ECLI:NL:RBDHA:2025:9718

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
C/09/682339 / FA RK 25-2183
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling tussen ouders met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juni 2025 een beschikking gegeven inzake de wijziging van de zorgregeling voor de minderjarige kinderen van de ouders. De vader heeft verzocht om de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen, omdat de huidige regeling niet werkbaar is gebleken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er veel details in de regeling zijn die leiden tot onduidelijkheid en conflicten tussen de ouders. De rechtbank heeft de ouders complimenten gegeven voor het feit dat zij elkaar het contact met de kinderen gunnen, maar heeft ook geconstateerd dat de communicatie ernstig verstoord is. Daarom heeft de rechtbank besloten om een eenvoudigere zorgregeling vast te stellen, waarbij de kinderen week op week af bij de ouders verblijven, zonder uitzonderingen voor bijzondere dagen, met uitzondering van de zomervakantie. De regeling gaat in op 13 juni 2025. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om het hoofdverblijf van de jongste minderjarige bij haar te bepalen afgewezen, omdat de vader heeft toegezegd de verblijfsoverstijgende kosten te voldoen. De rechtbank heeft ook verzoeken van de vader afgewezen om toestemming te geven voor dagjes weg en om te bepalen dat de andere ouder geïnformeerd moet worden over de verblijfplaats van de kinderen als zij langer dan twee dagen ergens anders verblijven. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-2183
Zaaknummer: C/09/682339
Datum beschikking: 4 juni 2025

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 25 maart 2025 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R. Shahbazi te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J.C.G.J. van der Linden te Voorburg.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek.
De rechtbank heeft het verweer op het zelfstandig verzoek buiten beschouwing gelaten. De rechtbank en de wederpartij hebben geen kennis genomen van dit stuk. Het is laat in de middag voor de zitting bij de rechtbank ingediend en zowel de rechtbank als de wederpartij zijn niet in gelegenheid geweest dit stuk te bestuderen. De advocaat van de vader is op de zitting in de gelegenheid gesteld om het standpunt naar voren te brengen.
De minderjarige [minderjarige 1] is in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek, maar heeft dat niet gedaan.
Op 7 mei 2025 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader met zijn advocaat. De moeder is verschenen met mr. H.H. de Vries-Veringa, waarnemend voor haar advocaat. Namens de Raad voor de Kinderbescherming (de raad) is [naam] verschenen.

Feiten

- Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [datum 1] 2015 te’ [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [datum 2] 2018 te’ [geboorteplaats] .
- [minderjarige 1] heeft de hoofdverblijfplaats bij de moeder en [minderjarige 2] heeft de hoofdverblijfplaats – op grond van de hierna te noemen beschikking van het gerechtshof Den Haag – bij de vader.
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarigen uit.
- De vader heeft de Nederlandse nationaliteit en de moeder is Burger van de Bondsrepubliek Duitsland.
- Bij beschikking van het gerechtshof Den Haag van 12 juni 2024, hersteld bij beschikking van 12 juni 2024 is – voor zover hier van belang – een gedetailleerde zorgregeling (zowel wat betreft de reguliere regeling als een regeling voor de vakanties en feestdagen) vastgesteld conform het verzoek van de vader, waaronder een belregeling. Daarbij is voorts bepaald dat de minderjarigen de oneven weekenden bij de moeder zullen doorbrengen en de even weekenden bij de vader.

Verzoek en verweer

De vader heeft in het kader van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht:
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen, in die zin dat
de zorgregeling, welke bij de beschikking d.d. 12 juni 2024 is vastgesteld, te
wijzigen, inhoudende dat:
- Sinterklaas: In de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder
aansluitend aan school tot 20:00 uur.
- Kerst: in de oneven jaren op de Eerste Kerstdag bij de moeder vanaf 9:30 en de
Tweede Kerstdag bij de vader vanaf 9:30, in de even jaren zijn de kinderen op de
Eerste Kerstdag bij de vader en Tweede Kerstdag bij de moeder, waarbij de tijd
op 9:30 uur blijft staan.
- Oudjaarsavond: minderjarigen zijn in de oneven jaren op oudjaarsavond bij de
vader en in de even jaren bij de moeder (vanaf 18:00 uur).
- Nieuwjaarsdag: de minderjarigen verblijven bij de ouder waar zij Oudjaarsavond
gevierd hebben en gaan terug naar de andere ouder op 2 januari vanaf 9:30 uur.
- Koningsdag: in de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
indien Koningsdag in een vakantie valt, zijn de minderjarigen bij de ouder bij wie
zij ook die vakantie verblijven.
- Pasen, incl. Goede Vrijdag aansluitend aan school en de tussenliggende
zaterdag: in de oneven jaren bij de moeder en in even jaren bij de vader tot de
daaropvolgende dinsdagmorgen 9:30 uur.
- Hemelvaart: in de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder
tot de volgende morgen 9:30 uur.
- Pinksteren: in de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader
tot de volgende morgen 9:30 uur.
- Verjaardagen kinderen: de minderjarigen van de kinderen worden om en om bij
de ouders gevierd. Dit zal betekenen dat de even jaren de verjaardag van [minderjarige 1]
bij de vader wordt gevierd en de verjaardag van [minderjarige 2] bij de moeder, dat dit
in de oneven jaren omgedraaid zal plaatsvinden en blijven dan slapen bij de ouder
waar zij dan zijn.
- Vaderdag: minderjarigen vanaf 9:30 bij de vader en brengt de kinderen naar
school, of tot de opvolgende dag 9:30 uur.
- Moederdag: Idem aan Vaderdag, maar dan bij de moeder.
- Verjaardag vader: minderjarigen in verband met Sinterklaas de avond ervoor
om 20:00 tot de opvolgende dag 9:30.
- Verjaardag moeder: minderjarigen vanaf 9:30 uur bij de moeder tot de
volgende dag 9:30, of brengt hen naar school.
-Verjaardag opa en oma (vz): minderjarigen brengen - in het weekend dat deze
verjaardag gevierd wordt - door bij de vader aansluitend uit school en de vader
brengt hen weer naar school op maandag.
- Familieweekend (vz): minderjarigen verblijven bij de vader (dit weekend vindt
plaats in de laatste week van september of de eerste week van oktober)
aansluitend op school en vader brengt hen naar school op de maandag;
- vast te leggen dat overige bijzondere (feest)dagen, voor zover niet zijn
opgenomen in de zorgregeling, zo veel mogelijk in onderleg tussen partijen
worden verdeeld;
- Dat indien partijen een dagje weggaan (met als voorbeeld net over de grens) hier
vanzelfsprekend akkoord op wordt gegeven en dit geen probleem zal zijn. Indien de
kinderen langer dan twee dagen niet op het huisadres slapen dat, de ouder waarbij de
kinderen op dat moment verblijven, aan de andere ouder laat weten waar de kinderen op dat
moment verblijven.
- dat de kinderen op zondag en op woensdag tussen 16:00 en 18:00 uur met
de andere ouder bellen, waarbij partijen uiterlijk een dag van tevoren contact hebben om
daarover een andere afspraak te maken als dit niet strookt met de verplichting of een
geplande activiteit (tijdens een vakantie);
- voor partijen een dwangsom van €1.000,- op te leggen per keer dat een partij de
zorgregeling niet nakomt dan wel een regeling en bedrag als uw rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Tevens heeft de moeder zelfstandig verzocht te bepalen dat de volgende regeling per datum beschikking van toepassing zal zijn:
a. De kinderen verblijven week op, week af bij een ouder. De kinderen verblijven in oneven weekends bij de moeder en daarop aansluitend de even week.
b. De wisseling vindt plaats op maandag, waarbij de ene ouder de kinderen naar school brengt en de andere ouder kinderen uit school haalt. Bij een wissel op niet-schooldagen vindt de wissel om 08:30 plaats, zonder uitzondering.
c. De in de beschikking opgenomen uitzonderingen komen allen te vervallen. De kinderen verblijven ook met bijzondere (feest-)dagen bij de ouder bij wie zij op dat moment zijn.
d. Tijdens de zomervakantie is de volgende regeling van kracht: de ouder wie de kinderen niet in de laatste schoolweek zijn, heeft recht op de eerste drie weken van de zomervakantie. Daarna wordt op maandag gewisseld naar de andere ouder. Na de drie weken, vangt de regeling weer aan zoals onder a) omschreven.
e. De overige vakanties loopt de onder punt a) omschreven regeling door. De ouder die met de kinderen op vakantie wenst te gaan, regelt dat in zijn/haar week, er wordt niet geruild.
f. De onder punt a) genoemde regeling zal in werking treden vanaf de maandag volgend op de dag van de door Uw rechtbank te wijzen beschikking.
Verder verzoekt de moeder te bepalen dat [minderjarige 2] per datum beschikking haar hoofdverblijf bij de vrouw heeft, aan wie het recht tot inning van het kindgebonden budget zal toekomen.

Beoordeling

De rechtbank heeft ter terechtzitting een vergelijk tussen partijen beproefd.
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (zorgregeling)
Standpunt vader
Ondanks de overeengekomen verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, wenst de vader
deze te wijzigen, mede omdat een deel van de verdeling niet in lijn is met de werkelijke situatie. Een ander deel komt juist heel onhandig uit met de huidige situatie, zoals het moment dat de kinderen met de andere ouder bellen. Dit zorgt voor strijd tussen ouders. Met dit verzoek en de gevraagde wijzigingen wil de vader voorkomen dat partijen onenigheid krijgen.
Standpunt moeder
Primair betwist de moeder dat sprake is van zodanige wijzigingen, dat de in de beschikking van het gerechtshof vastgelegde zorgregeling niet langer voldoet. De moeder wil niet meer procederen, en de vader moet stoppen met het verzamelen van argumenten die doen lijken alsof er reden is voor een procedure. Desondanks vraagt ook de moeder om de zorgregeling te wijzigen en de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] weer bij de vrouw te bepalen. De vader wenst enkel controle en macht te behouden over de moeder, zoals tijdens de relatie – vijf jaar geleden – ook zo was. Er moet daarom één duidelijke zorgregeling komen zonder uitzonderingen waarover de vader weer met haar gaat twisten. Zij heeft geen energie meer om steeds in te moeten gaan op voorstellen van de vader. De kinderen lijden hieronder, en werkelijk niets wat is gedaan in het verleden heeft geleid tot betere communicatie.
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat ter zitting is gebleken dat de ouders elkaar het contact met de kinderen gunnen en dat zij elkaar niet diskwalificeren als ouders. De rechtbank hecht eraan de ouders hiermee te complimenteren. Echter, gelet op het navolgende, is de rechtbank van oordeel dat de zorgregeling in het belang van de kinderen moet worden gewijzigd.
In de huidige zorgregeling sprake is van veel details. Dat is niet werkbaar voor deze ouders van wie de onderlinge communicatie ernstig is verstoord. De zorgregeling is destijds door het gerechtshof precies vastgelegd zoals de vader dat wilde, en 9 maanden later vraagt de vader alweer wijziging. Het is de rechtbank gebleken dat de ouders erover van mening verschillen hoe de huidige regeling moet worden uitgelegd en welke regels prevaleren. Als voorbeeld noemt de rechtbank dat de vader heeft besloten om de politie te bellen op het moment dat de moeder met de kinderen op grond van de vakantieregeling op vakantie was, terwijl de kinderen volgens de vader op dat moment bij hem hadden moeten zijn in verband met de verjaardag van opa (vaderszijde). Een ander voorbeeld is dat de ouders aanvankelijk samen hadden afgesproken dat de kinderen zouden blijven slapen bij de ouder bij wie ze de feestdag doorbrengen. De vader is echter jarig op 6 december en dit gaf een geschil op het moment dat de kinderen Sinterklaasavond bij de moeder vierden. De vader wilde dat de kinderen bij hem zouden overnachten zodat ze de ochtend van zijn verjaardag bij hem zouden zijn. Hij heeft ook toen de politie gebeld om de kinderen terug te halen.
Omdat partijen niet in staat zijn op een constructieve manier met elkaar te overleggen, is de rechtbank van oordeel dat de zorgregeling zo eenvoudig mogelijk moet worden vastgesteld. Daarmee wordt de kans op misverstanden zo klein mogelijk gemaakt en is er zo min mogelijk ruimte voor discussies, waardoor meer rust voor de kinderen zal ontstaan.
De rechtbank zal daarom een week op week af regeling vaststellen waarbij geen uitzonderingen worden gemaakt voor bijzondere (feest-)dagen en vakanties, met uitzondering van de zomervakantie. Het aanvangstijdstip van de week blijft het huidige tijdstip, te weten op vrijdagmiddag om 15.00 uur, ook als de vrijdag op een vrije dag valt. Als de vrijdag in een oneven week valt, wisselen de kinderen die dag van de vader naar de moeder, zodat ze de daarop volgende even week bij de moeder zijn. Als de vrijdag in een even week valt, wisselen de kinderen die dag van de moeder naar de vader, zodat ze de daaropvolgende oneven week bij de vader zijn.
De rechtbank ziet aanleiding om ook geen afwijkende afspraken te maken voor de kerstdagen en/of oud en nieuw. Het splitsen van deze dagen maakt het onmogelijk voor de moeder om met de kinderen naar haar familie in Duitsland te reizen. Dat belang weegt zwaarder dan het belang van de vader om steeds één van de kerstdagen en één van de dagen rond de jaarwisseling met de kinderen door te brengen. De rechtbank wijst er voorts op dat de duidelijkheid die deze regeling meebrengt, er ook voor zorgt dat de vader lang van te voren weet wanneer de kinderen bij hem zijn en dus wanneer hij met zijn familie de bijzondere dagen als verjaardagen kan vieren. De vaste belmomenten komen te vervallen, omdat deze momenten naar het oordeel van de rechtbank zorgen voor onrust. De rechtbank gaat ervan uit dat de ouders de kinderen de andere ouder laten bellen als [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] daar behoefte aan hebben.
Ten aanzien van de zomervakantie zal de rechtbank bepalen dat de ouder bij wie de kinderen volgens de reguliere regeling niet in de laatste schoolweek zijn, recht heeft op de eerste drie weken van de zomervakantie, die dus aanvangt op vrijdagmiddag om 15.00 uur. Daarna wordt op vrijdag gewisseld naar de andere ouder voor de resterende drie weken van de zomervakantie tot de laatste vrijdag om 15.00 uur. Hierna vangt de reguliere regeling weer aan.
De rechtbank zal bepalen dat deze regeling gaat gelden met ingang van 13 juni 2025 en zal aansluiten op de huidige regeling wat betreft de reguliere zorgregeling.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een dwangsom te verbinden aan het nakomen van deze zorgregeling. De rechtbank gaat ervan uit dat beide ouders zich hieraan zullen houden.
Hoofdverblijfplaats [minderjarige 2]
De rechtbank wijst het verzoek van de moeder om het hoofdverblijf van [minderjarige 2] bij haar te bepalen af. Dit verzoek is ingegeven doordat de vader volgens de moeder niet alle verblijfsoverstijgende kosten voldoet. De vader heeft deze stelling weersproken. De moeder heeft haar standpunt niet nader onderbouwd en de vader heeft op de zitting toegezegd dat hij de verblijfsoverstijgende kosten van [minderjarige 2] zal voldoen. De rechtbank gaat ervan uit dat hij zich hieraan houdt.
Toestemming dagje weg (over de grens) en twee dagen elders slapen
De vader heeft verzocht te bepalen dat indien partijen een dagje weg gaan (met als voorbeeld net over de grens) hier vanzelfsprekend akkoord op wordt gegeven en dit geen probleem zal zijn. Verder heeft de vader verzocht te bepalen dat indien de kinderen langer dan twee dagen niet op het huisadres slapen, de ouder waarbij de kinderen op dat moment verblijven, aan de andere ouder zal laten weten waar de kinderen op dat moment verblijven.
De rechtbank wijst deze verzoeken af. Als één van de ouders met de kinderen de grens over wil gaan, moet hiervoor aan de andere ouder toestemming worden gevraagd. Een dergelijk algemeen verzoek zoals de vader nu heeft gedaan, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concreet om toe te kunnen wijzen. Ook het verzoek voor het geval de kinderen twee dagen elders (niet op het huisadres) slapen, wordt afgewezen. De ouder bij wie de kinderen zijn, is verantwoordelijk en beslist of (één van) de kinderen ergens anders mag slapen of niet.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van 12 juni 2024 van het gerechtshof te Den Haag– :
bepaalt dat de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren op [datum 1] 2015 te
[geboorteplaats] en [minderjarige 2] , geboren op [datum 2] 2018 te [geboorteplaats] volgens de volgende reguliere regeling bij ieder van de ouders zullen zijn:
bij de vader vanaf vrijdagmiddag 15.00 in de even week tot de volgende vrijdagmiddag 15.00 uur in de oneven week;
bij de moeder vanaf vrijdagmiddag 15.00 uur in de oneven week tot de volgende vrijdagmiddag 15.00 uur in de even week.
bepaalt dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] de eerste drie weken van de zomervakantie vanaf vrijdagmiddag 15.00 uur bij de ouder zijn bij wie zij volgens de reguliere zorgregeling niet in de laatste schoolweek voor de zomervakantie zijn. Op vrijdag om 15.00 uur wordt gewisseld naar de andere ouder voor de resterende drie weken van de zomervakantie die duurt tot vrijdag 15.00 uur. Hierna vangt de reguliere zorgregeling weer aan;
bepaalt dat met uitzondering van de hier genoemde regeling voor de zomervakantie, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tijdens de andere (school)vakanties, feest- en overige bijzondere dagen, bij de ouder zijn bij wie zij volgens de reguliere regeling verblijven;
bepaalt dat deze zorgregeling ingaat op 13 juni 2025 aansluitend op de huidige zorgregeling;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van den Born als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juni 2025.