3.1.De minister heeft de gronden in de maatregel nader gemotiveerd. Verder heeft de minister overwogen dat een minder dwingende maatregel (lichter middel) niet doeltreffend kan worden toegepast.
4. De rechtbank stelt vast dat eiser de procedure voorafgaand aan de inbewaringstelling niet heeft bestreden. De bewaring is niet op die grond onrechtmatig.
5. De rechtbank is van oordeel dat eiser valt onder de in artikel 59a, van de Vw genoemde categorie vreemdelingen. Er bestaat een concreet aanknopingspunt voor een overdracht als bedoeld in de Dublinverordening. Uit Eurodac is namelijk gebleken dat eiser op 6 april 2024 in Kroatië asiel heeft aangevraagd. Kroatië heeft de claim van Nederland op 22 november 2024 op grond van artikel 20, vijfde lid van de Dublinverordening geaccepteerd.
6. De rechtbank stelt vast dat eiser de gronden die aan de maatregel van bewaring ten grondslag zijn gelegd niet heeft betwist. De rechtbank ziet ook ambtshalve toetsend geen aanleiding voor het oordeel dat de gronden de maatregel van bewaring niet kunnen dragen. De rechtbank is van oordeel dat de zware en lichte gronden 3a, 3k, 3m, 4a, 4c en 4d aan de maatregel ten grondslag kunnen worden gelegd en dat deze, in samenhang bezien, voldoende zijn om de maatregel van bewaring te kunnen dragen en dat een significant risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Omdat er voldoende gronden aanwezig zijn die de maatregel van bewaring kunnen dragen, laat de rechtbank de rechtmatigheid van de gronden 3b en 3e onbesproken.
7. Gelet op de gronden die aan de maatregel ten grondslag zijn gelegd is de minister er terecht vanuit gegaan dat eiser niet uit eigen beweging gevolg zal geven aan de op hem rustende vertrekplicht. Een lichter middel volstond daarom niet om de uitzetting van eiser te verzekeren. De rechtbank is verder van oordeel dat, de door eiser kenbaar gemaakte medische omstandigheden, door de minister voldoende zijn meegewogen in de maatregel van bewaring. Eiser is erop gewezen dat, mochten zich medische omstandigheden voordoen, alle medische faciliteiten in het Detentiecentrum Rotterdam aanwezig zijn. Van de medische zorgverlening binnen de detentie- en uitzetcentra in Nederland kan worden gezegd dat deze gelijkwaardig is aan de gezondheidszorg in de vrije maatschappij. Daarnaast is in de maatregel opgemerkt dat als er gevaar voor suïcide dreigt er in het detentiecentrum Rotterdam extra aandacht aan eiser zal worden gegeven. Tot slot is de rechtbank niet gebleken van persoonlijke belangen van eiser die de bewaring voor hem onevenredig bezwarend maken en waarin de minister aanleiding had moeten zien eiser een lichter middel dan bewaring op te leggen. Eisers betoog dat hij meewerkend is en zelfstandig is teruggekeerd wordt door de rechtbank niet gevolgd. Eiser geeft namelijk in het laatste vertrekgesprek op 14 mei 2025 aan dat hij niet wil worden overgedragen aan Kroatië. Daarnaast heeft hij op 20 mei 2025 op Schiphol, vlak voor zijn overdracht, een opvolgende asielaanvraag ingediend.Deze aanvraag heeft niet geleid tot rechtmatig verblijf. Ook heeft eiser zich niet (actief) ingezet om een zelfstandige terugkeer naar Kroatië mogelijk te maken.
Voortvarendheid en zicht op overdracht
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister, tot aan de opheffing van de maatregel, voldoende voortvarend gewerkt aan de overdracht van eiser. Tijdens het gehoor van de inbewaringstelling zijn de vluchtgegevens voor het vertrek van 20 mei 2025 aan eiser uitgereikt en toegelicht. Verder heeft op 14 mei 2025 een vertrekgesprek met eiser plaatsgevonden. Zicht op overdracht ontbreekt ook niet, want eiser is op 20 mei 2025 overgedragen aan Kroatië en er zijn geen aanwijzingen dat zicht op overdracht tijdens de inbewaringstelling op enig moment ontbrak.