ECLI:NL:RBDOR:2005:AU5962
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.Th. Snelders
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en bedrijfseconomische redenen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht op 3 november 2005, stond de vraag centraal of het ontslag van eiser door gedaagde, Musicare II B.V., kennelijk onredelijk was. Eiser, die sinds 1974 in dienst was als verkoper, werd op 30 december 2004 ontslagen op basis van bedrijfseconomische redenen. Eiser vorderde een verklaring voor recht dat het ontslag kennelijk onredelijk was en eiste een schadevergoeding van € 249.318,-. Hij stelde dat gedaagde de exploitatie van de vestiging in Sliedrecht niet had gestaakt, wat volgens hem een valse reden voor ontslag betekende. Gedaagde voerde aan dat de financiële situatie van het bedrijf ernstig was en dat er geen ruimte was voor een ontslagvergoeding. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de bedrijfseconomische noodzaak van het ontslag. De rechter concludeerde dat het CWI terecht toestemming had verleend voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, gezien de omzetdaling en het verlies in de voorgaande jaren. Eiser's argumenten over de gevolgen van het ontslag werden niet overtuigend genoeg bevonden in vergelijking met de belangen van gedaagde. Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van eiser af en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Eiser werd bovendien veroordeeld in de proceskosten.