ECLI:NL:RBDOR:2008:BF0675
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in een geschil over een overeenkomst tot het verzorgen van roofvogelshows
In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht werd behandeld, ging het om een geschil tussen de stichting Lingebloei en de vennootschap Olmense Zoo BVBA. Lingebloei, gevestigd in Nederland, had een overeenkomst gesloten met Olmense Zoo voor het verzorgen van roofvogelshows. Olmense Zoo, gevestigd in België, betwistte de rechtsmacht van de Nederlandse rechtbank, stellende dat de overeenkomst het nauwst verbonden was met België, aangezien de diensten daar moesten worden verricht. De rechtbank diende te beoordelen of zij bevoegd was om van de vordering kennis te nemen, waarbij de EEX-Verordening (44/2001) van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst een dienst betrof in de zin van de EEX-Verordening en dat de contractuele verbintenis die aan de eis ten grondslag lag, de betalingsplicht was voor reeds geleverde diensten. De rechtbank concludeerde dat de rechtsmacht bij haar lag, omdat de betaling van een geldsom in beginsel een brengschuld is en derhalve in Nederland moest worden uitgevoerd. Olmense Zoo werd veroordeeld in de proceskosten van het incident, en de zaak werd opnieuw op de rol gezet voor een conclusie van antwoord door Olmense Zoo op 19 november 2008.