RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer: 11/500270-05
Zittingsdatum : 22 december 2005
Uitspraak : 5 januari 2006
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in de P.I. Zuid-West, locatie Dordtse Poorten, te Dordrecht.
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven en zoals deze op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting is gewijzigd. Kopieën van de dagvaarding en de vordering wijziging tenlastelegging zijn als bijlagen 1 en 1A aan dit vonnis gehecht en maken hiervan deel uit.
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft -alle ten laste gelegde feiten bewezen achtend (in de primaire variant)- gevorderd overeenkomstig de als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte vordering ter terechtzitting.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft een bewijsverweer en een strafmaatverweer gevoerd.
3.3 De vorderingen van de benadeelde partijen
De volgende benadeelde partijen hebben zich -al dan niet door middel van hun wettelijk vertegenwoordiger- schriftelijk in het geding gevoegd ter zake van schadevergoeding voor de hierna te noemen bedragen:
- [slachtoffer 1] (feit 1) EUR 4.192,--
- [slachtoffer 3] (feit 3) EUR 6.260,52
- [slachtoffer 6] (feit 6) EUR 6.065,--.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3], en wel tot een bedrag van EUR 6.161,80, en tot integrale toewijzing van de vorderingen van de overige benadeelde partijen.
Door of namens de verdachte zijn de vorderingen niet betwist.
4.1 De vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte 2. ten laste is gelegd, omdat het wettig bewijs ontbreekt dat de in de tenlastelegging omschreven ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden.
Voorts acht de rechtbank niet bewezen wat aan de verdachte onder 5. primair ten laste is gelegd, omdat het wettig bewijs ontbreekt dat verdachte de in de tenlastelegging omschreven feitelijke handelingen heeft verricht ter uitvoering van het voornemen om het slachtoffer te verkrachten.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van die feiten.
4.2 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
1. (primair) (zaak 1)
hij op of omstreeks 02 februari 2005 te Dordrecht
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1],
hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de ontblote vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of
- de ontblote vagina van die [slachtoffer 1] betast en/of
- de ontblote borsten van die [slachtoffer 1] betast en/of
- de ontblote billen van die [slachtoffer 1] betast en/of in de ontblote billen van die [slachtoffer 1] geknepen en/of de ontblote billen van die [slachtoffer 1] uit elkaar geduwd en/of
- penetrerende bewegingen gemaakt, terwijl hij, verdachte, met zijn, verdachtes, lichaam op de rug van die [slachtoffer 1] lag
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer 1] heeft opgewacht en/of
- seksueel getinte opmerkingen tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen, te weten: "Hé schatje stop eens even.", althans woorden van soortgelijke seksuele aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] achterna is gefietst en/of
- die [slachtoffer 1] met zijn, verdachtes, fiets de weg heeft afgesneden en/of
- die [slachtoffer 1] onverhoeds heeft benaderd en/of
- op een dreigende toon tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat ze haar kop moest houden en/of dat hij haar alleen maar kwam beroven en/of dat dat ze mee moest lopen en/of "Loop nou godverdomme mee." en/of "En nou loop je mee." en/of "Ik heb het gevoel dat je dood wilt, anders steek ik je nu dood met mijn mes." en/of "Ga maar lekker huilen." en/of dat ze moest draaien met haar fiets en/of dat ze haar fiets neer moest gooien en/of "Laat je tassen vallen, nu." en/of "Blijf stil staan." en/of dat ze rustig moest doen en niet meer moest gillen anders zou hij, verdachte, in haar mooie gezichtje snijden en/of haar keel doorsnijden en/of "Blijf maar even liggen, ik doe je geen pijn, ik wil alleen even mijn pik in je kut, waar zijn je condooms?" en/of "Godverdomme als je niet zegt waar zij zijn, dan krijg je aids of hiv." en/of "Volgens mij ben je een hoertje." en/of "Ga bij het schuurtje staan, hier blijven staan, anders vermoord ik je alsnog", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de arm(en) van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of in de arm(en) van die [slachtoffer 1] heeft geknepen en/of
- de nek van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of in de nek van die [slachtoffer 1] heeft geknepen en/of
- die [slachtoffer 1] tegen haar nek in de richting van de grond heeft geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] aan haar nek omhoog heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer 1] naar en/of tegen een schuurtje heeft geduwd en/of
- heeft geprobeerd de broek van die [slachtoffer 1] los te maken en/of
- zijn, verdachtes, hand voor de mond van die [slachtoffer 1] heeft gedaan en/of
- die [slachtoffer 1] tegen haar mond heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] bij haar middel heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- die [slachtoffer 1] aan haar armen op de grond heeft geduwd en/of
- een voorwerp langs de keel en/of nek van die [slachtoffer 1] heeft gehaald en/of
- op de rug en/of onderbenen, in elk geval op het lichaam van die [slachtoffer 1] is gaan zitten en/of liggen, terwijl die [slachtoffer 1] op haar buik lag en/of
- tegen de rug van die [slachtoffer 1] heeft geduwd, zodat die [slachtoffer 1] niet op kon staan en/of
- die [slachtoffer 1] op haar buik heeft gedraaid en/of
- de broek en/of de onderbroek van die [slachtoffer 1] naar beneden heeft getrokken en/of
- de jas en/of het shirt en/of de beha van die [slachtoffer 1] omhoog heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer 1] tegen haar achterhoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] aan haar arm(en) omhoog heeft getrokken en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2. (subsidiair) (zaak 2)
hij op of omstreeks 05 april 2005 te Dordrecht
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), met dat oogmerk
- die [slachtoffer 2] achterna is gefietst en/of
- seksueel getinte opmerkingen tegen die [slachtoffer 2] heeft geroepen, te weten: "He je bent een lekker meisje, ga je mee daar naartoe?" en/of "Je bent een lekker ding.", althans woorden van soortgelijke seksuele aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] onverhoeds heeft benaderd en/of
- de pols van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. (zaak 3)
hij op of omstreeks 30 juni 2004 te Zwijndrecht
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3],
hebbende verdachte
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gebracht en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] heen en weer bewogen en/of
- met zijn hand(en) de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 3] betast en/of gevoeld
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer 3] is gevolgd tot in de kelder(berging) van een flat en/of
- de armen van die [slachtoffer 3] heeft beetgepakt en/of vastgehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd: "Ik ga je steken als je niet stil bent!" of woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 3] in een kelderbox heeft geduwd en/of
- bij die [slachtoffer 3] een schoen en/of een sok en/of andere kledingstukken heeft uitgetrokken en/of
- een sok in de mond van die [slachtoffer 3] heeft gestopt en/of
- de handen van die [slachtoffer 3] (op de rug) met een touw althans een dergelijk bindmiddel heeft vastgebonden
en/of (aldus) voor die [slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
4. (zaak 4)
hij op of omstreeks 16 november 2004 te Sliedrecht en/of te Papendrecht
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4],
hebbende verdachte
- die [slachtoffer 4] op haar buik op de grond gelegd en is hij, verdachte, vervolgens op die [slachtoffer 4] gaan liggen en/of
- 'rijdende' althans heen en weer gaande bewegingen met zijn, verdachtes, geslachtsdeel gemaakt tegen de billen van die [slachtoffer 4] en/of
- een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 4] gebracht en/of gehouden en/of met die vinger(s) heen en weer gaande bewegingen gemaakt in de vagina van die [slachtoffer 4] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer 4] (terwijl zij aan het skeeleren was) op de fiets heeft achtervolgd en/of
- die [slachtoffer 4] bij de arm heeft gepakt en/of in de berm heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer 4] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft getoond en/of een scherp of puntig voorwerp tegen de hals en/of het lichaam van die [slachtoffer 4] heeft gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat zij moest meewerken en dat hij, verdachte, haar anders zou steken en/of "dit moet je me niet nog een keer flikken, want dan steek ik je echt helemaal dood" althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 4] met een of meer handen heeft beetgepakt en/of die [slachtoffer 4] op de grond heeft geduwd en/of
- met zijn (volle) gewicht op die [slachtoffer 4] is gaan liggen
en/of (aldus) voor die [slachtoffer 4] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
5. (subsidiair) (zaak 5)
hij op of omstreeks 31 augustus 2004 te Papendrecht,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 5] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
- die [slachtoffer 5] enige tijd (op de fiets) is gevolgd en/of
- bij die [slachtoffer 5] in een lift van een flat is gaan staan en/of
- de lift (met behulp van het bedieningspaneel) tot stilstand heeft gebracht en/of
- heeft getracht die [slachtoffer 5] vast te pakken en/of bij de borsten te pakken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6. (zaak 6)
hij op of omstreeks 12 november 2004 te Dordrecht
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 6],
hebbende verdachte
- met zijn hand of handen aan de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 6] gevoeld en/of de vagina en/of de borsten van die [slachtoffer 6] gestreeld en/of
- een/of meermalen zijn geslachtsdeel in de vagina van die [slachtoffer 6] gebracht en/of geduwd en/of gehouden
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer 6] enige tijd (op de fiets) is gevolgd en/of
- die [slachtoffer 6] van de fiets heeft (af)geduwd en/of
- die [slachtoffer 6] heeft beetgepakt en/of met kracht de bosjes heeft ingetrokken en/of
- tegen die [slachtoffer 6] heeft gezegd: "Meekomen anders steek ik je neer", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 6] op de grond heeft geduwd, althans gelegd en/of een jas over het hoofd van die [slachtoffer 6] heeft gelegd en/of
- die [slachtoffer 6] op haar buik heeft gelegd/gedraaid en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp tegen de rug van die [slachtoffer 6] heeft geduwd, althans gehouden
en/of (aldus) voor die [slachtoffer 6] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
7. (zaken 7, 8, 9, 10, 11 en 12)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 5 april 2005 te Dordrecht en/of te Zwijndrecht, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) telkens een vrouw (onder meer [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12]) te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
- die vrouw(en) is gevolgd en/of
- die vrouw(en) heeft vastgepakt en/of
- die vrouw(en) in (de richting van) bossages heeft getrokken en/of
- met zijn handen in de richting van de borst(en) en/of het geslachtsde(e)l(en) van die vrouw(en) is gegaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.3 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Het bewezenverklaarde levert op:
1. (primair) + 3. + 4. telkens:
VERKRACHTING;
2. (subsidiair) + 5. (subsidiair) telkens:
POGING TOT FEITELIJKE AANRANDING VAN DE EERBAARHEID;
6.
VERKRACHTING, MEERMALEN GEPLEEGD;
7.
POGING TOT FEITELIJKE AANRANDING VAN DE EERBAARHEID, MEERMALEN GEPLEEGD.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Door A.G.S. de Ranitz, psychiater (in overleg met P.K.J. Ronhaar, psychiater) en I. Schilperoord, psycholoog, is, in samenwerking met de overige leden van het onderzoekend team, verbonden aan de Psychiatrische Observatiekliniek "Pieter Baan Centrum" te Utrecht, omtrent verdachte een rapport uitgebracht.
Uit dit rapport, gedateerd 29 november 2005, komt onder meer -zakelijk weergegeven- het navolgende naar voren:
Wij zijn van mening dat onderzochte ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten weliswaar de ongeoorloofdheid hiervan heeft kunnen inzien, doch in mindere mate dan de gemiddeld normale mens in staat is geweest zijn wil in vrijheid -overeenkomstig een dergelijk besef- te bepalen.
Onderzochte was ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten lijdende aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, dat deze feiten -indien bewezen- hem slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
6.2 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verenigt zich met de conclusie van voormeld rapport op grond van de onderbouwing ervan. Zij is van oordeel dat op grond van het strafdossier, het verhandelde ter terechtzitting en het rapport van voornoemde deskundige, voldoende is komen vast te staan dat de ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Nu ook overigens uit het onderzoek ter terechtzitting geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten, is verdachte strafbaar voor de door hem gepleegde strafbare feiten.
7. De redenen, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen bepaald op grond van de ernst van en de omstandigheden waaronder begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
In dat verband merkt de rechtbank allereerst het volgende op.
In de loop van 2004 en het begin van 2005 vond in Zwijndrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Dordrecht een aantal gewelddadige verkrachtingen van jonge vrouwen plaats. Ook werden diverse jonge vrouwen aangerand, dan wel werd geprobeerd hen aan te randen. Deze zedenmisdrijven veroorzaakten grote onrust en angst onder vooral de vrouwelijke bevolking. Omdat de verkrachtingen en aanrandingen het werk leken te zijn van één persoon en ondanks uitgebreid politieonderzoek de verdachte onvindbaar leek, doemde al gauw het beeld op van een ongrijpbare serieverkrachter die kennelijk maar zijn gang kon gaan.
Dankzij de oplettendheid van het jongste slachtoffer kon een nauwkeurig signalement van de verdachte worden opgemaakt. Dit leidde uiteindelijk tot aanhouding van de verdachte. Aanvankelijk nam verdachte een ontkennende houding aan, maar nadat hij was geconfronteerd met het inmiddels verkregen bewijsmateriaal gaf hij openheid van zaken. Uiteindelijk bleken er vier jonge vrouwen door deze verdachte te zijn verkracht. Bovendien bleek dat verdachte bij acht vrouwen had getracht hen aan te randen.
Wat betreft de op te leggen straf en maatregel merkt de rechtbank in het bijzonder het volgende op.
Uit de feiten die uit het uitgebreide politieonderzoek en de verklaringen van de zonder uitzondering jonge vrouwelijke slachtoffers naar voren zijn gekomen blijkt dat vooral de verkrachtingen gepaard gingen met zowel verbaal als fysiek uitermate agressief en dreigend optreden van verdachte. Slachtoffers werden in meerdere gevallen met de dood bedreigd als zij niet zouden meewerken. Verdachte gebruikte buitensporig veel geweld om zijn slachtoffers te intimideren en hun weerstand te breken. Hij bekommerde zich in het geheel niet om de slachtoffers en beschouwde hen als een ding waarop hij zijn lusten kon botvieren. Hij liet hen hulpeloos en totaal ontredderd achter op de plaats delict.
Zo heeft verdachte in juni 2004 een jonge vrouw verkracht in de kelderbox van haar flatwoning in Zwijndrecht. Verdachte heeft de handen van het slachtoffer op haar rug gebonden en haar eigen sok in haar mond gestopt om eventueel gegil te verhullen. Verdachte dreigde het slachtoffer te steken wanneer zij niet stil zou zijn. Na de verkrachting heeft hij het slachtoffer ontdaan en hulpeloos achtergelaten in de kelderbox.
In november 2004 vergreep verdachte zich tweemaal aan een jonge vrouw. Eerst werd een 16-jarig meisje door verdachte opgewacht en door hem de bosjes ingetrokken, waarna hij haar tot twee keer toe verkrachtte. Slechts enkele dagen later werd een langs de rijksweg A15 skeelerende jonge vrouw door verdachte tot stoppen gedwongen en door hem de bosjes ingetrokken. Vervolgens is verdachte met zijn vingers in de vagina van het slachtoffer gegaan. In beide gevallen werden de slachtoffers bedreigd met een scherp of puntig voorwerp. Volgens verdachte ging het om een bouwpotlood, maar bij de slachtoffers bestond sterk de indruk dat het om een mes ging. Deze indruk werd nog eens versterkt doordat verdachte hen dreigde neer te steken of dood te steken. Na zijn daad verliet verdachte snel de plaats van het misdrijf en liet hij de slachtoffers ontredderd achter.
De laatste verkrachting in deze reeks vond plaats in februari 2005. Hier was het slachtoffer een slechts 14-jarig meisje, dat op weg naar school geconfronteerd werd met de ontembare lustgevoelens van deze verdachte. Het slachtoffer werd op haar fiets klemgereden door de verdachte en was genoodzaakt af te stappen. Hoewel het meisje hevig gilde en tegenstribbelde kon zij niet voorkomen dat zij door verdachte werd meegesleurd naar een schuurtje, dat zich op enige afstand van de weg bevond. Daar heeft verdachte het meisje met geweld en bedreiging met geweld gedwongen ontuchtige handelingen te ondergaan, zoals onder meer het betasten van haar billen en borsten. Bovendien heeft verdachte zijn vinger in haar vagina geduwd en deze heen en weer bewogen. Ook hier maakte verdachte, althans volgens eigen zeggen, gebruik van zijn bouwpotlood. Bij het slachtoffer bestond echter de overtuiging dat het om een mes ging, temeer daar verdachte haar dreigde "haar keel door te snijden". Verdachte deinde er evenmin voor terug het slachtoffer tegen het hoofd te stompen toen zij verzet bood.
Het behoeft geen betoog dat de door verdachte begane feiten, in het bijzonder de verkrachtingen, een buitengewoon traumatische ervaring moet zijn geweest voor de slachtoffers. Verdachte heeft op grove wijze de lichamelijke en psychische integriteit van al deze jonge vrouwen geschonden. Hij heeft hun gevoel van op een normale manier in het maatschappelijk verkeer te kunnen functioneren ernstig geweld aangedaan nu zij werden verkracht dan wel werden aangerand in hun woonomgeving, dan wel in de omgeving waarin zij sporten en hun maatschappelijke contacten hebben.
De ervaring heeft geleerd dat vooral slachtoffers van verkrachting zeer lange tijd te kampen hebben met gevoelens van verdriet, onmacht, woede, frustratie, depressie, angst, onveiligheid, prikkelbaarheid en wantrouwen. Het gevoel voor eigen waarde is vaak tot bijna nul gereduceerd, omdat men met geweld en onder bedreiging is gebruikt als een voorwerp waarop een willekeurige ander zijn lustgevoelens heeft botgevierd. Het duurt doorgaans erg lang voordat zij weer enigszins normaal en zorgeloos kunnen functioneren. Langdurige professionele begeleiding is vaak nodig en voor de slachtoffers die dit ondergaan kan dit een worsteling met zichzelf en de omgeving betekenen om het opgelopen trauma op enig moment achter zich te kunnen laten. Dat de onmiddellijke omgeving van slachtoffers, zoals familieleden en partners, ook te lijden hebben onder wat verdachte degene die hen lief en dierbaar is heeft aangedaan, mag evenmin niet worden onderschat. Ook dat leed heeft verdachte op zijn geweten.
Een en ander werd ter terechtzitting op niet mis te verstane wijze verwoord door het het jonge slachtoffer dat in februari 2005 door verdachte werd verkracht. Op indrukwekkende wijze heeft het thans 15-jarige meisje onder woorden gebracht wat de verkrachting voor haar betekende en nog steeds betekent. Nog dagelijks ondervindt zij de nadelige gevolgen van deze verkrachting. Normaal blij en onbekommerd als jong meisje functioneren is er voor haar op dit moment niet meer bij.
Ook uit de schriftelijke slachtofferverklaringen van andere slachtoffers in het onderhavige strafdossier heeft de rechtbank kunnen opmaken dat ook zij nog steeds last ondervinden van de door hen ervaren nachtmerrie.
Dit soort feiten roept bovendien in de samenleving ernstige gevoelens van angst, afschuw en onveiligheid op en dient dan ook fors te worden bestraft.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het rapport van voornoemde deskundigen, alsmede het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 11 april 2005, waaruit blijkt dat verdachte nog niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. Zoals overwogen is verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te achten voor de door hem begane feiten. Opvallend is in dat verband dat verdachte op geen enkele wijze blijk geeft van enig inzicht in de beweegredenen van zijn handelen. Ook de observatie in het Pieter Baan Centrum heeft dat inzicht niet kunnen verschaffen.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de vele slachtoffers die verdachte heeft gemaakt, de traumatische ervaringen die zij hebben doorstaan en thans nog doorstaan en de grote maatschappelijke onrust en angst die gedurende langere tijd door verdachtes optreden is veroorzaakt, de door de officier van justitie gevorderde straf geen recht doet aan de hoeveelheid en ernst van de door verdachte begane feiten en de omstandigheden waaronder die feiten zijn begaan. Zij zal verdachte dan ook tot een zwaardere straf veroordelen.
Voornoemde deskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben zich tevens uitgelaten over de afdoening van deze zaak. Uit het rapport van deze deskundigen komt onder meer -zakelijk weergegeven- het navolgende naar voren:
"Bij betrokkene is sprake van een dysthyme stemmingsstoornis, dit is een chronisch sombere stemming en een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en ontwijkende trekken. Agressie en seksualiteit worden krampachtig weggehouden, waardoor zij ook nauwelijks bespreekbaar zijn. De agressieregulatie is door het niet er- en herkennen van agressie slecht. De gewetensfunctie is streng en leidt tot veel (zelf)kritiek en spanning zonder betrokkene voor misstappen te behoeden. Dit komt doordat betrokkene weinig coping- en compensatiemechanismen heeft ontwikkeld: wanneer hij zijn boosheid op zichzelf richt wordt hij toenemend somber, in conflict met anderen worden zijn dwangmatige trekken sterker. Hij heeft de neiging om op obsessieve wijze te proberen zijn eigen handelen en denken te beïnvloeden.
Tijdens het onderzoek is het onderzoekend team overtuigd geraakt van de ernst van betrokkene's stoornis en de beperkingen die hij vanuit deze stoornis heeft in zijn keuzevrijheid ten aanzien van de ten laste gelegde feiten. Gezien betrokkene's ernstige tekortkomingen op het gebied van coping en zelfbeheersing en zijn gebrek aan inzicht in en herkenning van probleemgedrag en -situaties achten wij de kans op herhaling van seksueel agressieve delicten groot.
Wij adviseren aan betrokkene terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen."
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege dient te worden opgelegd, mede in aanmerking genomen dat
- bij verdachte tijdens het begaan van de bewezen verklaarde feiten een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond;
- de bewezen verklaarde feiten misdrijven betreffen als omschreven in artikel 37a, eerste lid aanhef sub 1° van het Wetboek van Strafrecht;
- de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel met verpleging eist.
De rechtbank zal in haar beslissing met klem adviseren het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dient aan te vangen niet eerder te stellen dan op het moment waarop de veroordeelde 2/3 deel van de opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan..
7.2 De vorderingen van de benadeelde partijen
De benadeelde partij [slachtoffer 1] is ontvankelijk is haar vordering, nu aan verdachte een straf of maatregel wordt opgelegd en aan haar rechtstreekse schade is toegebracht door het onder 1. bewezen verklaarde feit.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toegebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij integraal toewijzen, nu deze niet onrechtmatig en ongegrond voorkomt en niet door de verdachte wordt betwist.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] is ontvankelijk is haar vordering, nu aan verdachte een straf of maatregel wordt opgelegd en aan haar rechtstreekse schade is toegebracht door het onder 3. bewezen verklaarde feit.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toegebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij toewijzen tot een bedrag van
EUR 6.161,80, nu de vordering voor dit gedeelte niet onrechtmatig en ongegrond voorkomt en in zoverre niet door de verdachte wordt betwist. De rechtbank zal het resterende gedeelte van de vordering, te weten een bedrag van EUR 98,72, afwijzen, nu daarvan een onderbouwing ontbreekt.
De benadeelde partij [slachtoffer 6] is ontvankelijk is haar vordering, nu aan verdachte een straf of maatregel wordt opgelegd en aan haar rechtstreekse schade is toegebracht door het onder 6. bewezen verklaarde feit.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toegebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij integraal toewijzen, nu deze niet onrechtmatig en ongegrond voorkomt en niet door de verdachte wordt betwist.
Naast toewijzing van de civiele vorderingen zal de rechtbank telkens als extra waarborg voor de schadevergoeding tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
8. De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde straf en maatregelen zijn gegrond op de volgende wettelijke voorschriften:
artikelen 24c, 36f, 37a, 37b, 45, 57, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte 2. en 5. primair ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte heeft begaan, zoals vermeld onder van dit vonnis;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezenverklaarde oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens tot:
een GEVANGENISSTRAF voor de duur van NEGEN JAREN;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
* GELAST DAT DE VERDACHTE TER BESCHIKKING WORDT GESTELD;
* BEVEELT DAT DE TER BESCHIKKING GESTELDE VAN OVERHEIDSWEGE WORDT VERPLEEGD;
adviseert met klem dat niet eerder met de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden aangevangen dan nadat veroordeelde 2/3 deel van opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan;
veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan [slachtoffer 1], een bedrag van EUR 4.192,-- (vierduizendéénhonderdtweeënnegentig euro), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van EUR 4.192,-- (vierduizendéénhonderdtweeënnegentig euro) ten behoeve van [slachtoffer 1];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 83 dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan [slachtoffer 3], een bedrag van EUR 6.161,80 (zesduizendéénhonderdéénenzestig euro en tachtig cent), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
wijst af het meer of anders gevorderde;
legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van EUR 6.161,80 (zesduizendéénhonderdéénenzestig euro en tachtig cent) ten behoeve van [slachtoffer 3];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 123 dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan [slachtoffer 6], een bedrag van EUR 6.065,-- (zesduizendvijfenzestig euro), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van EUR 6.065,-- (zesduizendvijfenzestig euro) ten behoeve van [slachtoffer 6];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 121 dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter,
mr. P.L. van Dijke en mr.drs. Th.E.M. Wijte, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 januari 2006.
(Wegens afwezigheid zijn mr.drs. Th.E.M. Wijte en D.J. Boogert buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen)