ECLI:NL:RBDOR:2009:BI3715

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
12 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/500234-08
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit en verspreiding van kinderporno met tbs en gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 12 mei 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in de periode van 1 januari 2006 tot en met 14 mei 2008 in Papendrecht meermalen in bezit was van en kinderporno heeft verspreid. De rechtbank heeft de processtukken en de vordering van de officier van justitie bekeken, evenals de verdediging van de verdachte. Tijdens de zitting op 28 april 2009 zijn de feiten en omstandigheden besproken, waarbij de rechtbank zich baseerde op de bewijsbeslissingen en de inhoud van de tenlastelegging. De verdachte had een groot aantal afbeeldingen en videomateriaal met seksuele gedragingen van minderjarigen in zijn bezit, wat leidde tot ernstige beschuldigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, gezien zijn verstandelijke handicap en antisociale persoonlijkheidskenmerken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de samenleving, en dat het noodzakelijk is om zowel de vervaardigers als de verzamelaars van kinderporno aan te pakken. De beslissing is genomen met inachtneming van de rapporten van deskundigen, die de kans op recidive als aanzienlijk hebben ingeschat. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 11/500234-08
verkort vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 mei 2009
in de strafzaak tegen
[naam],
geboren in 1976,
thans gedetineerd in de PI Zuid West - De Dordtse Poorten, te Dordrecht.
De zaak is inhoudelijk behandeld ter terechtzitting van 28 april 2009.
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.
1 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.
2 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
3 Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - het ten laste gelegde bewezen achtend - gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 10 jaar. Daarnaast heeft hij gevorderd dat aan verdachte de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden als bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van het ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging kan zich vinden in de eis van de officier van justitie, met dien verstande dat zij verzoekt de gevangenisstraf te beperken.
4 De bewijsbeslissing
4.1 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 14 mei 2008 te Papendrecht, meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten (onder andere):
Film van een meisje tussen 4 en 6 jaar dat een man aftrekt. De volwassen man zit voor haar met ontbloot onderlichaam en een erectie. De man filmt vermoedelijk zelf de seksuele handelingen die het meisje bij hem pleegt. Na enkele minuten kust het meisje het geslachtsdeel van de man en neemt deze vervolgens in haar mond. Het meisje ontkleedt haar onderlichaam, terwijl ze voor de man blijft staan. De man masturbeert zelf verder.
en
Film van eem meisje tussen 0 en 3 jaar. Het meisje ligt met ontbloot onderlichaam op haar rug. Voor haar staat een volwassen man met een ontbloot onderlichaam en een erectie. Deze man penetreert met zijn penis de anus van het meisje. De man gaat met zijn penis op en neer in de anus van het meisje. Daarbij spreidt de man met zijn vingers de vagina van het meisje. Het meisje blijft duidelijk hoorbaar huilen. De man verandert van positie en gaat op zijn rug liggen. Hij legt het meisje met haar rug op zijn buik en penetreert wederom de anus van het meisje. Het meisje blijft onophoudelijk huilen. Vervolgens ejaculeert de man over de benen van het meisje dat op zijn buik ligt.
en
Film van meisje tussen 1 en 3 jaar. Ze ligt op haar rug op een luier. Voor haar staat een volwassen man met een erectie. De man penetreert met zijn stijve penis deels de vagina van het meisje. Hij maakt op en neer gaande bewegingen. De man verwijdert de luier en neemt het meisje op schoot. De man gaat masturberen en tracht de anus van het meisje te penetreren. Dit lukt niet. De man draait het meisje weer om en laat het meisje zijn stijve penis vastpakken om hem te masturberen. Het meisje werkt niet mee en de man gaat zichzelf masturberen, terwijl hij het meisje in haar vagina vingert.
en
Film van meisje tussen 1 en 3 jaar. Zij staat voorover gebogen en lijkt aan handen en hoofd vastgebonden. Het meisje huilt. Achter het meisje staat een man met een erectie die het meisje vaginaal en/of anaal penetreert en daarbij op en neer gaande bewegingen maakt. Het meisje huilt onophoudelijk. De man houdt de mond van het meisje dicht. De man ejaculeert over de billen van het meisje.
en
Afbeelding van een volwassen man met ontbloot onderlichaam en een erectie. Voor hem zit een naakt meisje tussen 4 en 6 jaar dat de penis van de man in haar mond heeft.
en
Serie van in totaal 19 afbeeldingen van een meisje tussen 0 en 3 jaar. Het kind lijkt te slapen. Voor het meisje zit een volwassen man met een erectie. Dezelfde man penetreert het meisje vaginaal en ejaculeert over de vagina van het meisje.
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken , (telkens) heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.2 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een recht-vaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Het bewezenverklaarde levert op:
EEN AFBEELDING VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN, VERSPREIDEN, MEERMALEN GEPLEEGD
en
EEN GEGEVENSDRAGER, BEVATTENDE EEN AFBEELDING VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN, IN BEZIT HEBBEN.
6 De strafbaarheid van de verdachte
6.1 De rapporten van de deskundigen
Uit het door dr. B.A. Blansjaar, psychiater, over verdachte uitgebracht rapport van 10 november 2008 komt onder meer het navolgende naar voren.
Blijkens de bevindingen van het psychiatrisch onderzoek lijdt onderzochte aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een verstandelijke handicap op licht zwakzinnig niveau, met antisociale persoonlijkheidskenmerken en waarschijnlijk pedofilie van het niet-exclusieve type. Ook ten tijde van het ten laste gelegde was sprake van genoemde duurzame gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van onderzochte. Het ten laste gelegde is deels voort gekomen uit genoemde gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van onderzochte, met name uit beperkingen van zijn verstandelijke vermogens, zijn gewetensfuncties en zijn empathische vermogens, waardoor hij pedofiele impulsen slecht kon controleren. Geadviseerd wordt onderzochte daarom te beschouwen als verminderd toerekeningsvatbaar voor het ten laste gelegde.
Uit het door R. Zwaan, psycholoog, over verdachte uitgebracht rapport van 29 november 2008 komt onder meer het navolgende naar voren:
Mede door de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens is verdachte niet in staat tot het leggen en onderhouden van sociale contacten met medevolwassenen en voelt zich om die reden regelmatig eenzaam. Naast het onvermogen speelt zeker ook angst een rol hierbij; deze wordt minder of niet ervaren wanneer sprake is van contacten met kinderen/jeugdigen.
Bij verdachte is daarnaast eveneens onder invloed van de beperkte verstandelijke ontwikkeling geen sprake van een volwassen en uitgekristalliseerde seksualiteitsbeleving waarbij zowel het object van het seksueel verlangen als de wijze waarop dit verlangen kan worden bevredigd vast zijn komen te liggen, maar moet worden gesproken van een polymorf perverse seksualiteitsbeleving. Dit alles beperkt onderzochte in zijn objectkeuze en "dwingt" hem om zijn toevlucht te nemen tot ofwel het leggen van contact met kinderen ofwel het zoeken van seksuele bevrediging in het kijken naar (al dan niet strafbare) pornografische afbeeldingen. Aangezien het vermogen om zich te verplaatsen in de gedachten- en gevoelswereld van de ander zeer beperkt ontwikkeld is, zal verdachte niet of nauwelijks worden geremd in zijn gedrag door het besef van het leed dat mede door zijn gedrag wordt aangericht. Aangezien gedragsalternatieven bij verdachte nauwelijks aanwezig zijn, kan wordt gesteld dat hij weinig of geen andere keuzemogelijkheden heeft om zijn seksuele behoeften te bevredigen, zodat in die zin dus kan worden gesteld dat de aanwezige stoornis en beperking van de geestvermogens in grote mate verdachtes gedragskeuzen en gedragingen beïnvloedde. Op grond hiervan kan worden gesteld dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar kan worden beschouwd.
6.2 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank volgt de conclusies van voormelde rapporten op grond van de onderbouwing ervan en legt deze ten grondslag aan haar beslissing. Zij is van oordeel dat op grond van het strafdossier, het verhandelde ter terechtzitting en de rapporten van voornoemde deskundigen, voldoende vast is komen te staan dat de ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Nu ook overigens uit het onderzoek ter terechtzitting geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten, is verdachte strafbaar voor de door hem gepleegde strafbare feiten.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 De redenen die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1 Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in periode van twee jaar schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. Kinderporno is bijzonder schadelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen en te verspreiden, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen en verspreiden.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen.
De rechtbank overweegt dat op zulke ernstige feiten in principe niet anders kan worden gereageerd dan door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Wat de persoon van de verdachte betreft heeft de rechtbank acht geslagen op de voorlichtingsrapporten van de reclassering en op de inhoud van de rapporten hierboven onder 6.1 vermeld. De deskundigen hebben zich uitgelaten over de afdoening van deze zaak.
Psychiater Blansjaar heeft hierover gerapporteerd:
De kans op herhaling van soortgelijke delicten is in aanzienlijke mate verhoogd door genoemde combinatie van een verstandelijke handicap, antisociale persoonlijkheidskenmerken en waarschijnlijk pedofilie.
Psycholoog Zwaan heeft hierover gerapporteerd:
Onderzoeker acht de kans op recidive of zelfs erger wel degelijk aanwezig wanneer verdachte onvoldoende begeleiding ontvangt of wanneer hij door het niet-verplichtende karakter van deze begeleiding de juridische mogelijkheid heeft zich hieraan te onttrekken.
De psycholoog Zwaan en psychiater Blansjaar hebben in hun rapporten de rechtbank in overweging gegeven de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen. In dat kader kan de verdachte ter behandeling worden opgenomen in een instelling als Hoeve Boschoord en kan worden onderzocht of de verdachte in aanmerking kan komen voor begeleide kamerbewoning. Psychiater Blansjaar heeft in zijn rapportage tevens de overweging opgenomen dat "Als uitvoering van een adequaat behandelingsplan in het kader van een ter beschikkingstelling met voorwaarden niet mogelijk blijkt te zijn (.....) kan de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging worden overwogen gezien de aanzienlijke recidiefkans ten gevolge van genoemde combinatie van aandoeningen (bij verdachte) en gezien de eerdere veroordeling van onderzochte en de aanleiding voor het onderzoek in de onderhavige zaak."
Ter zitting van 28 april 2009 heeft de heer Van Bragt, reclasseringsmedewerker ter toelichting bij het maatregelrapport, d.d. 10 april 2009 medegedeeld dat verdachte geaccepteerd is om bij Hoeve Boschoord een klinische behandeling te ondergaan, maar dat gelet op de lange wachttijden, niet bekend is wanneer hij daar kan worden opgenomen. Met het oog daarop zijn andere instellingen gevraagd verdachte op te nemen tot aan de datum van mogelijke opname in Hoeve Boschoord. Dit heeft tot op heden niet geleid tot enig concreet resultaat.
De rechtbank ziet zich aldus voor een situatie gesteld als hiervoor door psychiater Blansjaar geschetst, waarin ter beschikkingstelling met dwangverpleging ter overweging wordt aanbevolen.
Anders dan de officier van justitie en de raadsvrouwe van verdachte acht de rechtbank de oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging passend en geboden. De rechtbank heeft zich daarbij gebaseerd de ernst van de feiten, op voornoemde deskundigenrapporten en het feit dat de verdachte eerder veroordeeld is voor een zedendelict. Dit betrof het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. Voorts heeft de rechtbank mee laten wegen dat de verdachte bij de politie heeft(01.V1.03 pagina 4) verklaard dat hij - ondanks het feit dat hij weet dat het niet goed is en dat hij erdoor in de problemen kan komen - nog steeds opgewonden kan raken van kinderen tussen de 0 en de 13 jaar en dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte zich in het recente verleden bewust in situaties heeft gebracht waarin hij mogelijk in verleiding werd gebracht tot het plegen van seksuele delicten met minderjarigen. Immers, verdachte heeft zonder dat daartoe aanleiding bestond tot tweemaal toe een dertienjarig meisje in zijn huis ontvangen om als babysit te werken.
Vorenstaande feiten en omstandigheden leiden tot de conclusie dat het gevaarsrisico aanzienlijk is en dat gelet op de stoornissen van de verdachte, alsmede de omstandigheid dat de behandeling in het kader van een eerdere veroordeling tot nu toe geen resultaat heeft opgeleverd, ter bescherming van de maatschappij en jeugdige personen niet kan worden volstaan met de minder ingrijpende maatregel van ter beschikkingstelling met voorwaarden.
Het voorgaande brengt de rechtbank ertoe dat aan verdachte naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de ter beschikkingstelling met dwangverpleging zal worden opgelegd.
Bij de bepaling van de duur van die straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de mate waarin het feit aan verdachte kan worden toegerekend enerzijds en de impact die het feit op de samenleving heeft gehad anderzijds.
8 De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde straf en maatregel berusten op de artikelen 37a, 37b, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.1 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf (12) maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- gelast de terbeschikkingstelling van verdachte, met verpleging van overheidswege.
Dit vonnis is gewezen door
mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter,
mr. E.H. van der Steeg en mr. M.A. Waals, rechters,
in tegenwoordigheid van R. van Andel griffier
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 mei 2009.
Mr. Van der Steeg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 14 mei 2008 te Papendrecht, althans in Nederland, één of meermalen een afbeelding (in totaal ongeveer 1008 afbeeldingen en/of 89 filmbestanden) en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten (onder andere):
Film van een meisje tussen 4 en 6 jaar dat een man aftrekt. De volwassen man zit voor haar met ontbloot onderlichaam en een erectie. De man filmt vermoedelijk zelf de seksuele handelingen die het meisje bij hem pleegt. Na enkele minuten kust het meisje het geslachtsdeel van de man en neemt deze vervolgens in haar mond. Het meisje ontkleedt haar onderlichaam, terwijl ze voor de man blijft staan. De man masturbeert zelf verder.
en/of
Film van eem meisje tussen 0 en 3 jaar. Het meisje ligt met ontbloot onderlichaam op haar rug. Voor haar staat een volwassen man met een ontbloot onderlichaam en een erectie. Deze man penetreert met zijn penis de anus van het meisje. De man gaat met zijn penis op en neer in de anus van het meisje. Daarbij spreidt de man met zijn vingers de vagina van het meisje. Het meisje blijft duidelijk hoorbaar huilen. De man verandert van positie en gaat op zijn rug liggen. Hij legt het meisje met haar rug op zijn buik en penetreert wederom de anus van het meisje. Het meisje blijft onophoudelijk huilen. Vervolgens ejaculeert de man over de benen van het meisje dat op zijn buik ligt.
en/of
Film van meisje tussen 1 en 3 jaar. Ze ligt op haar rug op een luier. Voor haar staat een volwassen man met een erectie.De man penetreert met zijn stijve penis deels de vagina van het meisje. Hij maakt op en neer gaande bewegingen. De man verwijdert de luier en neemt het meisje op schoot. De man gaat masturberen en tracht de anus van het meisje te penetreren. Dit lukt niet. De man draait het meisje weer om en laat het meisje zijn stijve penis vastpakken om hem te masturberen. Het meisje werkt niet mee en de man gaat zichzelf masturberen, terwijl hij het meisje in haar vagina vingert.
en/of
Film van meisje tussen 1 en 3 jaar. Zij staat voorover gebogen en lijkt aan handen en hoofd vastgebonden. Het meisje huilt. Achter het meisje staat een man met een erectie die het meisje vaginaal en/of anaal penetreert en daarbij op en neer aande bewegingen maakt. Het meisje huilt onophoudelijk. De man houdt de mond van het meisje dicht. De man ejaculeert over de billen van het meisje.
en/of
Afbeelding van een volwassen man met ontbloot onderlichaam en een erectie. Voor hem zit een naakt meisje tussen 4 en 6 jaar dat de penis van de man in haar mond heeft.
en/of
Serie van in totaal 19 afbeeldingen van een meisje tussen 0 en 3 jaar. Het kind lijkt te slapen. Voor het meisje zit een volwassen man met een erectie. Dezelfde man penetreert het meisje vaginaal en ejaculeert over de vagina van het meisje.
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad;