ECLI:NL:RBDOR:2005:AS6802

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
10 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
149004 CV EXPL 04/6630
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, is op 10 februari 2005 vonnis gewezen in een geschil tussen een besloten vennootschap en een gedaagde die zelf procedeerde. Eiseres vorderde een totaalbedrag van € 100,60, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en rente, als gevolg van een vermeende overeenkomst die op afstand was gesloten. De eiseres stelde dat deze overeenkomst tot stand was gekomen door het invullen van een formulier op internet op 8 september 2003. Gedaagde betwistte echter dat er een overeenkomst was gesloten en voerde aan dat hij enkel informatie had aangevraagd.

De kantonrechter oordeelde dat, indien er inderdaad een overeenkomst was gesloten, deze gekwalificeerd moest worden als een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten, zoals bedoeld in artikel 7:46a BW. De rechter wees op het recht van de koper om de overeenkomst binnen zeven werkdagen te ontbinden, zoals vastgelegd in artikel 7:46i BW. Gedaagde had op 11 september 2003 telefonisch contact opgenomen met eiseres om de afspraak af te zeggen, wat werd beschouwd als tijdige ontbinding van de overeenkomst.

Aangezien de overeenkomst was ontbonden, kon eiseres geen nakoming vorderen. De kantonrechter wees de hoofdvordering van eiseres af en oordeelde dat er geen grond was voor schadevergoeding in de vorm van rente en kosten. Eiseres werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, maar gedaagde had geen kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De beslissing van de kantonrechter was dus om de vordering af te wijzen en eiseres te veroordelen in de kosten van het geding, die op dat moment op nihil waren vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Kenmerk: 149004 CV EXPL 04/6630
Vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 10 februari 2005 in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid […], h.o.d.n […], gevestigd en kantoorhoudende te […], eiseres, gemachtigde Flanderijn en Wijnhold gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[…], wonende te […], gedaagde, zelf procederende.
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 29 september 2004;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek;
4. de conclusie van dupliek;
5. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
1. Eiseres vordert een bedrag van € 63,00 aan hoofdsom, € 35,00 aan buitengerechtelijke kosten en € 2,60 aan rente, totaal € 100,60, vermeerderd met de wettelijke rente over € 63,00 vanaf 29 september 2004 tot de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.
Ter onderbouwing van haar vordering stelt eiseres het volgende.
Gedaagde heeft via internet een zogenaamde intest bij eiseres aangevraagd door op 8 september 2003 het ‘automatisch formulier verwerking systeem’ in te vullen. Naar aanleiding van de inschrijving is met gedaagde telefonisch een afspraak voor de intest gemaakt, welke bij brief van 9 september 2003 schriftelijk is bevestigd. Op 16 september 2003 is een factuur voor dat bedrag aan gedaagde verzonden.
Eiseres legt aan haar hoofdvordering nakoming van de overeenkomst ten grondslag.
2. Gedaagde voert als verweer het volgende aan.
Ik heb geen intest, maar slechts informatie aangevraagd, daarom heb ik ook naar aanleiding van het telefoongesprek op 11 september 2003 geen schriftelijke afzegging toegestuurd. Eiseres heeft voor verschuldigdheid van de kosten van de intest gewezen op de algemene voorwaarden, maar die zijn niet beschikbaar.
Beoordeling van het geschil
3. Indien, zoals eiseres stelt en gedaagde betwist, door het invullen op internet van het formulier op 8 september 2003 een overeenkomst tussen partijen is gesloten geldt het volgende. Deze overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten als bedoeld in art. 7:46a aanhef en onder c BW.
4. Ingevolge artikel 7:46i lid 1 en lid 6 jo 7:46d lid 1 BW heeft de koper gedurende zeven werkdagen na het sluiten van een dergelijke overeenkomst het recht deze zonder opgave van redenen te ontbinden.
5. Vast staat dat gedaagde op 11 september 2003 telefonisch contact met eiseres heeft opgenomen met de bedoeling de afspraak af te zeggen. Aldus heeft gedaagde tijdig gebruik gemaakt van de hem bij dwingende wetsbepaling gegeven mogelijkheid de overeenkomst te ontbinden. Het stond eiseres niet vrij deze ontbinding niet te accepteren.
6. Aangezien de overeenkomst is ontbonden, kan eiseres geen nakoming van die overeenkomst vorderen. De hoofdvordering wordt afgewezen en voor het toekennen van schadevergoeding in de vorm van rente en kosten is onder deze omstandigheden evenmin grond.
7. Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding. Gedaagde heeft echter geen kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van gedaagde bepaald op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2005, in aanwezigheid van de griffier.