ECLI:NL:RBDHA:2025:9674

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
NL25.6814
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in asielaanvraagzaak met verzoek om vergoeding

Op 2 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoekster die de minister van Asiel en Migratie heeft verzocht om vergoeding van proceskosten. De verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. Na het indienen van het beroep heeft de minister alsnog een besluit genomen, waardoor de verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en om proceskostenvergoeding heeft gevraagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister aan verzoekster tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Daarom is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. De verzoekster heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.6814

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoekster,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. I.M. Hidding),
mede namens haar minderjarige kinderen:

[naam],

V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer],
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoekster heeft daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister na het indienen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog een besluit heeft genomen. Daarmee is de minister aan verzoekster tegemoetgekomen. De minister dient daarom de proceskosten van verzoekster te betalen.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek wordt toegewezen. De minister moet de door verzoekster gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [3]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.