Kenmerk: 116837 CV 141/03
T.42.141.2
Vonnis van de kantonrechter te Gorinchem van 13 oktober 2003 in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres]
gevestigd te [...],
2. Gedaagde 2 (vereniging met volledige rechtsbevoegdheid)
Partijen worden aangeduid als [eiseres], [gedaagde 1] en [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid]
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaardingen van 10 en 20 januari 2003;
2. de conclusie van antwoord van [gedaagde 1];
3. de conclusie van antwoord van [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid];
4. de conclusie van repliek;
5. de conclusie van dupliek van [gedaagde 1];
6. de conclusie van dupliek van [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid];
7. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
1. Tussen partijen staat het volgende vast.
Op 20 juni 2002 heeft [eiseres] per fax een offerte gestuurd aan [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] bestemd voor [gedaagde 1] terzake van de verhuur van 1000 stoelen voor een prijs van € 2.707,25 inclusief BTW.,--. De stoelen waren bestemd voor een vergadering op 4 juli 2002. Diezelfde dag heeft [gedaagde 1] de offerte voor akkoord getekend onder de tekst: "voor akkoord [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] ".
[eiseres] heeft de stoelen op 4 juli 2002 naar het opgegeven adres gebracht en 's-avonds weer opgehaald.
Op 5 juli 2002 heeft [eiseres] een factuur gestuurd naar het door [gedaagde 1] opgegeven adres. Dit adres (het huisadres van [gedaagde 1]) had [gedaagde 1] opgegeven in een handgeschreven faxbericht, waar het logo van [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] (niet het adres en telefoonnummer e.d. van [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid]) op staat vermeld.
De factuur is niet betaald.
2. [eiseres] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I. primair [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid], subsidiair [gedaagde 1], wordt veroordeeld tot betaling van € 2.707,25 aan [eiseres] vermeerderd met de wettelijke rente vanaf acht dagen na de factuurdatum;
II. kosten rechtens, met bepaling dat de wettelijke rente over proceskosten is verschuldigd vanaf acht dagen na het te wijzen vonnis.
Aan de vordering legt [eiseres] ten grondslag:
primair nakoming (betaling van de factuur) door haar wederpartij [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid];
subsidiair (-indien van een volmacht aan [gedaagde 1] geen sprake is en [eiseres] niet mocht vertrouwen op het bestaan van die volmacht-) instaan voor de volmacht of onrechtmatig handelen, op grond waarvan [gedaagde 1] [eiseres] schadeloos dient te stellen.
3. Gedaagden betwisten de vordering.
Beoordeling van het geschil
In het geschil tegen [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid]
4. Vast staat dat [gedaagde 1] niet volgens de statuten of reglement van [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] gerechtigd was [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] te vertegenwoordigen.
5. [eiseres] stelt bij dagvaarding dat er een volmacht is, hetgeen [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] gemotiveerd heeft betwist (antwoord 2 a t/m g), onder andere door aan te voeren dat [gedaagde 1] wel om een volmacht heeft gevraagd, maar dat hij geen financiële onderbouwing van zijn plannen heeft gegeven, zodat [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] de gevraagde toestemming niet heeft gegeven. [eiseres] heeft deze omstandigheid niet betwist, zodat als onvoldoende betwist tussen [eiseres] en [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] vaststaat dat [gedaagde 1] niet beschikte over een toereikende volmacht als bedoeld in art. 3:60 BW.
6. Indien [eiseres] niettemin op grond van verklaringen of gedragingen van [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, kan [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep doen (art. 3:61 lid 2 BW). In dat geval is [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] toch gebonden aan de door [gedaagde 1] namens haar gesloten overeenkomst.
7. In beginsel zijn slechts de omstandigheden voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst (20 juni 2002) van belang bij de beoordeling of [eiseres] er op mocht vertrouwen dat [gedaagde 1] namens [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] mocht handelen. [eiseres] stelt niet dat [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst zich zodanig heeft uitgelaten of gedragen dat [eiseres] redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde 1] een volmacht had als hiervoor bedoeld. [eiseres] is uitsluitend afgegaan op de beweringen van [gedaagde 1], zonder bewijs te verlangen van de veronderstelde volmacht. [gedaagde 2] vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] kan zich dus beroepen of de onjuistheid van de onjuiste veronderstelling van [eiseres] dat [gedaagde 1] vertegenwoordigingsbevoegd was.
8. [eiseres] voert nog aan, dat [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] heeft aangeboden € 541,45 te betalen. Anders dan [eiseres] kennelijk meent, kan hieruit niet worden afgeleid dat [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] daarmee in zoverre de onbevoegd gesloten rechtshandeling bedoelt te bekrachtigen. Uit de brief waarin het aanbod wordt gedaan, blijkt duidelijk dat [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] dit voorstel heeft gedaan ter finale kwijting om de zaak in der minne te regelen, hetgeen niet als een bekrachtiging in de zin van art. 3:69 lid 1 BW kan worden aangemerkt. Het aanbod is niet geaccepteerd en heeft bij de beoordeling van dit geschil geen betekenis.
9. De vordering tegen [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] moet worden afgewezen.
In het geschil tegen [gedaagde 1].
10. [eiseres] stelt in deze procedure, zo begrijpt de kantonrechter, dat geen sprake is van een toereikende volmacht of een schijn van een toereikende volmacht. In beginsel dient [gedaagde 1] in te staan voor het bestaan en de omvang van de volmacht (art. 3:70 BW). Blijkt de volmacht te ontbreken, dan is [gedaagde 1] in beginsel gehouden [eiseres] schadeloos te stellen, hetgeen in deze procedure neerkomt op betaling van het factuurbedrag.
11. [gedaagde 1] stelt zich op het standpunt dat [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid], bij monde van de heer [...] en [...], hem toestemming heeft gegeven de nodige organisatorische werkzaamheden uit te voeren en daartoe contracten aan te gaan en [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] de factuur dient te betalen. Hij dient deze stelling te bewijzen.
In de procedure tussen [eiseres] en [gedaagde 1]:
laat [gedaagde 1] toe te bewijzen dat:
[gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] hem een zodanige volmacht heeft gegeven, dat hij gerechtigd was namens [gedaagde 2], vereniging met volledige rechtsbevoegdheid] voor de bijeenkomst van 4 juli 2002 1000 stoelen te huren voor de prijs van € 2.707,25 inclusief BTW;
verwijst de zaak naar de openbare terechtzitting van 27 oktober 2003 te 10.30 uur voor de vaststelling van een datum waarop de eventuele getuigen zullen worden gehoord;
bepaalt dat de kantonrechter geen nader uitstel zal toestaan;
verzoekt gedaagde uiterlijk op voormelde zitting schriftelijk opgave te doen van de getuigen die hij wil laten horen, onder vermelding van naam en woonplaats;
verzoekt beide partijen hun verhinderdata eveneens uiterlijk op voormelde zitting schriftelijk mede te delen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 oktober 2003, in aanwezigheid van de griffier