RECHTBANK DORDRECHT
Sector Bestuursrecht
procedurenummer: AWB 07/655
uitspraak van de voorzieningenrechter
de Stichting Acis voor Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard,
zetelend te Mijnsheerenland, verzoekster,
gemachtigde: mr. H.J. Brouwer, verbonden aan Vos/Abb consulting te Woerden,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland, verweerder,
gemachtigde: C.L.E. van den Heuvel, gedetacheerd bij verweerder.
Derde-partij: de Vereniging voor Protestants-Christelijk Primair Onderwijs Hoeksche Waard, zetelend te Numansdorp; hierna: PCPO,
gemachtigde: mr. J.A. Keijser, advocaat te Voorburg.
1. Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 20 juni 2007, verzonden 28 juni 2007, heeft verweerder zowel aan verzoekster als aan PCPO de bekostiging van één leslokaal in het tijdelijk lespunt Poortwijk toegekend.
Tegen dit besluit heeft het bestuur van verzoekster bij brief van 6 juli 2007 bezwaar gemaakt bij verweerder.
Bij brief van eveneens 6 juli 2007 heeft het bestuur van verzoekster een verzoek om voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht.
Het verzoek om voorlopige voorziening is op 23 juli 2007 ter zitting behandeld.
Namens verzoekster is haar gemachtigde verschenen, vergezeld van [L] en [J]. Verweerder is verschenen bij zijn gemachtigde, vergezeld van I.M. Schramm. Namens PCPO is haar gemachtigde verschenen, vergezeld van [T], [B] en [M].
2.1.1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, voor zover hier van belang, kan, indien tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Artikel 8:1, eerste lid, van de Awb bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de rechtbank. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.1.2. Als bevoegd gezag in de zin van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO) geldt op grond van artikel 1 van die wet voor een openbare school die in stand wordt gehouden door een stichting als bedoeld in artikel 48 van die wet: de stichting.
Artikel 48, vijfde lid, van de WPO bepaalt dat de stichting alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uitoefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school.
Ingevolge artikel 91, eerste lid, van de WPO (voor zover hier relevant) dragen burgemeester en wethouders ten behoeve van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen zorg voor de voorzieningen in de huisvestiging op het grondgebied van de gemeente overeenkomstig hetgeen die wet daarover bepaalt.
Ingevolge artikel 94, eerste lid, van de WPO dient het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school dat een voorziening in de huisvesting wenst, een aanvraag voor opneming van die voorziening op het programma, bedoeld in artikel 95, in bij burgemeester en wethouders.
Artikel 98 van de WPO bepaalt:
1. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school dat een voorziening in de huisvesting wenst die niet in het programma, bedoeld in artikel 95, is opgenomen, maar die gelet op de voortgang van het onderwijs geen uitstel kan lijden, dient een aanvraag om bekostiging van die voorziening in bij burgemeester en wethouders.
2. De beschikking kan een gedeelte van de gewenste voorziening dan wel een andere voorziening dan gewenst omvatten. Burgemeester en wethouders wijzen de aanvraag af, indien:
a. het besluit over de voorziening kan worden genomen bij de vaststelling van het eerstvolgende programma, of
b. een van de weigeringsgronden, genoemd in artikel 100, eerste lid, onderdelen a tot en met d en f, en tweede lid, van toepassing is.
Artikel 102 van de WPO draagt de gemeenteraad op bij verordening een regeling vast te stellen inzake voorzieningen in de huisvesting.
2.1.3. Met ingang van 3 maart 2006 is de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2006 van de gemeente Oud-Beijerland (hierna: de Verordening) in werking getreden.
Bijlage 1 van deze verordening bevat de criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen. In deel A, "Lesgebouwen", paragraaf 1.3.1, "Uitbreiding met een of meer leslokalen", is het volgende opgenomen:
"De noodzaak voor uitbreiding met een of meer leslokalen blijkt uit:
a. het feit dat er ten minste één groep leerlingen extra boven de capaciteit van het gebouw of de gebouwen als vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, aanwezig is;
b. 1. het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereisten uit bijlage II, aantoont dat gedurende ten minste vijftien jaren voor een voor blijvend gebruik bestemde uitbreiding deze groep(en) leerlingen kan (kunnen) worden verwacht, of
2. het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereisten uit bijlage II, aantoont dat gedurende ten minste vier jaren voor een tijdelijk gebruik bestemde uitbreiding deze groep(en) leerlingen kan (kunnen worden verwacht, of
3. het feit dat de laatste teldatum voor het indienen van de aanvraag aantoont, dat er een of meer groepen leerlingen aanwezig zijn die niet voor maximaal vier jaren binnen het gebouw of de gebouwen kunnen worden gehuisvest, en
c. het afwezig zijn van een beschikbaar (komend) en geschikt of geschikt te maken gebouw alsmede van mogelijkheden om door medegebruik binnen 2000 meter hemelsbreed een passende extra huisvesting voor de school te realiseren, terwijl
d. evenmin tegen redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, de mogelijkheid bestaat door gebruikmaking van een bestaand verschil in oppervlakte tussen de feitelijk aanwezige bruto-oppervlakte en de genormeerde oppervlakte, zoals is vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, geheel of gedeeltelijk inpandig een of meer benodigde leslokalen te maken."
Het bestreden gedeelte van het besluit (hierna: het bestreden besluit) strekt tot toekenning van bekostiging van één leslokaal in het lespunt Poortwijk aan PCPO. De spoedaanvraag van PCPO voor de bekostiging van twee leslokalen in het lespunt Poortwijk ten behoeve van haar school "Sabina van Egmond" is, evenals die van verzoekster, beoordeeld op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en de vaststellingsovereenkomst. Uit de vaststellingsovereenkomst vloeit voort dat de aan PCPO toegekende vergoeding ten goede behoort te komen aan verzoekster, hetgeen op korte termijn in ambtelijk overleg met partijen zal worden gecommuniceerd. De toekenning berust volgens de bijlage bij het besluit op prognoses voor de lange termijn, waaruit volgens verweerder volgt dat "Sabina van Egmond" tot 2017 minimaal 19 groepen dient te huisvesten.
Ter zitting heeft verweerder verklaard dat PCPO recht heeft om dit lokaal alsnog te realiseren, omdat PCPO van de bij de vaststellingsovereenkomst toegekende lokalen op de locatie van de Sabina van Egmond school (twee leslokalen en één speellokaal), één leslokaal niet heeft gerealiseerd. Doordat PCPO aangaf dit leslokaal alsnog nodig te hebben, kon de behandeling van de aanvraag volgens verweerder geen uitstel lijden. Ter zitting heeft verweerder voorts verklaard dat de basisprognose evenmin aanleiding gaf verzoekster bekostiging op grond van de Verordening van één leslokaal toe te kennen. Verweerder meent in de geest van de vaststellingsovereenkomst te hebben gehandeld door zowel PCPO als verzoekster vergoeding van één leslokaal toe te kennen in het lespunt Poortwijk.
2.3. Gronden van het verzoek voorlopige voorziening
Verzoekster meent dat, gelet op de daarvoor geldende criteria in de WPO en de Verordening, de aanvraag van PCPO niet als spoedaanvraag in behandeling had kunnen worden genomen en de bekostiging van één leslokaal niet had mogen worden toegekend. Een dergelijke afwijking kan volgens verzoekster evenmin op de vaststellingsovereenkomst worden teruggevoerd, nu daarin expliciet is opgenomen dat niet tot toekenning van huisvesting aan PCPO in het lespunt Poortwijk zal worden overgegaan dan met inachtneming van de criteria van de Verordening. Verzoekster bestrijdt dat aan haar eveneens in strijd met de Verordening een leslokaal is toegekend, zodat er ook om die reden geen grond bestaat PCPO in strijd daarmee een leslokaal toe te kennen. Verzoekster stelt verder de lokalen van het lespunt voor eigen gebruik nodig te hebben, aangezien zij per 1 augustus 2007 123 leerlingen voor het lespunt heeft. Naar verwachting zal eind 2007 aan 155 leerlingen ruimte moeten worden geboden. Vestiging van PCPO in een leslokaal van het lespunt Poortwijk is niet verenigbaar met de eigen groei, omdat die vestiging van PCPO tenminste voor de duur van vier jaar zou zijn.
2.4. Feiten en omstandigheden
Het verzoek om voorlopige voorziening dient te worden bezien in het licht van de volgende feiten en omstandigheden.
2.4.1. Vaststellingsovereenkomst.
Op 12 december 2007 zijn onder meer verweerder, verzoekster en PCPO een vaststellings-overeenkomst aangegaan, waarin afspraken zijn vastgelegd over huisvestingsvoorzieningen.
Onderdeel A, "Deelonderwerpen verband houdende met Acis, onderdeel 1, lespunt Poortwijk", luidt, voor zover van belang:
"1.1.
De gemeente staat Acis toe een lespunt te openen aan het Stravinskypad in de wijk Poortwijk. Acis is gehouden zelf zorg te dragen voor de bekostiging van dit lespunt alsmede voor het indienen van eventueel benodigde vergunningaanvragen (bouwvergunning etc.). De gemeente zal in dit verband zoveel als mogelijk haar medewerking verlenen aan de te doorlopen procedures.
1.2.
Zodra de noodzaak voor voorzieningen als bedoeld in de Verordening Onderwijshuisvesting gemeente Oud-Beijerland versie 2004 (hierna: de Huisvestingsverordening) en de bijbehorende bijlagen, in het bijzonder 1 en 3, door Acis wordt aangetoond, zal (alsnog) bekostiging van voornoemd lespunt aan het Stravinskypad in de wijk Poortwijk kunnen plaatsvinden met inachtneming van het bepaalde in de Huisvestingsverordening."
Onderdeel B, "Deelonderwerpen verband houdende met PCPO, onderdeel 3, uitbreiding locaties Sportlaan 1B (Sabina van Egmond) en Graaf van Egmondstraat 46 (Graaf van Egmond) en lespunt Poortwijk"luidt, voor zover van belang:
"3.1.
PCPO wordt, gelet op het spoedeisend karakter van de aanvraag, toegestaan een benodigde uitbreiding van de tijdelijke huisvesting te realiseren (twee leslokalen en één speellokaal) aan de Sportlaan 1b (Sabina van Egmond).
(...)
3.3.
In 2007 wordt nagegaan in hoeverre sprake is van een noodzaak voor voorzieningen als bedoeld in de Huisvestingsverordening aan protestants-christelijk primair onderwijs in de wijk Poortwijk. Wanneer hiervan sprake is, maakt PCPO gebruik van het lespunt dat Acis thans in Poortwijk beoogt te realiseren."
Verzoekster heeft in vervolg op de vaststellingsovereenkomst op eigen kosten vier noodlokalen gerealiseerd aan het Stravinskypad in de wijk Poortwijk op gronden die zij huurt van de gemeente. Op 1 april 2007 is verzoekster in het tot dan toe gerealiseerde gebouw gestart onder de naam "De Klinker" met twee groepen. Financieel en administratief bezien wordt "De Klinker" aangemerkt als uitbreiding van verzoeksters school "De Tandem", die aan de westkant van Oud-Beijerland is gelegen. Feitelijk zijn een niet onaanzienlijk deel van de leerlingen van "De Klinker" afkomstig van verzoeksters school "De Zevensprong Noord". In september 2007 zal verzoekster op eigen kosten nog eens drie noodlokalen realiseren. Niet weersproken is dat verzoekster per 1 augustus 2007 met 123 leerlingen in het lespunt zal gaan starten.
Verzoekster heeft besloten tot het oprichten van een lespunt in Poortwijk op eigen kosten, omdat volgens de (Grond-)wet het openbaar onderwijs evenwichtig over de gemeente dient te zijn verspreid. Verzoekster heeft in de wijken Poortwijk en Croonenburg aan de oostkant van Oud-Beijerland geen scholen, terwijl haar school "De Zevensprong Noord" in de Gorzenwijk voor die wijken een ongunstige ligging (achter een drukke weg) heeft. Ter zitting heeft verzoekster de kosten die voor haar rekening zullen blijven door de bouw van het lespunt, geschat op € 150.000,- . Verzoekster is het trefpunt begonnen vooruitlopend op een permanent schoolgebouw dat naar verwachting in 2012 in Poortwijk zal worden gerealiseerd. Daarin zullen scholen zowel van verzoekster als van PCPO worden ondergebracht.
Op 24 april 2007 heeft verzoekster verweerder verzocht, onder verwijzing naar de meest recente buitenreguliere leerlingentelling voor "De Tandem" en de vaststellingsovereenkomst, haar met ingang van 1 april 2007 een huisvestingsvergoeding toe te kennen voor twee lokalen en een speellokaal. Zij heeft geen bezwaar gemaakt tegen de toekenning door verweerder van een vergoeding voor slechts één lokaal. De toegekende vergoeding omvat, zo heeft verweerder ter zitting verklaard, mede een vergoeding voor het gevraagde speellokaal.
Om moverende redenen heeft PCPO één van de toegekende leslokalen voor de locatie van de Sabina van Egmond school, als bedoeld in artikel 3.1 van de vaststellingsovereenkomst niet gerealiseerd. Op 2 maart 2007 heeft PCPO verweerder verzocht medewerking te verlenen aan het in gebruik nemen per 1 augustus 2007 van twee lokalen in het lespunt aan het Stravinskypad. Daarbij heeft PCPO aangegeven zich onder dezelfde voorwaarden als verzoekster in de wijk Poortwijk te willen vestigen en te verwachten dat haar lespunt daar zal kunnen uitgroeien tot een school van acht klassen. De Sabina van Egmond school zal volgens PCPO onder die omstandigheden worden teruggebracht tot een school van twaalf klassen. PCPO heeft geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder om haar slechts één lokaal toe te kennen.
Ten tijde van de aanvraag van 2 maart 2007 had de Sabina van Egmond school achttien groepen. Ter zitting heeft PCPO verklaard dat na de opening van "De Klinker" een aantal leerlingen van "Sabina van Egmond" is overgestapt en dat zij verwacht dat "De Klinker" ook toekomstige leerlingen zal wegtrekken. Inzake de kosten van voorfinanciering van het lespunt die voor rekening van Acis blijven wijst verzoekster erop dat zij op enig moment aan Acis heeft aangeboden te praten over gezamenlijke financiering, welk aanbod Acis heeft afgeslagen.
In de gemeente speelden al jaren problemen in de onderwijswereld. De in de vaststellingsovereenkomst onder punt 3.1. genoemde lokalen waren eerder door PCPO aangevraagd voor de Sabina van Egmond school bij wijze van een spoedaanvraag tot huisvesting. Die aanvraag heeft verweerder op grond van de daarvoor geldende regelgeving geweigerd. Teneinde te komen tot een oplossing voor alle geschillen is verweerder in het kader van de vaststellingsovereenkomst alsnog akkoord gegaan met deze lokalen voor PCPO op de locatie van de Sabina van Egmondschool. Ook het lespunt Poortvliet als bedoeld in de artikelen 1.1 en 3.3 van de vaststellingsovereenkomst is voortgevloeid uit de wens tot een oplossing te komen voor de conflicten.
2.5.1. Het bezwaar is gemaakt en de voorlopige voorziening verzocht door het bestuur van verzoekster. Ter zitting heeft de gemachtigde aangegeven dat bedoeld is het bezwaar te maken en de voorziening te vragen namens verzoekster. Dit herstel is binnen de bezwaartermijn tot stand gebracht, zodat verzoekster en niet het bestuur van verzoekster als indienster zal worden aangemerkt. Nu het lespunt Poortwijk behoudens de ondergrond eigendom is van verzoekster en zij voorts op grond van de WPO als bevoegd gezag dient te worden aangemerkt van de school De Tandem, waaronder het lespunt valt, is zij als belanghebbende aan te merken bij het bestreden besluit.
2.5.2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het antwoord op de vraag of verweerder in het licht van de onder 2.4 genoemde feiten en omstandigheden tot toekenning van vergoeding van één leslokaal aan PCPO ten behoeve van haar school "Sabina van Egmond" kon besluiten, in het midden kan blijven. Het spoedeisend belang bij de door verzoekster gevraagde voorlopige voorziening is er volgens verzoekster in gelegen dat zij per 1 augustus 2007 een leslokaal in het lespunt "Poortwijk" aan PCPO moet afstaan terwijl zij dat lokaal binnen afzienbare tijd voor haar eigen leerlingen nodig heeft. Er is in het bestreden besluit echter geen bestuursrechtelijke grondslag aan te wijzen op basis waarvan verzoekster is gehouden de door haar gerealiseerde lokalen in gebruik te geven aan PCPO.
Alle partijen hebben ter zitting verklaard dat de eventuele gehoudenheid van verzoekster tot terbeschikkingstelling van een leslokaal van het lespunt Poortwijk, is gebaseerd op de vaststellingsovereenkomst. Tot een oordeel over de vraag of, en zo ja, in hoeverre een of meer partijen in strijd met de vaststellingsovereenkomst handelen, is de voorzieningenrechter binnen vorenstaand kader niet bevoegd.
2.5.3. Het verzoek om voorlopige voorziening komt dan ook, vanwege het ontbreken van spoedeisend belang, in aanmerking voor afwijzing.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Gezien het vorenstaande beslist de voorzieningenrechter als volgt.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Aldus gegeven door mr. W.M.P.M. Weerdesteijn, voorzieningenrechter, en door deze en mr.drs. M. Lammerse, griffier, ondertekend.
De griffier is buiten staat De voorzieningenrechter,
te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op: 27 juli 2007
Afschrift verzonden op: 27 juli 2007
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.