ECLI:NL:RBDHA:2025:9826
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in kort geding na intrekking door eiser
In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Den Haag, is op 15 mei 2025 een vonnis gewezen in een kort geding. De eiseres, aangeduid als '[eiseres] B.V.', heeft op 1 april 2025 het kort geding ingetrokken. De gedaagde, '[gedaagde] B.V.', heeft vervolgens verzocht om een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het geschil dat in dit kort geding aan de orde was, grotendeels is verplaatst naar een ander kort geding dat door de gedaagde is aangespannen. In dat andere kort geding is ook over de proceskosten geoordeeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om in dit kort geding een proceskostenveroordeling uit te spreken ten gunste van de gedaagde, omdat het onterecht zou zijn om in beide kort gedingen een proceskostenveroordeling uit te spreken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de gedaagde om de eiseres in de proceskosten te veroordelen afgewezen en bepaald dat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 15 mei 2025.