ECLI:NL:RBDOR:2007:BA5183
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie van voormalig raadsman
In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. A.H. Westendorp, schadevergoeding van zijn voormalig raadsman, gedaagde, wegens wanprestatie. Eiser stelde dat gedaagde zijn toevoeging niet tijdig had ingetrokken, wat leidde tot onterecht gemaakte kosten voor rechtsbijstand. De rechtbank te Rotterdam had eerder een verzoek van eiser behandeld, maar de kosten van rechtsbijstand waren afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. Eiser had de vordering bij de kantonrechter te Dordrecht ingediend, maar de rechter oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn vordering te staven. De kantonrechter merkte op dat eiser niet had aangetoond dat gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen. De enkele omstandigheid dat de toevoeging niet in 1996 was ingetrokken, was niet voldoende om de vordering te onderbouwen. De rechter concludeerde dat de vordering van eiser onvoldoende was onderbouwd en wees deze af. Eiser werd bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde op nihil werden vastgesteld, aangezien gedaagde zelf belang had bij de zaak.