Uitspraak
Rechtbank den haag
1.NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.te Den Haag,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
‘het maakt niet uit dat de schade anders of groter is uitgevallen dan verzekerde zich hard voorgesteld’kan [eiser] zich volgens NN c.s. er niet op beroepen dat het door [buurman] als gevolg van het voorval van 4 mei 2021 gestelde geleden letsel geen objectief te verwachten gevolg was van zijn gedraging. In dat betoog kunnen NN c.s. niet worden gevolgd. Voorshands is voldoende aannemelijk dat een bodemrechter bedoelde geciteerde zinsnede aldus zal uitleggen dat daarmee door partijen is beoogd expliciet te maken dat – zoals volgt uit het aangehaalde arrest van de Hoge Raad – ook letsel of zaakschade waarop de opzet van de verzekerde niet subjectief gericht was onder de uitsluiting van de opzetclausule kan vallen. Dat is blijkens hetgeen hiervoor is overwogen het geval als dat letsel of die schade naar objectieve maatstaven als een te verwachten of normaal gevolg van een gedraging van de verzekerde kan worden aangemerkt. In het kader van dit kortgeding zal er dan ook van worden uitgegaan dat tussen partijen een opzetclausule is overeengekomen met een gelijke strekking als die van de hiervoor aangehaalde door het Verbod van Verzekeraard geformuleerde standaard-opzetclausule.