ECLI:NL:RBDOR:2008:BG8803
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een funderingsbedrijf voor onjuiste conclusies in funderingsonderzoek
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht, heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.C.W. Haesen, een vordering ingesteld tegen Bresser B.V., een funderingsbedrijf, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Smith. De zaak betreft een geschil over de uitvoering van een funderingsonderzoek dat door Bresser in opdracht van eiseres is uitgevoerd. Eiseres had een woning gekocht op basis van een koopovereenkomst waarin was opgenomen dat een funderingsonderzoek zou worden uitgevoerd. Dit onderzoek moest uitwijzen of de woning op palen of op staal was gefundeerd. Bresser concludeerde ten onrechte dat de woning op staal was gefundeerd, wat eiseres ertoe bracht geen beroep te doen op ontbinding van de koopovereenkomst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Bresser tekortgeschoten is in haar zorgplicht als opdrachtnemer. De inspectie die Bresser heeft uitgevoerd, was onvoldoende om een definitieve conclusie te trekken over de fundering. De rechtbank oordeelde dat Bresser had moeten inzien dat haar bevindingen niet voldoende waren om eiseres adequaat te informeren over de staat van de fundering. Echter, de rechtbank kwam tot de conclusie dat er geen causaal verband was tussen het tekortschieten van Bresser en de schade die eiseres had geleden. Eiseres had namelijk zelf het risico genomen door niet een uitgebreider funderingsonderzoek te laten uitvoeren, ondanks dat zij op de hoogte was van mogelijke gebreken aan de fundering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 24 december 2008 door mr. A.J. Japenga.