ECLI:NL:RBDHA:2025:9857

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
C/09/685281 / FA RK 25-3631
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 19 mei 2025 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die sinds 2020 dertien keer gedwongen is opgenomen in verband met manisch psychotische decompensaties. De officier van justitie had op 16 mei 2025 verzocht om voortzetting van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 14 mei 2025 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een arts en een begeleider. De betrokkene verzet zich tegen de opname en betwist de noodzaak van de maatregelen, terwijl de arts en begeleider aangeven dat er nog steeds psychotische kenmerken aanwezig zijn en dat de betrokkene nog niet volledig hersteld is. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 9 juni 2025. De rechtbank benadrukt dat gedwongen opname een ingrijpende gebeurtenis is en dat er aandacht moet zijn voor het creëren van een therapeutisch perspectief voor de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/685281 / FA RK 25-3631
Datum beschikking: 19 mei 2025

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 16 mei 2025 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] , Suriname,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie van [instelling] te [plaats] ,
advocaat: mr. R.M.G. Sussenbach te Amsterdam.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 14 mei 2025 genomen crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 14 mei 2025 ondertekende medische verklaring van H. Zuurveen, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 mei 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de arts, [naam 1] ;
- de begeleider, [naam 2] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene het oneens is met haar opname. Zij is het niet eens met het tijdstip en de dosering van de medicatie. Betrokkene betwist dat zij geen ziektebesef en -inzicht zou hebben. Zij heeft meermaals gevraagd om een transculturele psycholoog en psychiater en neemt kosten van de zorg deels zelf voor haar rekening. De advocaat stelt dat het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel niet wordt onderbouwd met concrete voorbeelden. Daarnaast betwist hij dat er sprake is van wilsonbekwaamheid. Omdat betrokkene naar huis wenst te gaan, de stoornis in remissie is en er sprake is van een gebrek aan onderbouwing, verzoekt de advocaat namens betrokkene om het verzoek af te wijzen. Indien de rechtbank de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk acht, verzoekt de advocaat secundair de duur van de machtiging te bekorten tot zeven dagen.
De arts heeft ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene aan het begin van de opname een ernstig en verstoord toestandsbeeld liet zien. Er was sprake van verbale agressie en dreigend gedrag, waardoor betrokkene gesepareerd moest worden. Sinds de recente ophoging van de medicatie is sprake van een gedeeltelijke verbetering van het toestandsbeeld. Hoewel betrokkene in het verleden snel stabiliseerde na een crisismaatregel, duurt het herstel ditmaal langer. De psychotische stoornis is verbleekt, maar er zijn nog altijd psychotische kenmerken aanwezig en betrokkene is nog niet volledig hersteld. Daarnaast is het ziektebesef van betrokkene nog onvoldoende aanwezig, waardoor de arts twijfelt aan de wilsbekwaamheid maar alles afwegende betrokkene nu nog wilsonbekwaam acht. De arts acht een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk, om betrokkene verder te stabiliseren en een volledig herstel mogelijk te maken.
De begeleider heeft ter zitting naar voren gebracht dat bij betrokkene een stijgende lijn te zien is. Hoewel nog sprake is van wisselende stemmingen en bejegening, ziet hij een vooruitgang ten opzichte van het toestandsbeeld aan het begin van de opname.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Uit de stukken is gebleken dat betrokkene voor de opname in beeld kwam bij de politie nadat een overlastmelding binnenkwam, waarbij zij zou hebben geschreeuwd op straat en meerdere mensen zou hebben lastiggevallen. Hierbij sprak zij onnavolgbaar over onder meer de aanwezigheid van aliens en dode kinderen die in de wijk begraven zouden zijn. Vervolgens heeft betrokkene een winkelwagentje in de richting van de politie gegooid en er was continu sprake van verbale agressie en dreigementen. In de ambulance moest zij geboeid worden wegens agressie naar een medewerker. Na opname in de kliniek was het noodzakelijk om betrokkene te separeren vanwege dreigend en verbaal agressief gedrag.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een manisch psychotische ontregeling in het kader van een bipolaire I stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene heeft in het verleden meermaals zorg geweigerd en op dit moment heeft de arts onvoldoende vertrouwen in een behandeling op vrijwillige basis.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor een kortere duur dan is verzocht. De voortzetting van de crisismaatregel zal dan ook worden verleend voor de duur van drie weken.
De rechtbank merkt hierbij op dat betrokkene blijkens het dossier sinds 2020 dertien keer met een crisismaatregel gedwongen opgenomen is geweest in verband met manisch psychotische decompensaties. In enkele gevallen verleende de rechtbank vervolgens een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel en in één geval werd tevens een zorgmachtiging verleend. Ook in de periode voor 2020 was geregeld sprake van verplichte zorg.
Gedwongen opname, zeker in het kader van een crisismaatregel, is een ingrijpende gebeurtenis voor een betrokkene, diens omgeving en uiteraard ook voor diegenen die (al dan niet beroepsmatig) rondom de oplegging van de maatregel geconfronteerd worden met de decompensatie van een betrokkene. Ofschoon het creëren van therapeutisch perspectief niet het doel van (de voortzetting van) de crisismaatregel is, geeft de rechtbank de behandelaren mee dat het geval van betrokkene aanleiding zou kunnen vormen om - al dan niet in samenspraak met de behandelaren in het ambulante kader – zorgvuldig na te gaan op welke wijze nieuwe crisismaatregelen voorkomen of beperkt zou kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] , Suriname,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 juni 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.C.M. Bouman, rechter, bijgestaan door mr. A. Laverman als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 mei 2025.