ECLI:NL:RBDOR:2009:BH4285
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van een mondelinge huurovereenkomst voor een kantine op een caravanpark
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Caravanpark Bonaventura B.V. en een gedaagde over de huur van een kantine op een caravanpark. Eiseres, Caravanpark Bonaventura B.V., is de eigenaresse van het caravanpark en verhuurt sinds het voorjaar van 2006 de kantine aan de gedaagde. Er is geen schriftelijke huurovereenkomst, waardoor de kwalificatie van de mondelinge overeenkomst centraal staat. De kantonrechter moet beoordelen of deze overeenkomst valt onder de huur van een bedrijfsruimte (artikel 7:290 BW) of onder de huur van overige gebouwde onroerende zaken (artikel 7:230a BW).
De kantonrechter concludeert dat de kantine moet worden gekwalificeerd als een bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW. Dit betekent dat de overeenkomst is aangegaan voor de duur van vijf jaar en pas na afloop van het seizoen 2010 kan eindigen. De vordering van Bonaventura om de kantine te ontruimen wordt afgewezen, omdat de kantonrechter van mening is dat de kantine een voor het publiek toegankelijk lokaal is, wat vereist is voor de toepassing van artikel 7:290 BW.
De kantonrechter wijst de vordering van Bonaventura af en veroordeelt haar in de kosten van het geding. De beslissing is genomen op 29 januari 2009, waarbij de kantonrechter de zaak heeft beoordeeld op basis van de ingediende processtukken en de verklaringen van beide partijen.