ECLI:NL:RBDHA:2025:961

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
NL24.45103
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers behandeld tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag van 10 april 2024 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij een referent. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eisers hebben verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen, waardoor zij geen griffierecht hoeven te betalen.

Eisers hebben op 15 november 2024 twee keer een beroep ingediend tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag, met het eerste beroep onder nummer NL24.45071 en het tweede onder nummer NL24.45103. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat er al een beslissing is genomen op het eerste beroep, waardoor er geen procesbelang meer is voor het tweede beroep. De rechtbank kan immers niet twee keer beslissen over hetzelfde niet tijdig nemen van een besluit dat hetzelfde doel dient, namelijk het opleggen van een beslistermijn aan de minister.

Ten overvloede merkt de rechtbank op dat eisers geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben aangevoerd die relevant zijn voor dit beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, en deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.45103

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam],

V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer],
gezamenlijk: eisers,
(gemachtigde: mr. J. Oosterhof),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eisers tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van 10 april 2024 om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis.
2. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de rechtbank

3. Eisers hebben verzocht om vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank ziet
aanleiding om dit verzoek toe te wijzen. Eisers hoeven dus geen griffierecht te betalen.
4. Eisers hebben op 15 november 2024 tweemaal een beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag ingediend. Het eerste beroep is ingeschreven onder nummer NL24.45071 en het tweede beroep onder nummer NL24.45103. Bij uitspraak van vandaag heeft deze rechtbank en zittingsplaats uitspraak gedaan in het beroep met nummer NL24.45071.
5. De rechtbank dient ambtshalve te beoordelen of eisers procesbelang hebben bij een beoordeling van het beroep onder nummer NL24.45103. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt dit procesbelang. Er is door deze rechtbank en zittingsplaats immers al beslist op het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van eisers. Aangezien de rechtbank niet twee keer kan beslissen op een beroep gericht tegen hetzelfde niet tijdig nemen van een besluit dat hetzelfde doel dient, namelijk het opleggen van een beslistermijn aan de minister, hebben eisers geen belang bij hun tweede beroep.
6. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat eisers geen nieuwe feiten en omstandigheden, dan wel een relevante wijziging van recht aan dit beroep ten grondslag hebben gelegd.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit is kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

9. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.