ECLI:NL:RBDOR:2008:BG4364

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
12 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
70853 / HA ZA 07-2416
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bestuurders van een besloten vennootschap bij onzorgvuldig handelen met voorschotbetalingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 12 november 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen BUK-AUTO’S A/S en verschillende gedaagden, waaronder de besloten vennootschappen [B] Car Consultancy B.V. en [B] Automotive B.V. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de bestuurders van [B] Car Consultancy voor het onzorgvuldig handelen bij het doen van een voorschotbetaling aan een onbetrouwbare relatie. BUK-AUTO’S A/S, eiseres, had een groot bedrag in contanten als voorschot betaald aan [B] Car Consultancy, die dit bedrag had ontvangen van een opdrachtgever. Achteraf bleek dat de relatie waar het voorschot aan was betaald, geen verhaal bood, wat leidde tot de onmogelijkheid voor [B] Car Consultancy om het voorschot terug te betalen aan BUK.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestuurders van [B] Car Consultancy onzorgvuldig hebben gehandeld ten opzichte van BUK, omdat zij geen onderzoek hebben gedaan naar de betrouwbaarheid van de relatie en het risico van de transactie niet hebben ingeschat. De rechtbank oordeelde dat de bestuurders persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt, omdat zij wisten of hadden moeten begrijpen dat [B] Car Consultancy het voorschot niet zou kunnen terugbetalen als de transactie niet doorging. De rechtbank heeft de vordering van BUK tegen [B] Car Consultancy toegewezen en de vordering tegen [B] Automotive afgewezen. Tevens zijn de gedaagden, waaronder de bestuurders, hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de terugbetaling van het voorschot, inclusief rente en kosten.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders van vennootschappen bij het aangaan van financiële verplichtingen en de noodzaak om zorgvuldig te handelen om aansprakelijkheid te voorkomen. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van BUK vastgesteld en de gedaagden veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief bijkomende kosten.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 70853 / HA ZA 07-2416
vonnis van de enkelvoudige kamer van 12 november 2008
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
BUK-AUTO’S A/S,
gevestigd te Svendborg (Denemarken),
eiseres,
advocaat: mr. V.J. Groot,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] CAR CONSULTANCY B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] AUTOMOTIVE B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
3. [gedaagde 3],
wonende te Dordrecht,
4. [gedaagde 4],
wonende te Papendrecht,
gedaagden,
advocaat: mr. J. Wijnja.
Partijen worden hieronder aangeduid als BUK en [gedaagden] (of afzonderlijk [B] Car Consultancy, [B] Automotive, [gedaagde 3], [gedaagde 4]).
1. Het procesverloop
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
tussenvonnis van 7 mei 2008 en de daarin genoemde stukken,
akte van BUK,
akte van [gedaagden],
de door beide partijen overgelegde producties.
2. De beoordeling van het geschil
2.1 In het tussenvonnis is de vordering tegen [B] Car Consultancy toegewezen en de vordering tegen [B] Automotive afgewezen. De zaak is naar de rol verwezen teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich nader uit te laten over de aansprakelijkheid van [gedaagde 3] en [gedaagde 4] als de bestuurders van [B] Car Consultancy.
2.2 In zijn arrest van 8 december 2006 (NJ 2006, 659 ‘Ontvanger/Roelofsen’) heeft de Hoge Raad overwogen dat een bestuurder van een vennootschap bij uitstek aansprakelijk kan zijn in twee categorieën van gevallen: (i) wanneer hij bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijs behoorde te weten dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem terzake van de benadeling geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt (de zogenoemde Beklamel-norm), en (ii) wanneer hij heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar contractuele verplichtingen niet nakomt waarbij het er op aankomt of het handelen of nalaten van de bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt zal, zo vervolgt de Hoge Raad, in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade, maar er kunnen zich ook andere omstandigheden voordoen op grond waarvan een ernstig verwijt kan worden aangenomen.
2.3 Vast staat dat beide heren [gedaagde 3+4] bestuurder zijn van [B] Car Consultancy. Uit de stellingen van [gedaagden] (antwoord 25 en 29) moet worden afgeleid dat BUK terecht vreest dat [B] Car Consultancy geen verhaal biedt.
2.4 Partijen zijn het er ten aanzien van de opdrachtbevestiging (prod. 2 bij antwoord) over eens dat het in de branche niet ongebruikelijk is bepaalde informatie achter te houden. De doorhalingen in de opdrachtbevestiging waren dus geen reden de brief te wantrouwen. Wel wijst BUK er op dat de opdrachtbevestiging geen opdrachtnummer bevat en dat er verschillende lettertypes op de brief voorkomen. Dat is op zichzelf niet voldoende om de bestuurders van [B] Car Consultancy te kunnen verwijten dat zij (onterecht) op deze opdrachtbevestiging hebben vertrouwd.
2.5 BUK stelt dat zij in de veronderstelling leefde dat [B] Car Consultancy rechtsreeks bij de Mercedes fabriek zou bestellen; dat dit ook zo is overeengekomen stelt zij echter niet. Het stond [B] Car Consultancy daarom op zichzelf vrij een derde in te schakelen bij het uitvoeren van de overeenkomst.
2.6 BUK verwijt [B] Car Consultancy en haar bestuurders vervolgens dat geen enkele zichzelf respecterende onderneming een contante voorschotbetaling van € 250.000,-- zal doen aan een tussenpersoon, die het dan vervolgens weer aan de bejaarde moeder van de directeur/eigenaar van de ontvanger geeft. BUK acht deze handelwijze volstrekt onbegrijpelijk en zij vreest dat de vooruitbetaling in het geheel niet is gedaan en dat er een spelletje is gepeeld (dagvaarding 9).
2.7 Achteraf is het de bestuurders van [B] Car Consultancy gebleken dat de door hen ingeschakelde [betrokkene 1] niet meer was dan een lege vennootschap en dat van haar directeur [betrokkene 2] geen verhaalsmogelijkheden bekend zijn (antwoord 28 en akte 16). [gedaagden] noemen [betrokkene 2] geen oplichter (akte na tussenvonnis 20), maar zij veronderstellen wel dat [betrokkene 2] het geld op een onbekende rekening heeft gestort (antwoord 28). [betrokkene 2]s betalingstoezegging (akte na tussenvonnis 17) komt hij niet na en hij blijkt zeer moeilijk bereikbaar te zijn (akte na tussenvonnis 18). Dit schetst nu juist het beeld van een zeer onbetrouwbare relatie.
Van enig onderzoek vóór het sluiten van de overeenkomst naar de betrouwbaarheid en de solvabiliteit van [betrokkene 1] c.q. [betrokkene 2] door [B] Car Consultancy is niet gebleken. Er is niettemin een groot bedrag betaald aan “een relatie” van [betrokkene 1] zonder daarvoor enige garantstelling te vragen. De beide bestuurders wisten of moesten begrijpen, dat [B] Car Consultancy dit voorschot niet aan BUK zou kunnen terugbetalen als de transactie niet door zou gaan. Zij stellen immers zelf dat in januari 2007 van de kredietlimiet van [B] Car consultancy bij de bank het niet toeliet dat per direct € 260.000 zou worden terugbetaald en dat BUK pas kon worden betaald als [betrokkene 1] zou terugbetalen (25 en 29 antwoord).
Dit handelen en nalaten van de bestuurders van [B] Car Consultancy is ten opzichte van BUK zodanig onzorgvuldig dat hen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Of het incassobeleid van de bestuurders zorgvuldig is geweest kan in het midden blijven. Zij hadden vóór het aangaan van de transactie met [betrokkene 1] een onderzoek moeten instellen.
2.7 [gedaagde 4] en [gedaagde 3] zijn dan ook naast [B] Car Consultancy hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling van € 239.446 aan BUK.
2.8 De wettelijke handelsrente wordt toegewezen vanaf 16 februari 2007 (zie vonnis 7 mei 2008 r.o. 4.5). De buitengerechtelijke kosten (€ 4.000,--) en de beslagkosten (€ 2.644,35) zijn eveneens toewijsbaar (zie vonnis 7 mei 2008 r.o. 4.4 en 4.6).
2.9 Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden [gedaagde 4] en [gedaagde 3] naast [B] Car Consultancy eveneens in de proceskosten veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van BUK bedragen:
dagvaarding € 70,85
vast recht € 4.732,--
salaris advocaat € 5.000,-- (tarief VI à € 2.000,--; 2,5 punten)
€ 9.802,85
3. De beslissing
De rechtbank:
In de zaak tegen [B] Car Consultancy B.V., [gedaagde 3] en [gedaagde 4]:
veroordeelt [B] Car Consultancy, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, in die zin dat betaling door de een de ander in zoverre bevrijdt, om tegen kwijting aan BUK te betalen:
a. € 239.446,-- met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 16 februari 2007;
b. € 4.000,-- terzake buitengerechtelijke kosten;
c. € 2.644,35 terzake beslagkosten;
d. € 9.802,85 terzake proceskosten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
In de zaak tegen [B] Automotive B.V.,
wijst de vordering af;
veroordeelt BUK in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [B] Automotive B.V. bepaald op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 november 2008.