ECLI:NL:RBDHA:2025:9611
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van verlof voor een gedetineerde om de uitvaart van haar ex-echtgenoot bij te wonen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2025 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiseres, een gedetineerde op grond van een ISD-maatregel, verzocht om verlof om de uitvaart van haar ex-echtgenoot bij te wonen. Eiseres heeft samen met haar ex-echtgenoot vier minderjarige kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 12 mei 2025 een verzoek om incidenteel verlof heeft ingediend, omdat haar ex-echtgenoot in terminale fase verkeerde en zij haar kinderen wilde ondersteunen bij het afscheid nemen. De directeur van de penitentiaire inrichting heeft dit verzoek afgewezen, omdat de ex-echtgenoot niet onder de regeling voor verlof valt. Eiseres heeft hiertegen beklag ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat het verzoek om verlof op grond van artikel 23 van de Regeling Tijdelijk Verlaten van de Inrichting (Rtvi) niet op de juiste wijze is beoordeeld. De voorzieningenrechter concludeert dat de directeur in redelijkheid niet tot afwijzing van het verzoek heeft kunnen komen, gezien de psychische nood van de kinderen en het belang van eiseres om hen te ondersteunen. De rechtbank gelast de Staat om eiseres in de gelegenheid te stellen de uitvaart bij te wonen, met de mogelijkheid van begeleiding. Tevens wordt de Staat veroordeeld in de proceskosten.