ECLI:NL:RBDOR:2008:BC2651
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident in civiele procedure met internationale elementen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen een Nederlandse eiseres en twee Franse gedaagden. De eiseres vordert hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van een bedrag van € 230.295,51, vermeerderd met wettelijke handelsrente en kosten. De eiseres stelt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, namelijk het drukken van brochures, in Nederland moet worden uitgevoerd.
De gedaagden hebben in hun incidentele vordering aangevoerd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren, omdat de algemene inkoopvoorwaarden van Nissan, die van toepassing zouden zijn op de tender, een forumkeuze bevatten die de rechter in Parijs als exclusief bevoegd aanwijst. De eiseres betwist echter dat in de tender naar deze inkoopvoorwaarden is verwezen en stelt dat haar eigen voorwaarden van toepassing zijn, die door de gedaagden zijn aanvaard.
De rechtbank heeft de incidentele vordering van de gedaagden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden niet voldoende bewijs hebben geleverd dat de inkoopvoorwaarden van Nissan van toepassing zijn, en dat er geen sprake is van een exclusieve bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 23 EEX-Vo. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 2.000,-. De zaak is vervolgens weer op de rol gezet voor een conclusie van antwoord op 20 februari 2008.