Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
de Minister van Asiel en Migratie,
Samenvatting
niet-ontvankelijk verklaring niet eens omdat zij meent dat zij een herzieningsverzoek heeft ingediend en geen bezwaarschrift. Daarbij meent eiseres dat de ingebrekestelling terecht is ingediend en niet ongeldig is.
.De minister zal een nieuw besluit moeten nemen, het beroep is dus gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
16 april 2027.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 21 januari 2025;
- draagt de minister op om binnen acht weken alsnog een primair besluit op de herzieningsaanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
N. Walstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.