ECLI:NL:RBDHA:2025:9428
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.M. Verhoeven
- I.S. Pruijn
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortvarendheid in uitzettingszaken met betrekking tot EU-burgers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij aan de eiser de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die in bewaring is gesteld, heeft betoogd dat de minister onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting naar Hongarije en dat hij detentieongeschikt is vanwege zijn verslaving aan heroïne. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 20 mei 2025, waarbij eiser werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde. De minister heeft zijn standpunt toegelicht en aangegeven dat er stappen zijn ondernomen voor de uitzetting, waaronder het indienen van een aanvraag voor een laissez-passer bij de Hongaarse autoriteiten. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend handelt en dat de medische omstandigheden van eiser niet leiden tot detentieongeschiktheid. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.