ECLI:NL:RBDOR:2004:AO5046

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
5 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
129520 6208-03
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake douanedocumenten en vervoersovereenkomst

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, heeft eiseres, een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die zelf procedeerde. De vordering betreft een bedrag van € 5.000,-- dat eiseres stelt te vorderen op basis van een vervoersovereenkomst. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd om een factuur van 19 maart 2002 te betalen, maar gedaagde heeft dit bedrag verminderd met kosten die hij zelf in rekening heeft gebracht. Eiseres heeft het betaalde bedrag geretourneerd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde de benodigde douanepapieren aan eiseres heeft overhandigd, maar dat eiseres niet heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting om zorg te dragen voor de douanedocumenten. De documenten zijn zoekgeraakt in Piraeus, wat heeft geleid tot problemen bij de douane. Eiseres heeft geen verklaring gegeven voor het verlies van de documenten, terwijl gedaagde wel zorg heeft gedragen voor het verkrijgen van nieuwe documenten.

De kantonrechter oordeelt dat eiseres in verzuim is gekomen, omdat zij haar verplichtingen niet is nagekomen. Gedaagde is derhalve niet in verzuim gekomen en de vordering van eiseres wordt afgewezen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten, die door gedaagde op nihil zijn gesteld, aangezien hij zonder gemachtigde procedeerde. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres tot betaling van € 4.160,10 toegewezen, maar heeft de overige vorderingen afgewezen en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Kenmerk: 129520 CV EXPL 6208-03
Vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 5 februari 2004 in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [...], h.o.d.n. [...] alsmede h.o.d.n. [...], eiseres, gevestigd en kantoorhoudende te [...], gemachtigde BSB & Partners,
tegen:
[...], h.o.d.n. [...], wonende en zaakdoende te [...], gedaagde, zelf procederende.
Partijen worden aangeduid als [EISERES] en [gedaagde]
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 13 oktober 2003;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek;
4. de conclusie van dupliek;
5. de overgelegde producties.
O[eiseres]hrijving van het geschil
1. Tussen partijen staat het volgende vast.
[EISERES] heeft in opdracht van [gedaagde] twee containers per zeeschip vervoerd van Rotterdam naar Piraeus (Griekenland). [EISERES] heeft een "freight prepaid"cognossement afgegeven. Van toepassing op de vervoersovereenkomst zijn algemene bepalingen, waarvan artikel 18 luidt voor zover thans van belang:
All freight and charges shall be paid without any offset, counter claim, or deduction when due. The Carrier shall have a lien on the goods for non-payment of the freight charges, and the Merchant shall be liable for legal fees and expenses if the Carrier has to take legal action. Dues, duties, charges and fines relating to the goods shall be paid by the Marchant before the goods are released by the Carrier.
[gedaagde] heeft alle benodigde douanepapieren, waaronder twee T2L documenten, aan (de chauffeur van) [EISERES] ter hand gesteld.
In Piraeus bleken douanedocumenten te zijn zoekgeraakt. De twee containers werden niet vrijgegeven door de douane. [gedaagde] heeft gezorgd dat nieuwe documenten ter plaatse kwamen.
De klant van [gedaagde] heeft aan [EISERES] kosten voor opslag (€ 228,--) betaald.
[gedaagde] heeft van [EISERES] een factuur d.d. 19 maart 2002 ad € 4.564,10 ontvangen.
[gedaagde] heeft bij brief van 5 april 2002 aan [EISERES] de kwestie terzake de zoekgeraakte documenten onder de aandacht gebracht. Bij factuur van 26 april 2002 heeft [gedaagde] een bedrag van € 404,-- exclusief BTW aan gemaakte kosten door het zoekgeraakte douanedocument bij [EISERES] in rekening gebracht.
[EISERES] heeft [gedaagde] bij brief van 3 mei 2002 gesommeerd de factuur van 19 maart 2002 binnen acht dagen te betalen.
[gedaagde] heeft op 17 mei 2002 het door [EISERES] in rekening gebrachte bedrag verminderd met de door hemzelf in rekening gebrachte kosten betaald.
[EISERES] heeft het betaalde geretourneerd.
2. [EISERES] vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan [EISERES] te betalen € 5.000,-- met daarover de wettelijke rente vanaf de dagvaarding, kosten rechtens.
Haar vordering specificeert zij als volgt:
Oorspronkelijke vordering: 4.564,10
betaald voor sommatie € 0,00
buitengerechtelijke kosten € 603,89
rente € 561,60 +
totaal: € 5.729,59
Aan haar (hoofd)vordering legt [EISERES] nakoming van de vervoersovereenkomst (betaling van de factuur van 19 maart 2002) ten grondslag.
3. [gedaagde] voert het volgende aan als verweer.
- De factuur van 19 maart 2002 is € 54,-- te hoog ten opzichte van het geoffreerde bedrag;
- [gedaagde] mocht betaling opschorten in afwachting van een reactie op haar tegenvordering;
- [gedaagde] beroept zich op verrekening met haar tegenvordering van € 404,00.
Beoordeling van het geschil
4. [EISERES] betwist niet dat de factuur € 54,-- te hoog is, zodat de hoofdvordering in zoverre niet toewijsbaar is. Voor het overige heeft [gedaagde] de hoofdvordering niet betwist.
5. [gedaagde] is rente en kosten verschuldigd, indien hij in verzuim is gekomen. Van verzuim van [gedaagde] is geen sprake indien [EISERES] als schuldeiser in verzuim is. Vast staat dat de douanedocumenten aan [EISERES] ter hand waren gesteld. [EISERES] was als vervoerder verplicht redelijke zorg aan te wenden dat de haar ter hand gestelde douane documenten niet verloren zouden gaan (art. 8:395 lid 2 BW). In Piraeus waren de douanedocumenten niet compleet meer. [EISERES] geeft hiervoor in het geheel geen verklaring. Dat de douanepapieren zoek waren moet aan [EISERES] worden toegerekend, zodat [EISERES] haar hiervoor omshreven inspanningsverplichting niet is nagekomen. [EISERES] betwist niet dat niet zij maar [gedaagde] zelf na enige dagen heeft gezorgd dat de documenten alsnog ter plaatse kwamen. Aldus is [EISERES] in verzuim gekomen. [gedaagde] is derhalve niet in verzuim gekomen. De gevorderde rente en kosten worden afgewezen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, heeft [gedaagde] een niet betwiste opeisbare tegenvordering, zodat het beroep op verrekening wordt toegewezen, zodat een bedrag van
€ 404,00 (rekenfout en schade; zie antwoord sub 5) in mindering wordt gebracht op het toe te wijzen bedrag.
6. [EISERES] wordt in de proceskosten veroordeeld. Weliswaar wordt een bedrag toegewezen, maar dit bedrag is nagenoeg gelijk aan het reeds op 17 mei 2002 door [gedaagde] betaalde bedrag, zodat de proceskosten als nodeloos gemaakt voor rekening van [EISERES] dienen te komen. De kosten van [gedaagde] worden gesteld op nihil, aangezien hij niet bij gemachtigde procedeert.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] aan [EISERES] te betalen een bedrag van € 4.160,10;
veroordeelt [EISERES] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] gevallen, welke kosten tot op deze uitspraak zijn bepaald op nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2004 in aanwezigheid van de griffier.