Uitspraak
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
advocaat: mr. T.F.W. Bijloo.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek tot schuldsanering ingediend, maar de bewindvoerder heeft op 19 februari 2025 een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de regeling ingediend. De rechtbank heeft op 26 mei 2025 geoordeeld dat de heer [naam 1] niet te goeder trouw is geweest met betrekking tot een openstaande vordering van [bedrijfsnaam 1] B.V. van € 10.952,37, die hij niet had gemeld bij zijn toelatingsverzoek tot de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] zich als eigenaar van de boot heeft gepresenteerd en dat hij verantwoordelijk is voor de kosten van de reparatie. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er een vordering van het CJIB op de heer [naam 1] bestaat van € 4.242,12, die hij eveneens niet had gemeld. Gezien deze feiten heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling van de heer [naam 1] tussentijds te beëindigen zonder schone lei, wat betekent dat schuldeisers hun vorderingen weer op hem kunnen verhalen. De rechtbank heeft de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.106,18, voor zover de boedel toereikend is, en opdracht gegeven om een eventueel resterend boedelsaldo te verdelen onder de schuldeisers.