ECLI:NL:RBDHA:2025:9534

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
30 mei 2025
Zaaknummer
NL25.17928
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennisgeving wijziging identiteitsgegevens en beroep ongegrond in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft eiseres, een minderjarige met de Somalische nationaliteit, bezwaar gemaakt tegen een kennisgeving van de minister van Asiel en Migratie waarin haar geboortedatum werd gewijzigd. Eiseres had eerder een asielaanvraag ingediend, maar beschikte niet over identificerende documenten. De minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de wijziging van de geboortedatum geen besluit is waartegen bezwaar kan worden gemaakt. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. Eiseres voerde aan dat haar geboortedatum correct was en dat de wijziging door de Griekse autoriteiten niet als geldig moest worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de kennisgeving geen definitieve vaststelling van de leeftijd van eiseres was en dat er geen beroepsgronden waren die aantoonden dat eiseres direct in haar belangen was getroffen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de minister.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.17928

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. C.G. Matze),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Op 25 september 2024 heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen de kennisgeving gewijzigde identiteitsgegevens (de kennisgeving) van 29 augustus 2024.
Bij besluit van 26 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [datum 1] 2007 en de Somalische nationaliteit te hebben.
2. Eiseres heeft op 9 oktober 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland, waarop nog niet is beslist. Bij het indienen van haar asielaanvraag beschikte eiseres niet over identificerende documenten en heeft zij verklaard te zijn geboren op [datum 1] 2007. Vanwege het ontbreken van identificerende documenten heeft verweerder een leeftijdsschouw uitgevoerd, waarbij geconcludeerd is dat er twijfel bestaat over de door eiseres opgegeven leeftijd. Omdat uit Eurodac is gebleken dat eiseres in Griekenland staat geregistreerd, is verweerder op 12 augustus 2024 een onderzoek gestart in het kader van artikel 34 van de Dublinverordening. [1] Op 27 augustus 2024 hebben de Griekse autoriteiten geïnformeerd dat eiseres in Griekenland geregistreerd staat met de geboortedatum [datum 2] 2005. Verweerder heeft op 29 augustus 2024 een kennisgeving verzonden, waarin de geboortedatum van eiseres is gewijzigd van [datum 1] 2007 naar [datum 2] 2005.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat het aanpassen van de leeftijd geen handeling is waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Verweerder heeft daarbij overwogen dat het discussiepunt over de geboortedatum van eiser nog wel wordt meegenomen bij de beoordeling van de asielaanvraag van eiser.
4. Eiseres kan zich niet met het bestreden besluit verenigen en voert daartoe aan dat haar geboortedatum [datum 1] 2007 is, wat ook volgt uit een door haar overgelegde geboorteakte. Er is geen reden om uit te gaan van de registratie in Griekenland. De Griekse registratiekaart is geen identificerend document. Verweerder handelt in strijd met haar eigen beleid dat volgt uit Werkinstructie (WI) 2025/1. [2] Verweerder heeft de twijfel over de gestelde minderjarigheid van eiseres niet weggenomen met een eigen beoordeling of leeftijdsschouw. Het vermoeden van minderjarigheid blijft bestaan tot deze twijfel is weggenomen. Tot slot is de mogelijkheid tot een röntgenonderzoek van eiseres ontnomen, dit is niet langer mogelijk om haar minderjarigheid vast te stellen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Bij uitspraak van 18 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de kennisgeving een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, omdat deze gericht is op een rechtsgevolg. [3] De kennisgeving vormt echter geen definitieve vaststelling van de leeftijd van de vreemdeling zolang de besluitvorming op de asielaanvraag van de vreemdeling nog loopt. Een procedurele beslissing ter voorbereiding van een besluit is niet vatbaar voor bezwaar of beroep op grond van artikel 6:3 van de Awb. Dit is slechts anders als de kennisgeving, los van het voor te bereiden besluit, de vreemdeling in zijn belangen treft.
6. Eiseres heeft geen beroepsgronden aangevoerd waarin zij aannemelijk maakt dat zij rechtstreeks in haar belangen is getroffen door de kennisgeving. De beroepsgronden van eiseres zijn gericht op de vaststelling van haar leeftijd. Echter, de kennisgeving vormt geen definitieve vaststelling van de leeftijd van eiseres, zoals eerder overwogen, zodat de rechtbank aan de behandeling van deze beroepsgronden niet toekomt. Als er een beslissing is genomen over de asielaanvraag van eiseres kan zij een rechtsmiddel aanwenden om zo op te komen tegen de daarin vermelde leeftijd. Dit geldt zowel voor een inwilligende beslissing als voor een afwijzing van haar asielaanvraag. Verweerder wijst in het bestreden besluit dan ook terecht op het meenemen van de leeftijd van eiseres in de inhoudelijke beoordeling van haar asielaanvraag.
7. Verweerder heeft het bezwaar tegen de kennisgeving terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 28 mei 2025 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Verordening (EU) 604/2013.
2.Werkinstructie 2025/1, Leeftijdsbepaling.