ECLI:NL:RBDOR:2004:AR7364

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
8 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
56200 FT-RK 04/5541
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.G.J. de Heij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid Nederlandse rechter bij verzoek tot schuldsaneringsregeling

Op 30 augustus 2004 heeft de rechtbank Dordrecht een verzoekschrift ontvangen van een schuldenaar, geboren in 1971 en woonachtig in België, met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 8 december 2004 is de schuldenaar gehoord. De rechtbank moest bepalen of zij bevoegd was om de insolventieprocedure te openen, op basis van artikel 3 van verordening 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie, die de bevoegdheid van de rechter regelt op basis van het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar in België woont, daar werkt en het grootste deel van zijn inkomen daar verwerft. Dit betekent dat België als het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar moet worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat het feit dat alle crediteuren van de schuldenaar in Nederland zijn gevestigd en dat hij een bankrekening in Nederland heeft, niet afdoet aan de conclusie dat de rechtbank Dordrecht onbevoegd is om het verzoek tot schuldsaneringsregeling te behandelen.

In haar beslissing verklaart de rechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van het verzoekschrift. Dit vonnis is uitgesproken op 8 december 2004 door mr. P.G.J. de Heij, lid van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in aanwezigheid van de griffier. De schuldenaar heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep aan te tekenen, wat uitsluitend kan worden gedaan door een advocaat bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Uitspraak

Rekestnummer : 56200 FT RK 04-5541
Nummer verklaring:
Uitspraakdatum 8 december 2004
RECHTBANK DORDRECHT
Vonnis van de rechtbank Dordrecht, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken.
Op 30 augustus 2004 is ter griffie binnengekomen een verzoekschrift van [schuldenaar], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats] (België), [adres], strekkende tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De schuldenaar is ter terechtzitting van 8 december 2004 gehoord.
De rechtbank dient haar internationale bevoegdheid tot het openen van een insolventieprocedure te bepalen aan de hand van artikel 3 van verordening 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie (de Insolventieverordering). Bevoegd is de rechter van de lidstaat waar het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar gelegen is. Onder het centrum van de voornaamste belangen moet worden verstaan de plaats waar de schuldenaar gewoonlijk het beheer over zijn belangen voert en die daardoor als zodanig voor derden herkenbaar is.
Op grond van de door de schuldenaar overgelegde stukken en zijn verklaring ter zitting stelt de rechtbank vast dat de schuldenaar in België woont, aldaar werkt en het belangrijkste deel van zijn inkomen verwerft. België dient daarom te worden aangemerkt als het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar. Daaraan doet niet af dat alle crediteuren van de schuldenaar in Nederland zijn gevestigd, dat de schuldenaar ook in Nederland een bankrekening aanhoudt en dat hij daarop een (gering) deel van zijn inkomen ontvangt. De rechtbank dient zich derhalve onbevoegd te verklaren van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kennis te nemen.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart zich onbevoegd van het onderhavige verzoekschrift kennis te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.J. de Heij, lid van voormelde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 december 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.
De schuldenaar heeft gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak het recht van hoger beroep. Het recht van hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat/procureur worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te 's-Gravenhage.