ECLI:NL:RBDOR:2005:AU3286
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. Moolenburgh-Pelser
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Dordrecht op 14 september 2005 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van een minderjarige. Het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing werd ingediend door Bureau Jeugdzorg, ter effectuering van een indicatiebesluit. Tijdens het minderjarigenverhoor is de minderjarige gehoord en zijn er verschillende processtukken ingediend, waaronder een verslag van een netwerkonderzoek door Horizon pleegzorg. De moeder van de minderjarige heeft aangegeven de noodzaak van de uithuisplaatsing te begrijpen, maar er zijn ook bezwaren geuit tegen de huidige plaatsing bij de familie waar de minderjarige verblijft.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen contactherstel tussen de moeder en de minderjarige te verwachten is binnen afzienbare tijd. Daarom is besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen, omdat dit noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De machtiging is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 20 april 2006. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld.
De kinderrechter heeft in zijn overwegingen ook aandacht besteed aan de rol van de gezinsvoogd en de betrokkenheid van de moeder. Er zijn zorgen geuit over de samenwerking tussen de moeder en de huidige pleegouders, en de kinderrechter heeft benadrukt dat het belang van de minderjarige voorop staat. De beschikking biedt de mogelijkheid voor de moeder om bezwaar aan te tekenen tegen de plaatsing, en er is een procedure voor hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De kinderrechter heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld, rekening houdend met alle belangen van de betrokken partijen.