ECLI:NL:RBDHA:2025:9976
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen Pensioenfonds Zorg & Welzijn
Op 6 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en Pensioenfonds Zorg & Welzijn. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die gericht was tegen een brief van Zorg & Welzijn van 2 april 2025. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er geen bezwaarschrift of beroepsprocedure aanhangig is. De voorzieningenrechter heeft de verzoeker op 25 april 2025 gevraagd om aan te geven op welk besluit zijn verzoek betrekking heeft en om een bezwaarschrift over te leggen. De verzoeker heeft op 6 mei 2025 gereageerd, maar aangegeven dat er geen bezwaarschrift is. Hierdoor kon de voorzieningenrechter geen bodemprocedure aanwijzen, wat noodzakelijk is voor de ontvankelijkheid van het verzoek. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. W. Goederee, en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.