ECLI:NL:RBDOR:2006:AY8335
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onzekerheid over contractspartij bij huurovereenkomsten tussen TTL Equipment Management B.V. en drie gedaagden
In deze zaak heeft eiseres, TTL Equipment Management B.V., drie ondernemingen gedagvaard omdat zij niet duidelijk kon maken met wie van hen zij een contract had gesloten. De kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht heeft op 14 september 2006 uitspraak gedaan in deze kwestie. TTL vorderde een bedrag van € 2.751,67 met rente en kosten van de gedaagden, die bestonden uit Van Papendrecht-Kwint, Kwint Business Service Limited en KBS B.V. De rechter oordeelde dat het niet de taak van de kantonrechter was om uit te zoeken wie de contractpartij was; dit was aan TTL zelf om te onderzoeken. TTL had onvoldoende bewijs geleverd dat zij met een van de gedaagden een overeenkomst had gesloten.
De procedure begon met een dagvaarding op 1 mei 2006, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord en repliek van de gedaagden. TTL had in het verleden een handelsrelatie met Van Papendrecht-Kwint en had huurcontracten gesloten, maar de rechter concludeerde dat de overeenkomsten niet door Van Papendrecht-Kwint waren gesloten. TTL had ook niet aangetoond dat de andere gedaagden, Kwint Business en KBS, betrokken waren bij de overeenkomsten.
De kantonrechter wees de vorderingen van TTL af en veroordeelde haar in de proceskosten. De rechter benadrukte dat TTL zelf verantwoordelijk was voor het vaststellen van haar contractspartij en dat zij niet kon verwachten dat de rechter dit voor haar zou uitzoeken. De reconventionele vordering van KBS werd ook afgewezen omdat deze niet voldoende was onderbouwd. Het vonnis werd uitgesproken door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.