ECLI:NL:RBDOR:2009:BI1216

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
8 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
75189 - HA ZA 08-2268
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toerekenbare tekortkoming in geneeskundige behandelingsovereenkomst door hulppersoon van gedaagde

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 8 april 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap TECHNICO AUTOMATISERING B.V. (eiseres) en het Centrum (gedaagde). De zaak betreft een toerekenbare tekortkoming in een geneeskundige behandelingsovereenkomst, waarbij een hulppersoon van de gedaagde, een therapeut, seksueel contact heeft gehad met een werkneemster van de eiseres, terwijl deze therapeut in een therapeut-patiëntrelatie tot de werkneemster stond. De eiseres vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de facturen van het Centrum niet voldaan hoeven te worden, alsook een schadevergoeding voor loonschade van de werkneemster, die als gevolg van het seksuele misbruik arbeidsongeschikt was geraakt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Therapeut zijn zorgplicht heeft geschonden door een seksuele relatie aan te gaan met de werkneemster, wat in strijd is met de professionele standaard die van een hulpverlener verwacht mag worden. De rechtbank oordeelde dat het Centrum aansprakelijk is voor de gedragingen van de Therapeut, aangezien deze als hulppersoon van het Centrum kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de vordering van TECHNICO toegewezen, waarbij het Centrum werd veroordeeld tot terugbetaling van de reeds betaalde facturen en de vordering tot schadevergoeding werd erkend.

De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het causale verband tussen de gedragingen van de Therapeut en de arbeidsongeschiktheid van de werkneemster, alsook over de hoogte van de vordering. De zaak is naar de rol verwezen voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 75189 / HA ZA 08-2268
Vonnis van 8 april 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TECHNICO AUTOMATISERING B.V.,
gevestigd te Zoeterwoude,
eiseres,
advocaat mr. G.N. Sanders,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRUM [naam] B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J.A. Visser.
Partijen zullen hierna Technico en het Centrum genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 juli 2008 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 6 november 2008 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van Technico van 1 december 2008;
- de akte van het Centrum van 7 januari 2009.
1.2. Ten aanzien van het bezwaar van het Centrum tegen de door Technico bij akte d.d. 1 december 2008 additioneel overgelegde stukken wordt het volgende overwogen. Omdat het Centrum in de gelegenheid is gesteld om op deze stukken te reageren, wordt hij geacht hierdoor niet in zijn verdediging te zijn geschaad. Aan het bezwaar van het Centrum wordt derhalve voorbij gegaan.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1. Technico is werkgeefster van [betrokkene 1].
2.2. [betrokkene 1] heeft in haar jeugd een trauma opgelopen als gevolg van seksueel misbruik.
2.3. Door het Centrum wordt psychosociale therapie gegeven. De persoonsgebonden begeleiding die het Centrum aanbiedt, vindt plaats in een vijfdaagse werkweek en in individuele sessies.
2.4. Technico is met het Centrum overeengekomen dat [betrokkene 1], op kosten van Technico, begeleiding en opleiding zou verkrijgen om haar trauma te verwerken.
2.5. [betrokkene 1] heeft 2 maal een vijfdaagse werkweek gevolgd, die werden gehouden van 7 tot en met 11 augustus 2006 respectievelijk 11 tot en met 15 december 2006. Daarnaast heeft [betrokkene 1] over de periode van 17 augustus 2006 tot en met 24 augustus 2007 individuele sessies gevolgd bij de door het Centrum ingeschakelde [therapeut] (hierna te noemen de Therapeut).
2.6. Het Centrum heeft Technico facturen gestuurd voor zowel de werkweken als de individuele sessies (productie 1 bij dagvaarding). Hieronder wordt een deel van een factuur betreffende een individuele sessie opgenomen.
“Factuurdatum 13-06-2007
(...)
Omschrijving Nettobedrag
Psycho sociale begeleiding op 6/8/2007 t.b.v. [betrokkene 1] 130,00”
Technico heeft een groot deel van de door het Centrum gefactureerde bedragen betaald.
2.7. Tussen [betrokkene 1] en de Therapeut heeft in de periode van 22 september 2007 tot 13 december 2007 seksueel contact plaatsgevonden.
2.8. Op 11 november 2008 heeft de advocaat van Technico een aangetekende brief verzonden aan het Centrum. Deze brief vermeldt, voor zover relevant, het volgende.
“Namens cliënte deel ik u hierbij mede dat zij de met uw Centrum gesloten hulpverleningsovereenkomst, waarbij u therapeutische sessies verzorgde voor werkneemster mevrouw [betrokkene 1] (om haar te ondersteunen bij het hanteren van een jeugdtrauma) met onmiddellijke ingang (voor zover vereist) buitengerechtelijk wenst te ontbinden. De reden van deze ontbinding is gelegen in het feit dat de door u aan werkneemster gekoppelde therapeut, de heer [therapeut], tijdens therapeutische sessies en andere behandelingen (maar ook daarna) seksueel contact met de werkneemster heeft gehad.”
3. Het geschil
3.1. Technico vordert bij vonnis - samengevat – i) een verklaring voor recht dat de facturen van het Centrum niet voldaan hoeven te worden, ii) veroordeling van het Centrum tot betaling van € 11.278,26 en iii) de loonschade betreffende [betrokkene 1] vanaf 1 april 2008 tot de dag dat [betrokkene 1] haar werkzaamheden weer volledig heeft hervat met rente en kosten rechtens.
3.2. Technico stelt daartoe het volgende. De Therapeut is tekort geschoten in de nakoming van de op hem rustende zorgplicht die voortvloeit uit artikel 7:453 Burgerlijk Wetboek (hierna BW) door seksueel misbruik te maken van [betrokkene 1] in de periode waarin zij individuele sessies en (vervolgens) de internalisatiecursus volgde. Daarnaast is het handelen van de Therapeut te kwalificeren als een onrechtmatige daad. Deze aansprakelijkheid is op grond van artikel 6:171 BW (tevens) toerekenbaar aan het Centrum. Voorts is [betrokkene 1] na het seksueel misbruik door de Therapeut niet meer in staat om werkzaamheden voor Technico te verrichten, terwijl Technico gehouden is om haar loon tijdens ziekte door te betalen. Tot 1 april 2008 bedraagt de totale loonvordering € 5.891,40.
Ten aanzien van de reeds betaalde facturen ad € 5.386,86 is er sprake van een toerekenbare tekortkoming danwel ontbinding van de overeenkomst.
3.3. Het Centrum voert verweer. Hij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Technico, met veroordeling van Technico in de kosten van de procedure.
3.4. Het Centrum voert daartoe het volgende aan. De seksuele betrekkingen tussen [betrokkene 1] en de Therapeut hebben plaatsgevonden in privé-tijd en na afloop van de individuele begeleiding, die op 24 augustus 2007 was beëindigd. Ten tijde van het seksuele contact was de Therapeut niet te kwalificeren als hulpverlener in de zin van artikel 7:453 BW. Evenmin kan worden aangenomen dat de Therapeut onrechtmatig heeft gehandeld jegens [betrokkene 1]. Niet is voldaan aan de vereisten die gelden voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:171 BW en mede daarom is er geen verhaalsrecht voor de werkgever voor doorbetaald loon in de zin van artikel 6:107a BW. De ziekte van [betrokkene 1] is niet het gevolg van het seksuele contact met de Therapeut.
Subsidiair voert het Centrum aan dat de vordering slechts toegewezen kan worden tot een bedrag gelijk aan het nettoloon van [betrokkene 1] tot 1 april 2008.
De grondslag voor de vordering tot terugbetaling van de facturen acht het Centrum onduidelijk. Ingeval Technico haar vordering baseert op een verplichting tot schadevergoeding strandt die vordering omdat er geen grond is op basis waarvan deze verplichting tot schadevergoeding is ontstaan. Voorts is het bedrag van de facturen die volgens Technico betaald zouden zijn onjuist.
4. De beoordeling
Loonvordering
4.1. Technico baseert haar vordering op art. 6:107a, tweede lid, BW, bepalende: "Indien een werkgever (....) verplicht is tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid van de gekwetste het loon door te betalen, heeft hij, indien de ongeschiktheid tot werken van de gekwetste het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, jegens deze ander recht op schadevergoeding ten bedrage van het door hem betaalde loon (....)." Voor toewijzing van de vordering is derhalve in ieder geval vereist i) ziekte of arbeidsongeschiktheid van [betrokkene 1], ii) een loondoorbetalingsverplichting van Technico tijdens de ziekte van [betrokkene 1], en iii) aansprakelijkheid van het Centrum voor de gebeurtenis die leidde tot de arbeidsongeschiktheid.
4.2. Ten aanzien van het eerste vereiste is door Technico gesteld dat [betrokkene 1] sinds 28 januari 2008 niet meer in staat is om werkzaamheden voor Technico te verrichten. Het Centrum heeft de arbeidsongeschiktheid van [betrokkene 1] betwist bij gebrek aan wetenschap. Technico heeft ter onderbouwing van haar stelling bij akte van 21 oktober 2008 een arbeidsongeschiktheidsverklaring van een bedrijfsarts overgelegd (prod. 11 van Technico). Het Centrum heeft naar aanleiding van dit stuk zijn betwisting niet nader onderbouwd. Hiermee is de arbeidsongeschiktheid van [betrokkene 1] vast komen te staan.
4.3. Ten aanzien van de loondoorbetalingsverplichting heeft Technico gesteld dat zij gehouden is om het loon van [betrokkene 1] gedurende haar ziekte door te betalen. Ook deze stelling is door het Centrum bij gebrek aan wetenschap betwist. Vervolgens heeft Technico bij akte van 21 oktober 2008 de arbeidsovereenkomst van [betrokkene 1] overgelegd (prod. 6 van Technico) en tevens een verklaring van drs. Smittenaar van Zirkzee accountants en belastingadviseurs ten aanzien van de loondoorbetalingsverplichting (prod. 12 van Technico). Hierop heeft het Centrum zijn betwisting niet nader onderbouwd. Derhalve is vast komen te staan dat Technico verplicht is om het loon van [betrokkene 1] tijdens haar arbeidsongeschiktheid door te betalen.
Behandelingsovereenkomst
4.4. Vast staat dat Technico en het Centrum zijn overeengekomen dat [betrokkene 1] begeleiding en opleiding zou verkrijgen om haar trauma te verwerken. Die werkzaamheden hadden betrekking op [betrokkene 1]. Deze handelingen zijn handelingen op het gebied van de geneeskunst in de zin van artikel 7:446 lid 2 BW.
4.5. Door het Centrum is aangevoerd dat het verrichten van therapeutische behandelingen niet tot de bedrijfsactiviteiten van het Centrum behoort. Het Centrum kan dit niet aan Technico tegenwerpen nu zij juist begeleiding van [betrokkene 1] met Technico is overeengekomen en zij Technico ter zake ook heeft gefactureerd (zie 2.6). Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat de handelingen op het gebied van de geneeskunst betreffende [betrokkene 1] zijn uitgeoefend in het bedrijf van het Centrum. Voornoemde overeenkomst tussen het Centrum en Technico wordt derhalve gekwalificeerd als een overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in de zin van artikel 7:446 lid 1 BW.
Aansprakelijkheid
4.6. Blijkens artikel 6:76 BW is de schuldenaar die bij de uitvoering van een verbintenis gebruik maakt van de hulp van een andere persoon voor zijn gedragingen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk. Een hulppersoon is een ieder die bij de uitvoering van de verbintenis wordt ingeschakeld, dus ook zelfstandige hulppersonen. Het gaat hierbij alleen om personen van wiens hulp gebruik is gemaakt bij de uitvoering van de verbintenis ten aanzien waarvan de aansprakelijkheid in het geding is.
4.7. De Therapeut is in het onderhavige geval als hulppersoon van het Centrum aan te merken (zie 2.5). Het Centrum is derhalve voor de werkzaamheden van de Therapeut, voor zover zij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst met Technico betreffen, aansprakelijk.
4.8. Vast is komen te staan dat de seksuele handelingen tussen de Therapeut en [betrokkene 1] (in ieder geval) kort na de individuele begeleiding door de Therapeut zijn geschied, te weten een maand na de laatste individuele sessie op 24 augustus 2007.
4.9. Gelet op het voorgaande kan de vraag of de behandelingsovereenkomst ten tijde van het seksuele contact was beëindigd onbeantwoord blijven. Immers, zelfs indien de behandelingsovereenkomst ten tijde van het seksuele contact geëindigd was, is de afhankelijkheidspositie van [betrokkene 1] jegens de Therapeut die bij een dergelijke behandelrelatie ontstaat, door het verloop van slechts één maand niet opgehouden te bestaan.
4.10. Een hulpverlener die werkzaamheden verricht in het kader van een behandelingsovereenkomst dient op grond van artikel 7:453 BW bij deze werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen en daarbij te handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard.
4.11. Daarbij dient vooropgesteld te worden dat het vaste jurisprudentie is dat seksuele handelingen in de relatie therapeut/patiënt uitermate laakbaar zijn en een therapeut zich hier te allen tijde van dient te onthouden. Het is dus zelfs onzorgvuldig als de seksuele gemeenschap met de volle instemming van [betrokkene 1] zou hebben plaatsgevonden. Tussen een therapeut en een patiënt bestaat nu eenmaal een principieel ongelijke situatie, waarbij laatstgenoemde afhankelijk is van de ander. Bovendien was het de Therapeut bekend dat [betrokkene 1] juist op dit gebied problemen had als gevolg van traumatische ervaringen in het verleden. De Therapeut had in een dergelijke situatie dan ook zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en iedere vorm van seksueel contact met zijn patiënt moeten vermijden.
4.12. Gelet op het voorgaande kan de stelling van het Centrum dat de seksuele handelingen in privé-tijd plaatsvonden en niet gedurende de individuele sessies, zelfs indien dit vast zou komen te staan, niet tot een ander oordeel leiden nu de voornoemde afhankelijkheidsrelatie ook buiten werktijd voortduurt.
4.13. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, wordt geoordeeld dat de Therapeut zijn zorgplicht op grond van artikel 7:453 BW jegens [betrokkene 1] heeft geschonden door een seksuele relatie met [betrokkene 1] aan te gaan. Nu het Centrum voor deze gedraging op gelijke wijze aansprakelijk is als voor zijn eigen gedragingen is hij daarmee jegens Technico toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst.
Causaal verband
4.14. Voorts is aan de orde de vraag of de arbeidsongeschiktheid van [betrokkene 1] in zodanig verband staat met het handelen van de Therapeut, dat die arbeidsongeschiktheid als een gevolg van het handelen van de Therapeut (volledig) aan het Centrum kan worden toegerekend.
4.15. Technico heeft gesteld dat de ziekmelding van [betrokkene 1] in januari 2008 het gevolg is geweest van de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden tussen de Therapeut en [betrokkene 1]. Het Centrum heeft dit betwist. Hij voert daartoe onder meer aan dat [betrokkene 1] voor het gebeurde ook reeds (langdurig) thuis heeft gezeten. Technico heeft hierop gesteld dat [betrokkene 1] per 6 februari 2007 volledig beter was gemeld en heeft hiertoe een betermelding overgelegd. Het Centrum heeft hier in zijn antwoordakte tegen aangevoerd dat een geneeskundige verklaring daaromtrent ontbreekt.
4.16. Gelet hierop zal Technico in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte uitsluitend over het causale verband uit te laten. Het Centrum zal bij antwoordakte in de gelegenheid worden gesteld uitsluitend hierop te reageren.
Omvang loonvordering
4.17. Technico vordert het salaris dat aan [betrokkene 1] wordt doorbetaald sinds haar ziekmelding in januari 2008. Dit salaris bedraagt € 2.308,90 bruto per 4 weken. Tot 1 april 2008 bedraagt de loonvordering volgens Technico € 5.325,37. Voornoemd bedrag dient te worden vermeerderd met de maandelijkse telefoonkostenvergoeding, vakantiegeld en vakantiedagen. Tot 1 april 2008 bedraagt dit gedeelte van de vordering € 566,03 (+PM). Het bedrag dient te worden vermeerderd met de loonschade vanaf 1 april 2008 tot de dag dat [betrokkene 1] haar werkzaamheden weer volledig hervat dan wel een nader in goede justitie te bepalen datum.
4.18. Het Centrum heeft hiertegen aangevoerd dat artikel 6:107a BW uitsluitend een verhaalsrecht biedt tot de door lid 2 gestelde grens (het civiele plafond) en geen verhaalsrecht biedt voor onkostenvergoedingen. Uitsluitend de aanspraak die een werknemer zou hebben gehad op betaling van het gederfd nettoloon komt in aanmerking. Voorts zou de vordering op grond van artikel 6:107a BW slechts tot 1 april 2008 toegewezen kunnen worden omdat omtrent de periode daarna niets is gesteld noch gebleken. Tot slot stelt het Centrum dat Technico geen schade heeft geleden omdat [betrokkene 1] “pro forma” op Technico’s loonlijst staat.
4.19. Technico erkent dat de loonvordering is gemaximeerd op het civiel plafond. De omvang van de vordering is voorts tijdens de comparitie van partijen onbesproken gebleven. Partijen zullen derhalve alsnog in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte uit te laten over (i) de hoogte van het civiele plafond, (ii) de vraag of onkosten voor vergoeding in aanmerking komen en (iii) de vraag of netto dan wel bruto lasten voor vergoeding in aanmerking komen. De inhoud van de akte dient tot de voornoemde punten beperkt te zijn. De zaak zal daartoe naar de rol worden verwezen als hierna vermeld.
4.20. Technico wordt voorts verzocht, voor het geval dat geoordeeld zal worden dat alleen netto lasten in aanmerking komen, tevens een uitgewerkte netto berekening van de loonvordering te overleggen.
4.21. Het verweer dat [betrokkene 1] op de loonlijst van Technico staat, maar daar tegenover geen werkzaamheden verricht en ook niet behoeft te verrichten, wordt gepasseerd nu dit verweer niet is onderbouwd en bovendien voldoende wordt weerlegd door de urenoverzichten van [betrokkene 1] (productie 7 van Technico).
Betaalde facturen
4.22. In het voorgaande is vastgesteld dat het Centrum is tekortgeschoten in de nakoming van zijn overeenkomst met Technico. Technico heeft zich op het standpunt gesteld dat zij op grond hiervan de aan het Centrum betaalde facturen betrekking hebbend op verleende begeleiding en opleiding van [betrokkene 1] terug kan vorderen. Het Centrum voert aan dat er geen grondslag is voor toewijzing van de voornoemde vordering.
4.23. Nu de betalingen door Technico aan het Centrum niet als schade zijn aan te merken, kan de vordering niet op grond van de toerekenbare tekortkoming worden toegewezen.
4.24. Technico heeft subsidiair aangevoerd dat zij, indien nodig, de overeenkomst op grond van de toerekenbare tekortkoming zal ontbinden. Zij heeft hiertoe de overeenkomst met het Centrum na afloop van de comparitie buitengerechtelijk ontbonden (zie 2.8). Het Centrum heeft hierop in zijn antwoordakte aangevoerd dat (i) het onduidelijk is welke overeenkomst Technico heeft willen ontbinden en (ii) dat Technico dienaangaande al haar rechten en bevoegdheden heeft verloren omdat Technico de overeenkomst tot 11 november 2008 in stand heeft gehouden.
4.25. Vast staat dat Technico met de brief van 11 november 2008 de overeenkomst met het Centrum heeft ontbonden. Gelet op de ernst van de tekortkoming is het volstrekt duidelijk dat Technico - als er al meer overeenkomsten zouden zijn gesloten - alle overeenkomsten met het Centrum heeft bedoeld te ontbinden en dit gerechtvaardigd is.
4.26. Het verweer dat Technico haar rechten zou hebben verwerkt, wordt gepasseerd omdat het Centrum voor een beroep op de vervaltermijn van artikel 6:89 BW dient te stellen wanneer Technico de tekortkoming heeft ontdekt en wanneer Technico heeft geklaagd. Zulks valt niet uit zijn stellingen af te leiden.
4.27. Nu de overeenkomst is ontbonden, is Technico niet gehouden de openstaande facturen te betalen en dienen de reeds door haar betaalde facturen te worden terugbetaald. Anderzijds dienen ook de prestaties van het Centrum ongedaan gemaakt te worden. Deze prestaties kunnen echter, gelet op de ernst van de tekortkoming, niet als positief gewaardeerd worden. Gelet op het voorgaande wordt de gevorderde verklaring voor recht dat Technico de facturen betreffende [betrokkene 1] niet (meer) aan het Centrum behoeft te voldoen toegewezen.
4.28. Het Centrum betwist dat Technico voor een bedrag van € 10.180,18 inclusief BTW aan facturen heeft voldaan. Het Centrum voert aan de factuur van € 309,40 (factuurnr. 71174) te hebben gecrediteerd waardoor Technico een totaal van € 5.077,67 in plaats van de gevorderde € 5.386,86 zou hebben voldaan. Technico heeft nog niet op dit verweer kunnen reageren en zal derhalve in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte over dit verweer uit te laten. De zaak zal daartoe naar de rol worden verwezen. De inhoud van de akte dient beperkt te zijn tot het voornoemde verweer. Vervolgens zal het Centrum met inachtneming van een termijn van 4 weken de gelegenheid krijgen om uitsluitend daarop bij antwoordakte te reageren.
Recapitulatie
4.29. Technico dient zich bij akte uit te laten uitsluitend over de in rechtsoverwegingen 4.16, 4.19, 4.20 en 4.28 besproken punten. Het Centrum zal uitsluitend hierop eveneens bij akte mogen reageren. De zaak zal hiertoe naar de rol worden verwezen als hierna vermeld. In afwachting daarvan zal elke nadere beslissing worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1. verwijst de zaak naar de rolzitting van 6 mei 2009 voor het nemen van een akte, eerst aan de zijde van Technico, over:
- het causale verband tussen de gedragingen van de Therapeut en de arbeidsongeschiktheid van [betrokkene 1] (zie rechtsoverweging 4.16);
- de hoogte van het civiele plafond en het verweer dat onkosten en bruto lasten niet voor vergoeding in aanmerking komen (zie rechtsoverweging 4.19 en 4.20);
- het verweer dat factuurnummer 71174 is gecrediteerd (zie rechtsoverweging 4.29);
het Centrum zal daarna met een termijn van 4 weken in de gelegenheid worden gesteld om daarop bij antwoordakte te reageren;
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2009.?