Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 1 mei 2025.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak vordert de Gemeente Katwijk betaling van opruimingskosten van een olielekkage op de openbare weg, veroorzaakt door een verreiker die eigendom is van [bedrijfsnaam] B.V. De Gemeente stelt dat [gedaagde], als bezitter van de verreiker, aansprakelijk is voor de kosten. De procedure begint met een dagvaarding op 2 januari 2025, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 1 mei 2025. Tijdens de behandeling betwist [gedaagde] de aansprakelijkheid en stelt dat hij niet de bezitter van de verreiker was, maar dat deze in gebruik was bij [bedrijfsnaam]. De kantonrechter oordeelt dat de Gemeente niet kan bewijzen dat [gedaagde] aansprakelijk is op basis van de artikelen 6:173 en 6:181 BW, omdat de verreiker in het kader van bedrijfsactiviteiten werd gebruikt. De vorderingen van de Gemeente worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is gewezen op 28 mei 2025.