ECLI:NL:RBDOR:2005:AS6802
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, is op 10 februari 2005 vonnis gewezen in een geschil tussen een besloten vennootschap en een gedaagde die zelf procedeerde. Eiseres vorderde een totaalbedrag van € 100,60, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en rente, als gevolg van een vermeende overeenkomst die op afstand was gesloten. De eiseres stelde dat deze overeenkomst tot stand was gekomen door het invullen van een formulier op internet op 8 september 2003. Gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst was gesloten en voerde aan dat hij enkel informatie had aangevraagd.
De kantonrechter oordeelde dat, indien er inderdaad een overeenkomst was gesloten, deze gekwalificeerd moest worden als een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten, zoals bedoeld in artikel 7:46a BW. De rechter wees op het recht van de koper om de overeenkomst binnen zeven werkdagen te ontbinden, zoals vastgelegd in artikel 7:46i BW. Gedaagde had op 11 september 2003 telefonisch contact opgenomen met eiseres om de afspraak af te zeggen, wat werd beschouwd als tijdige ontbinding van de overeenkomst.
Aangezien de overeenkomst was ontbonden, kon eiseres geen nakoming vorderen. De kantonrechter wees de hoofdvordering van eiseres af en oordeelde dat er geen grond was voor schadevergoeding in de vorm van rente en kosten. Eiseres werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, maar gedaagde had geen kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De beslissing van de kantonrechter was dus om de vordering af te wijzen en eiseres te veroordelen in de kosten van het geding, die op dat moment op nihil waren vastgesteld.