ECLI:NL:RBDOR:2009:BI1906
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag en concurrentiebeding in het kader van octrooien en aandeelhoudersovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser], een natuurkundige, en de besloten vennootschap Krohne NMR B.V. en haar moedermaatschappij Krohne AG. [Eiser] was statutair directeur van Krohne NMR en had zijn octrooien ingebracht als betaling voor aandelen in de vennootschap. Na een periode van tegenvallende resultaten werd [eiser] ontslagen, wat hij aanvoert als kennelijk onredelijk ontslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de reden voor het ontslag, namelijk het niet behalen van de afgesproken nauwkeurigheid van de flowmeter, gerechtvaardigd was. De rechtbank oordeelt dat de opgegeven reden voor het ontslag niet vals was, aangezien de nauwkeurigheid van de flowmeter niet aan de eisen voldeed binnen de gestelde termijn.
Daarnaast was er een geschil over de uitleg van een concurrentiebeding in de aandeelhoudersovereenkomst. [Eiser] stelde dat Krohne AG het concurrentiebeding had geschonden door een andere meerfasige meter te laten ontwikkelen. De rechtbank oordeelde dat de uitleg van het concurrentiebeding door [eiser] te ruim was en dat Krohne AG niet in strijd met het beding had gehandeld. De rechtbank wees de vorderingen van [eiser] af, inclusief de vordering tot schadevergoeding en de vordering tot betaling van een boete wegens schending van het concurrentiebeding.
De rechtbank concludeert dat de vorderingen van [eiser] ongegrond zijn en dat hij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld. Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en uitgesproken op 8 april 2009.