ECLI:NL:RBDOR:2009:BH7992
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een provisionele eis in een civiele procedure tegen de Gemeente Oud-Beijerland
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Dordrecht op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in een incident waarbij de eiser, wonende te Oud-Beijerland, een provisionele eis heeft ingediend tegen de Gemeente Oud-Beijerland. De eiser vorderde een voorschot van € 10.000,- op de door hem geleden en te lijden schade, die voortvloeit uit een valpartij op 6 juli 2007, veroorzaakt door oneffenheden in grasbetontegels die door de Gemeente voor zijn woning waren geplaatst. De eiser stelt dat hij door deze val ernstig letsel heeft opgelopen, wat heeft geleid tot aanzienlijke medische kosten en verlies van arbeidsvermogen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de eiser voldoende processueel belang heeft bij de incidentele vordering, maar dat de gevorderde voorlopige voorziening onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de vordering in de hoofdzaak, die een verklaring voor recht en schadevergoeding betreft, op dat moment onvoldoende vaststaat. De Gemeente heeft de gestelde feiten betwist en aangevoerd dat er geen sprake is van aansprakelijkheid. Gezien het restitutierisico en de onvoldoende onderbouwing van de vordering, heeft de rechtbank de provisionele eis afgewezen.
De rechtbank heeft tevens bepaald dat partijen in persoon moeten verschijnen voor een comparitie van partijen, waarbij de rechter inlichtingen wil verkrijgen en de mogelijkheden voor een schikking wil onderzoeken. De kosten van het incident zijn voor rekening van de eiser, die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling.