ECLI:NL:RBDHA:2025:9653

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
NL23.35792
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Hanssen - Telman
  • M.J. Tijnagel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke asielproces

In deze zaak heeft verzoeker, met V-nummer [nummer], een aanvraag ingediend voor een verblijfsrecht op humanitaire basis. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 9 november 2023 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister heeft op 4 juni 2024 aan de rechtbank laten weten zich te verzetten tegen de toewijzing van deze voorlopige voorziening. Op 29 januari 2025 heeft de minister het bezwaar van verzoeker opnieuw afgewezen, waardoor verzoeker beroep heeft ingesteld. Dit beroep is op 11 april 2025 behandeld tijdens een zitting.

De voorzieningenrechter heeft op 23 mei 2025 uitspraak gedaan op het beroep, waarbij is vastgesteld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel, en is openbaar gemaakt via gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.35792

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.A.M. Karsten),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. I. van Es).

Procesverloop

1. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsrecht ‘humanitiar tijdelijk’. De minister heeft deze aanvraag met het besluit van 9 november 2023 afgewezen. Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. De minister heeft de rechtbank op 4 juni 2024 bericht zich te verzetten tegen toewijzing van de voorlopige voorziening
1.1.
Met het bestreden besluit van 29 januari 2025 op het bezwaar van verzoeker is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, zodat het verzoek om een voorlopige voorziening geldt als een verzoek gedaan hangende het beroep bij de rechtbank. Het beroep [1] is op zitting van 11 april 2025 behandeld.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van 23 mei 2025 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt en openbaar gemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.NL25.5019.