ECLI:NL:RBDOR:2005:AU6635
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.G.J. de Heij
- Rechtspraak.nl
Rangregeling en bezwaren tegen uitkering aan hypotheekhouder in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 23 november 2005 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de ontvanger van de belastingdienst en Axa Leven N.V. De zaak betreft een rangregeling waarbij de ontvanger bezwaar maakte tegen de uitkering die aan Axa was gedaan op basis van een hypotheekakte. De ontvanger stelde dat Axa te veel had ontvangen, omdat de hypotheekakte een beperking bevatte tot de verschuldigde rente over de jaren 2001 tot en met 2003 en een maximum bedrag van € 450.000,- vermeerderd met 40% voor de totale schuld. Axa daarentegen beriep zich op haar algemene hypotheekvoorwaarden, waarin werd gesteld dat de schuld ondeelbaar was en dat de gehele schuld na elke rentetermijn opnieuw verschuldigd werd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaren van de ontvanger in het kader van de rangregeling niet aan de orde konden komen, omdat deze regeling enkel gericht is op de verdeling van het resterende bedrag. De rechtbank oordeelde dat het aan Axa uitgekeerde bedrag een gegeven was en dat de ontvanger geen recht had op terugbetaling van het teveel uitgekeerde bedrag. De rechtbank heeft bepaald dat het resterende bedrag van € 51.888,50 volledig aan de ontvanger toekomt en heeft de ontvanger veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de beperkingen van de rangregeling en de rol van de hypotheekhouder in het proces. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de goedkeuring van de voorzieningenrechter voor de opgave van Axa niet noodzakelijk was in het kader van de rangregeling, hoewel dit mogelijk aansprakelijkheid voor Axa en de notaris met zich mee kan brengen. De ontvanger werd als in het ongelijk gestelde partij aangemerkt en veroordeeld in de kosten van het geding.