ECLI:NL:RBDOR:2007:BB3873
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank bij vordering tegen Belgische aannemer en onderaannemer uit Puttershoek
In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht is behandeld, gaat het om de bevoegdheid van de rechtbank in een geschil tussen eisers en gedaagden, waarbij de eisers bestaan uit twee natuurlijke personen en twee buitenlandse rechtspersonen, namelijk Groupama Transport S.A. en Generali France S.A. De gedaagden zijn Kampers Scheepsconstructie B.V. en BVBA G.S.P. Projects. De eisers stellen dat er een overeenkomst tot aanneming van werk is gesloten met GSP voor de afbouw van een schip, waarbij Kampers als onderaannemer fungeerde. Eisers beweren dat GSP wanprestatie heeft gepleegd door een mobiele stuurhut te laten vallen, en dat Kampers onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank dient te beoordelen of zij rechtsmacht heeft over de Belgische gedaagde GSP, die aanvoert dat er geen 'nauwe band' bestaat tussen de vorderingen tegen haar en Kampers, zoals vereist door artikel 6 van de EEX-Verordening. De rechtbank oordeelt echter dat zij bevoegd is, omdat de werkzaamheden binnen het arrondissement zijn uitgevoerd, wat haar rechtsmacht verleent op basis van artikel 5 van de EEX-Verordening. De rechtbank verleent GSP uitstel voor de conclusie van antwoord en bepaalt dat er een comparitie van partijen zal plaatsvinden. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot de hoofdzaak. Het vonnis is uitgesproken door mr. A. Eerdhuijzen op 12 september 2007.