandeling behandeld. Eiser is het niet eens met de ongegrondverklaring van zijn bezwaar door de Minister van Asiel en Migratie. De rechtbank oordeelt dat de minister niet alleen de rechtmatigheid van het primaire besluit moet toetsen, maar ook de opportuniteit van het bestreden besluit moet heroverwegen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de minister het bezwaar ten onrechte ongegrond heeft verklaard, omdat de minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat het in behandeling nemen van de aanvraag meer tijd kost dan de beoordeling van een nieuwe aanvraag. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat de minister de aanvraag voor een verblijfsvergunning op medische gronden in behandeling moet nemen. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser.