ECLI:NL:RBDOR:2005:AT6250

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
9 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
58158 HAZA 05-2095
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag in het kader van de Wet op het Consumentenkrediet

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 9 maart 2005 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de Coöperatieve Rabobank Sliedrecht-Graafstroom U.A. als eiseres en twee gedaagden, die niet verschenen zijn. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 11.389,92, vermeerderd met wettelijke rente, op grond van de Wet op het Consumentenkrediet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden verstek hebben laten verlenen en heeft de vordering van eiseres beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de buitengerechtelijke kosten niet onder de toegestane vorm van kredietvergoeding vallen, zoals bedoeld in artikel 34 van de Wet op het Consumentenkrediet. De gevorderde incassokosten en de daarover gevorderde BTW zijn dan ook afgewezen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de overige vordering van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond is, en heeft deze toegewezen, met inachtneming van de wettelijke beperkingen die aan de rente zijn verbonden. De gedaagden zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, met de voorwaarde dat de uitvoerbaarheid bij voorraad afhankelijk is van het bieden van voldoende zekerheid door eiseres in geval van verzet door gedaagden. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagden gesteld. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is een belangrijke uitspraak in het kader van de toepassing van de Wet op het Consumentenkrediet.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector Civiel Recht
Vonnis van de enkelvoudige kamer
in de zaak van
de coöperatie
Coöperatieve Rabobank Sliedrecht-Graafstroom U.A.,
gevestigd te Sliedrecht,
eiseres,
procureur: mr. M.E. van Houwelingen-Visser,
tegen
[gedaagde 1]
en
[gedaagde 2],
beiden wonende te Sliedrecht,
gedaagden,
niet verschenen.
Het procesverloop
1. De rechtbank heeft kennis genomen van het volgende processtuk:
? dagvaarding van 25 januari 2005 met producties.
2. Tegen de gedaagden is verstek verleend.
De beoordeling van het geschil
3. Eiseres stelt dat de buitengerechtelijke kosten vallen onder de definitie van de in artikel 34 onder b. van de Wet op het Consumentenkrediet bedoelde toegestane vorm van kredietvergoeding. De onder b. van voormeld artikel bedoelde vergoeding betreft echter de vertragingsrente. Ingevolge het bepaalde bij artikel 33 jo. 34 van de Wet op het Consumentenkrediet is het eiseres niet toegestaan incassokosten in rekening te brengen. De door eiseres gevorderde incassokosten en de daarover gevorderde BTW zullen derhalve worden afgewezen.
4. Voor het overige komt de vordering van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze zal worden toegewezen. Op grond van het bepaalde bij artikel 35 en 36 van de Wet op het Consumentenkrediet zal de gevorderde rente echter aan na te melden beperking worden verbonden.
5. Als de in het ongelijk gestelde partij zal gedaagde worden veroordeeld in de proceskosten.
6. Op de voet van de artikelen 233 Rv. en 616 lid 3 Rv. zal aan de gevraagde tenuitvoerlegging bij voorraad een voorwaarde worden verbonden.
De beslissing
De rechtbank:
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan eiseres van een bedrag van € 11.389,92 (elfduizend driehonderd negenentachtig euro en tweeënnegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente, voor zover dit percentage het ingevolge de Wet op het Consumentenkrediet maximale toegestane percentage niet te boven gaat, over €11.341,39 vanaf 25 november 2004 tot de voldoening;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres bepaald op € 452,-- aan salaris van de procureur en € 377,78 aan verschotten, waarvan
€ 294,-- aan griffierecht;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, mits eiseres, indien de gedaagde een rechtsmiddel aanwendt, binnen acht dagen daarna voldoende zekerheid aanbiedt, en de gedaagde deze binnen acht dagen na het aanbod niet betwist;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.T.J.F. Verhappen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 maart 2005.
Mededeling
Als bij dit vonnis een vordering tegen u is toegewezen kunt u bij de rechtbank in verzet komen. Het verzet moet namens u door een advocaat worden ingesteld. Er geldt slechts een korte termijn. Als u in verzet wilt komen, dient u zich dus zo spoedig mogelijk tot een advocaat te wenden. Voor advies en informatie, onder andere over de kosten van de procedure, kunt u zich wenden tot een Juridisch Loket.
In Dordrecht is dit loket gevestigd aan de Burgemeester de Raadtsingel 73 (tegenover het NS-station), telefoon-nummer 0900-8020.