Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 21 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die hij op 19 februari 2023 had ingediend. De rechtbank heeft op 9 december 2024 een besluit genomen waarbij de asielaanvraag van eiser is ingewilligd. Eiser werd gevraagd of dit besluit aanleiding gaf om het beroep in te trekken, maar hij heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 19 mei 2024, na een verlenging door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was. Aangezien de asielaanvraag op 9 december 2024 is ingewilligd, is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen belang meer was bij een inhoudelijke beoordeling.
De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50, omdat verweerder niet tijdig op de aanvraag heeft beslist. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 januari 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier.