ECLI:NL:RBDOR:2005:AU5963
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.Th. Snelders
- Rechtspraak.nl
Uitleg sociaal plan en berekening afvloeiingsvergoeding bij eerdere dienstverbanden
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht op 3 november 2005, staat de uitleg van een sociaal plan centraal, specifiek de vraag of dienstjaren uit eerdere dienstverbanden meetellen bij de berekening van de afvloeiingsvergoeding. Eiser, die in 1990 in dienst trad bij gedaagde, Baggermaatschappij Boskalis B.V., heeft zijn arbeidsovereenkomst in 2000 opgezegd, maar is later opnieuw in dienst getreden. Eiser vordert een vergoeding van € 36.445,50, waarbij hij stelt dat zijn eerdere dienstjaren ook meegeteld moeten worden. Gedaagde betwist dit en stelt dat alleen de dienstjaren van het laatste dienstverband relevant zijn voor de berekening van de vergoeding, verwijzend naar het sociaal plan dat deze definitie hanteert.
De kantonrechter oordeelt dat de uitleg van het begrip 'dienstjaren' in het sociaal plan bepalend is. Het sociaal plan definieert 'dienstjaren' als de duur van het dienstverband van de werknemer, te bepalen op de boventalligheidsdatum. De rechter concludeert dat, gezien de omstandigheden waaronder eiser zijn eerste dienstverband heeft beëindigd, de rechten die hij in die periode heeft opgebouwd, zijn komen te vervallen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser af, omdat de eerdere dienstjaren niet meetellen voor de berekening van de beëindigingsvergoeding. Eiser wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke definities in sociale plannen en hoe deze van invloed zijn op de rechten van werknemers bij beëindiging van hun dienstverband. De rechter bevestigt dat de uitleg van de bepalingen in het sociaal plan, in samenhang met de feiten van de zaak, leidend is voor de beslissing.