ECLI:NL:RBDHA:2025:9391
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een beschikking van 24 februari 2023, waarin de waarde van haar onroerende zaak was vastgesteld op € 948.000 voor het belastingjaar 2023. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van eiseres op 28 september 2023 niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift pas op 5 mei 2023 door de verweerder was ontvangen, terwijl de bezwaartermijn op 7 april 2023 eindigde. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het bezwaarschrift drie weken te laat was ingediend. Eiseres had ook verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn van berechting, maar de rechtbank wees dit verzoek af, omdat de redelijke termijn voor bezwaar en beroep van twee jaar niet was overschreden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.