Deze uitspraak betreft de afwijzing van de opvolgende asielaanvraag van eiser, die zijn Iraanse nationaliteit heeft en eerder een asielaanvraag indiende op basis van zijn religie Satanisme en vervolging door de autoriteiten. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag van 19 maart 2025 door de minister beoordeeld. Eiser heeft in zijn opvolgende aanvraag gesteld dat hij zich heeft bekeerd tot de geascendeerde meesters en dat hij biseksueel is, wat hem in Iran vervolging zou kunnen opleveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de afwijzing onvoldoende heeft gemotiveerd, vooral met betrekking tot de risico's die eiser loopt bij terugkeer naar Iran vanwege zijn afvalligheid en nieuwe geloofsovertuiging. De rechtbank oordeelt dat de minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser geen risico loopt op vervolging en vernietigt het bestreden besluit. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten toegewezen.