ECLI:NL:RBDOR:2008:BC9313

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
10 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
74423 / KG ZA 08-48
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • T. Zuidema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing onrechtmatige toestand door niet voldoen aan vergunningseisen met betrekking tot privacy

In deze zaak, die op 10 april 2008 door de Rechtbank Dordrecht is behandeld, vorderde eiseres dat gedaagde zou worden verplicht om matglas te plaatsen in de opbouw van zijn woning, ter bescherming van haar privacy. Eiseres, wonende te Arkel, stelde dat gedaagde in strijd met de vergunningsvoorwaarden handelde door helder glas te plaatsen in plaats van matglas, wat leidde tot inkijk in haar woning. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 maart 2008, waarbij de advocaat van eiseres en gedaagde aanwezig waren. Eiseres voerde aan dat de onrechtmatige situatie haar privacy ernstig aantastte en dat zij spoedeisend belang had bij de gevorderde voorziening.

De rechtbank oordeelde dat gedaagde inderdaad in strijd met de vergunningsvoorwaarden handelde, die specifiek voorschreven dat matglas moest worden geplaatst om de privacy van de buren te waarborgen. De rechtbank wees de vordering van eiseres toe, met de bepaling dat gedaagde binnen drie werkdagen na betekening van het vonnis matglas moest plaatsen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, met een maximum van € 50.000,-. De vordering tot schadevergoeding van eiseres werd afgewezen, omdat zij geen spoedeisend belang had bij deze vordering en de schade niet voldoende aannemelijk was gemaakt.

In reconventie werd de vordering van gedaagde om eiseres te verplichten matglas te plaatsen in haar berging niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet conform het procesreglement was ingesteld. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. Dit vonnis benadrukt het belang van het naleven van vergunningsvoorwaarden en de bescherming van privacy in burenrelaties.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 74423 / KG ZA 08-48
Vonnis in kort geding van 10 april 2008
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Arkel,
eiseres,
procureur mr. J.A. Visser,
advocaat mr. M.J. Meijer te Haarlem,
tegen
[gedaagde],
wonende te Arkel,
gedaagde,
procureur mr. G.O. Groeskamp.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- de dagvaarding;
- de door [eiseres] overgelegde producties.
1.2. De mondelinge behandeling heeft op 27 maart 2008 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig de advocaat van eiseres, gedaagde en zijn procureur.
2. De feiten
2.1. Partijen zijn elkaars buren. [gedaagde] heeft een dakopbouw op zijn woning geplaatst. Hij heeft daarvoor een vergunning. In die vergunning is opgenomen dat de dakkapel aan de noord- en zuidzijde dient te worden voorzien van matglas ter voorkoming van vermindering van privacy van de naburige erven. [gedaagde] heeft helder glas geplaatst.
2.2. [eiseres] heeft [gedaagde] aangeschreven om tot plaatsing van matglas in de opbouw over te gaan. [gedaagde] heeft hieraan niet voldaan.
3. Het geschil
In conventie
3.1. [eiseres] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
- tot het plaatsen van matglas in de opbouw over te gaan binnen 72 uur na het in deze te
wijzen vonnis hieraan te voldoen en met de werkzaamheden hiertoe een aanvang te (doen) nemen, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte dat [gedaagde] dit nalaat;
- aan [eiseres] te voldoen een bedrag van € 1.000,-, danwel een in goede justitie te bepalen bedrag, aan immateriële schadevergoeding;
- in de kosten van deze procedure.
3.2. [eiseres] legt aan haar vordering onrechtmatige daad ten grondslag.
3.3. Zij stelt daartoe het volgende. Door niet aan de vergunningsvoorwaarden te voldoen, handelt [gedaagde] in strijd met een wettelijke plicht. De gestelde norm beoogt [eiseres], als eigenaresse van een naburig erf, te beschermen zodat aan het relativiteitsvereiste is voldaan. De woningen van partijen staan op korte afstand van elkaar en de ramen van de door [gedaagde] aan de zuidzijde geplaatste opbouw zijn gericht op het perceel van [eiseres], zodat er inkijk en daardoor een verlies aan privacy is. De opbouw is sinds juli 2007 gereed en sindsdien kan [gedaagde] dan ook in de (voorheen woon-, thans werk-) kamer van [eiseres] kijken. Deze mogelijkheid tot bekijken, bespioneren en observeren is voor [eiseres] beangstigend. Bovendien houdt [gedaagde] de onrechtmatige situatie in stand om te treiteren. Dit is een reden te meer om de schadevergoeding toe te wijzen.
In reconventie
3.4. Ter zitting vordert [gedaagde] om [eiseres] te veroordelen om de twee vensters in haar berging die uitzicht bieden op zijn terras binnen 72 uur te voorzien van matglas, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat [eiseres] dit nalaat.
4. De beoordeling
In conventie
Spoedeisend belang
4.1. [eiseres] stelt dat zij spoedeisend belang bij haar vordering heeft omdat zij ernstig in haar privacy wordt aangetast, zodat niet van haar kan worden verlangd dat zij het voortduren hiervan duldt.
4.2. Gelet op het voorgaande heeft [eiseres] voldoende spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening.
Vordering tot plaatsen van matglas
4.3. In deze procedure gaat het om de dakopbouw aan de zuidzijde van de woning van [gedaagde]. [gedaagde] betwist dat sprake is van schending van de privacy van [eiseres]. Hij stelt dat slechts een zeer beperkte mogelijkheid tot inkijk bestaat, namelijk door in de hoek van de dakkapel hoog tegen het raam te staan en zeer schuin te kijken, waarbij dan een klein stuk van de deur en een bovenlicht van de woning van [eiseres] zichtbaar is, maar niet de kamer van [eiseres].
4.4. Vast staat dat [gedaagde] handelt in strijd met de vergunningsvoorwaarde dat matglas dient te worden geplaatst. Hiermee pleegt hij een onrechtmatige daad in de zin dat hij handelt in strijd met een wettelijke plicht. In de vergunning is opgenomen dat de voorwaarde dient ‘ter voorkoming van vermindering van de privacy van de naburige erven’. Deze beschermt dus (mede) de belangen van [eiseres]. Weliswaar betwist [gedaagde] gemotiveerd dat sprake is van schending van de privacy van [eiseres], maar thans is voldoende aannemelijk dat een mogelijkheid tot enige inkijk bestaat, zodat [eiseres] spoedeisend belang heeft bij opheffing van de onrechtmatige toestand. Bij dit alles wordt betrokken dat (de procureur van) [gedaagde] bij brief van 10 oktober 2007 (de advocaat van) [eiseres] heeft bericht dat de opbouw aan de noord- en zuidzijde conform de vergunningsvoorwaarde zal worden voorzien van matglas ter voorkoming van vermindering van de privacy van naburige erven.
4.5. De vordering zal, gelet op de verklaring ter zitting dat het de bedoeling van [eiseres] is om [gedaagde] de mogelijkheid te geven de werkzaamheden zelf uit te voeren danwel door derden te doen uitvoeren, aldus worden uitgelegd dat [eiseres] bedoelt te vorderen dat de plaatsing van matglas in de opbouw binnen 72 uur na dit vonnis dient te zijn voltooid. Deze termijn zal in redelijkheid worden bepaald op drie werkdagen na betekening van dit vonnis.
4.6. De gevorderde dwangsom is door [gedaagde] niet betwist en komt redelijk voor zodat deze zal worden toegewezen, met dien verstande dat deze wordt gemaximeerd tot een bedrag van € 50.000,-.
Schadevergoeding
4.7. [eiseres] stelt dat [gedaagde] schadeplichtig is omdat sprake is van aantasting van haar privacy, te meer omdat [gedaagde] de onrechtmatige situatie in stand houdt met de bedoeling om [eiseres] te treiteren.
4.8. [gedaagde] betwist dat sprake is van schending van de privacy en derhalve van de gevorderde schade.
4.9. [eiseres] heeft geen spoedeisend belang bij haar vordering tot betaling van deze geldsom gesteld. Voorts is gelet op de betwisting van de schade door [gedaagde] het bestaan en de omvang van de vordering thans niet in hoge mate aannemelijk. De vordering tot betaling van schadevergoeding zal daarom worden afgewezen.
In reconventie
4.10. [gedaagde] heeft zijn reconventionele vordering niet conform het procesreglement voorafgaand aan de zitting en schriftelijk ingesteld, zodat hij daarin niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
In conventie en in reconventie voorts
4.11. Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld zodat de proceskosten zowel in conventie als in reconventie worden gecompenseerd in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
In conventie
5.1. veroordeelt, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] tot het (doen) plaatsen van matglas in de dakopbouw binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] dit nalaat, zulks met een maximum van € 50.000,-;
5.2. wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
5.3. verklaart [gedaagde] niet ontvankelijk in zijn vordering;
In conventie en in reconventie voorts
5.4. compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Zuidema en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2008.?