ECLI:NL:RBDHA:2025:9473

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
NL25.12086
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen buiten behandelingstelling asielaanvraag van Nigeriaanse eiseres

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 mei 2025, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiseres tegen de buitenbehandelingstelling van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, die eerder een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, had op 3 maart 2025 opnieuw een aanvraag ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 11 maart 2025 buiten behandeling gesteld, omdat eiseres het M35-O formulier niet volledig had ingevuld en niet duidelijk had gemaakt wat de reden was voor haar herhaalde aanvraag. Eiseres was niet verschenen op de zitting van 10 april 2025, waar de gemachtigde van de minister wel aanwezig was.

De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld. Eiseres had de mogelijkheid gekregen om het M35-O formulier aan te vullen, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank concludeert dat de minister op basis van de incomplete aanvraag en de eerdere afwijzing van 6 oktober 2021, de aanvraag buiten behandeling mocht stellen. Eiseres had niet voldoende onderbouwd waarom haar situatie was veranderd en de rechtbank oordeelt dat de minister niet onzorgvuldig heeft gehandeld door de aanvraag niet in behandeling te nemen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.12086

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 mei 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer 1], eiseres

mede namens haar minderjarige kind,
[naam kind],v-nummer: [nummer 2],
(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. A.N. Lammers).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de buitenbehandelingstelling van haar asielaanvraag.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 10 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de minister. Eiseres en haar gemachtigde zijn niet verschenen.
Achtergrond van deze zaak
2. Eiseres heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Zij heeft eerder een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft deze aanvraag bij besluit van 6 oktober 2021 afgewezen. Dat besluit staat in rechte vast. Op 3 maart 2025 heeft eiseres opnieuw een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 11 maart 2025 deze aanvraag buiten behandeling gesteld.
Totstandkoming van het bestreden besluit
3. In het bestreden besluit heeft de minister de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld, omdat eiseres met het opnieuw ingediende M35-O formulier op 10 maart 2025 niet duidelijk heeft gemaakt wat de reden is voor haar herhaalde asielaanvraag. Ten eerste heeft eiseres het formulier wederom niet volledig ingevuld. Zo heeft eiseres geen antwoord gegeven op de algemene vragen onder nummer 4 en heeft zij niet voldaan aan het verzoek om haar aanvraag zo volledig mogelijk aan te vullen voordat zij deze weer inlevert. Ook heeft eiseres meerdere vragen onder nummer 4 in het M35-O formulier leeg gelaten waardoor de aanvraag van eiseres niet als volledig kan worden gezien. Verder heeft eiseres de redenen voor haar herhaalde asielaanvraag summier toegelicht op het M35-O formulier. Enkel de benoeming dat zij is bedreigd en dat de situatie voor haar is veranderd in Nigeria is onvoldoende om te spreken van een volledige aanvraag. Het is niet duidelijk van wie de bedreiging komt, hoe de vader van eiseres hiervan op de hoogte is gekomen en welke gevolgen dit voor eiseres heeft. De minister concludeert dat de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld onder verwijzing naar het hierboven genoemde besluit van 6 oktober 2021 en heeft hiermee toepassing gegeven aan artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Verder is aan eiseres een inreisverbod van twee jaar opgelegd.
Had eiseres de mogelijkheid moeten krijgen om het gebrek in de aanvraag te herstellen?
4. Eiseres betoogt dat de minister heeft verzuimd om haar de mogelijkheid te bieden een eventueel gebrek te herstellen en hiermee onzorgvuldig heeft gehandeld. De minister heeft daarbij het verzoek van 10 maart 2025 ten onrechte aangemerkt als zienswijze en samengevoegd met het verzoek van 3 maart 2025 en daarbij verwezen naar een voornemen. Daar komt bij dat de minister in de eerdere aanvraag niet de minderjarige zoon van eiseres heeft genoemd en dat de minister dit gemakshalve in het bestreden besluit wel opneemt.
4.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister de asielaanvraag van eiseres van 3 maart 2025 buiten behandeling kunnen stellen. Eiseres heeft de mogelijkheid gekregen om het M35-O formulier aan te vullen. Dat blijkt uit het voornemen van 3 maart 2025. In het voornemen heeft de minister, nadat eiseres haar eerste M35-O formulier heeft ingediend op 3 maart 2025, aangegeven dat eiseres op geen van de vragen in het M35-O formulier antwoord heeft gegeven. Verder heeft de minister aangegeven dat het belangrijk is dat eiseres duidelijk aangeeft en motiveert wat haar reden is om opnieuw een asielaanvraag in te dienen. De minister heeft daarbij aan eiseres de gelegenheid gegeven om binnen één week na verzending van het voornemen van 3 maart 2025 haar aanvraag compleet te maken. Hierna heeft eiseres op 10 maart 2025 opnieuw een M35-O formulier ingediend. Ook dit formulier is niet compleet ingevuld ingediend. De rechtbank is daarom van oordeel dat de minister eiseres de mogelijkheid heeft geboden het gebrek in het eerste M35-O formulier te herstellen. De minister mocht ervan uitgaan dat het M35-O formulier van 10 maart 2025 als reactie op het voornemen van de asielaanvraag van 3 maart 2025 is ingediend. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiseres geen begeleidend schrijven heeft ingediend met het M35-O formulier en de minister in het voornemen nu juist heeft gevraagd de aanvraag compleet te maken. Nu ook het tweede formulier incompleet is ingediend, kan de minister zich op het standpunt stellen dat eiseres het gebrek in de eerste asielaanvraag niet heeft hersteld en mocht zij de asielaanvraag buiten behandeling stellen. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. De minister heeft eisers asielaanvraag terecht buiten behandeling gesteld.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Emaus, rechter, in aanwezigheid van mr. B. Göbel, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.