Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Gouda, het college
Holland Steen B.V. te Rijsenhout , vergunninghoudster, en
[bedrijfsnaam 2] B.V.te [vestigingsplaats 2] , belanghebbende
Rechtbank Den Haag
Op 3 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een omgevingsvergunning voor de bouw van twee woningen in Gouda. Eiser, die in een appartementencomplex woont met zicht op het bouwplan, was het niet eens met de verleende vergunning en had beroep ingesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld en geconcludeerd dat het college van burgemeester en wethouders van Gouda de omgevingsvergunning op goede gronden heeft verleend. Eiser voerde aan dat het advies van de Veiligheidsregio onzorgvuldig was en dat de verkeersveiligheid in het gedrang zou komen door de bouw. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen onzorgvuldigheden in het advies waren aangetoond en dat de verkeersveiligheid niet in gevaar zou komen. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor eiser geen gelijk kreeg en geen proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.