In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die de doorhaling van zijn geboorteakte in het register van de burgerlijke stand wilde laten gelasten. De geboorteakte bevatte als geboortedatum '00-00-1978', wat in strijd was met de gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP), waar de geboortedatum '01-01-1978' was geregistreerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de registratie van de geboorteakte in het register van de burgerlijke stand terecht was, maar dat het handhaven van deze akte een ongeoorloofde inbreuk op het privéleven van de verzoeker vormde, zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelde dat de discrepantie tussen de geboorteakte en de BRP de verzoeker in een onzekere situatie bracht, wat zijn identiteitspapieren en de geldigheid daarvan in gevaar kon brengen. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek van de verzoeker tot doorhaling van de geboorteakte toe te wijzen, waarmee de ambtenaar van de burgerlijke stand werd gelast om de akte door te halen.