ECLI:NL:RBDOR:2008:BC1704
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid ziekenhuis na operatie en deskundigenonderzoek naar medische fouten
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 9 januari 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarin een eiser, wonende te [woonplaats], het ziekenhuis, vertegenwoordigd door de Stichting Albert Schweitzer Ziekenhuis, aansprakelijk stelde voor een vermeende medische fout tijdens een operatie. De eiser, die klachten had aan zijn rechterschouder, onderging op 29 mei 2000 een operatie waarbij een scheur in de vena subclavia ontstond. De eiser stelde dat deze complicatie het gevolg was van een fout van de behandelend chirurg, [behandelend chirurg].
De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 28 februari 2007 een deskundigenbericht gelast, waarin de vaatchirurg dr. D.P. van Berge Henegouwen de uitvoering van de geneeskundige behandeling heeft beoordeeld. De deskundige concludeerde dat de diagnostiek, indicatiestelling en behandeling volgens de toenmalige stand van de wetenschap zijn uitgevoerd en dat de bloeding als een zeldzame complicatie moet worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de behandelend chirurg niet verwijtbaar had gehandeld en dat de vorderingen van de eiser moesten worden afgewezen.
De rechtbank benadrukte dat de eiser niet had aangetoond dat de operatie tot niet inherente, buiten-proportionele schadelijke gevolgen had geleid. De deskundige had ook opgemerkt dat de verslaglegging van de operatie summier maar voldoende was, en dat de gekozen methode en het gebruikte instrumentarium geen invloed hadden op het ontstaan van de bloeding. De rechtbank concludeerde dat het ziekenhuis aan zijn zorgplicht had voldaan en dat de vorderingen van de eiser om die reden werden afgewezen.
De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van het ziekenhuis zijn vastgesteld op EUR 1.655,-. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J. Visser.