ECLI:NL:RBDOR:2009:BI9336

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
11 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
229956 CV EXPL 09-1588
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van bedrijfsruimte na overname onderneming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht op 11 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, aangeduid als [eiser], heeft een vordering ingesteld tegen de huurder, [gedaagde], die het gehuurde pand in gebruik had genomen na de overname van de onderneming door de overleden huurder, de heer [X]. De huurovereenkomst was oorspronkelijk gesloten met de heer [X], die op 6 maart 2008 is overleden. Na zijn overlijden heeft zijn echtgenote, mevrouw [X], het administratiekantoor voortgezet in het gehuurde pand. Door een achterstand in huurbetalingen heeft de verhuurder de huurovereenkomst met mevrouw [X] ontbonden en ontruiming gevorderd in een eerdere procedure.

Mevrouw [X] heeft op 1 september 2008 haar onderneming overgedragen aan [gedaagde], die het pand sindsdien in gebruik heeft. De verhuurder heeft echter geen toestemming gegeven voor deze overdracht, wat volgens de wet vereist is voor de overdracht van huurrechten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen akte van overdracht is en dat de verhuurder niet heeft meegewerkt aan de overdracht. Hierdoor kon [gedaagde] niet als huurder worden erkend.

De rechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van onderhuur en dat [gedaagde] geen recht heeft om in het gehuurde te verblijven. Gezien de eerdere uitspraak in de samenhangende zaak, heeft de kantonrechter de vordering van de verhuurder tot ontruiming toegewezen. [gedaagde] is veroordeeld om de ontruiming te gedogen en de kosten van het geding zijn aan hem opgelegd. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Dordrecht
kenmerk: 229956 CV EXPL 09-1588
vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 11 juni 2009
in de zaak van:
[naam],
wonende te [plaatsnaam],
eiser,
gemachtigde: Boeder cs gerechtsdeurwaarders te Haarlem,
tegen:
[naam], handelende onder de naam [X] Administratiekantoor,
wonende te Zwijndrecht en zaakdoende aan de [adres],
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.A.J. Beers, advocaat te Dordrecht.
Partijen worden hierna aangeduid met [eiser] en [gedaagde].
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 25 februari 2009;
2. de conclusie van antwoord;
3. het tussenvonnis van 2 april 2009 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
4. de aantekeningen van de griffier van de gehouden zitting van 12 mei 2009;
5. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
1. De feiten
1.1 Als gesteld door de ene partij en niet of onvoldoende weersproken door de andere partij, staat tussen partijen het volgende vast.
1.2 [eiser] heeft aan de heer [X] (hierna: de heer X) verhuurd de art. 7:230a BW bedrijfsruimte gelegen aan de [adres]. De heer X voerde in het gehuurde een administratiekantoor, zijnde de eenmanszaak [X]. In de schriftelijke huurovereenkomst, gedateerd op 1 januari 2001, is een huurprijs overeengekomen van € 442,44 per maand, welke later is gewijzigd naar € 567,-- per maand.
1.3 Op 6 maart 2008 is [de heer X] overleden en heeft de echtgenote van [de heer X], mevrouw [X] (hierna: [mevrouw X]), het administratiekantoor in het gehuurde voortgezet.
1.4 Vanaf maart 2007 is er een achterstand in de huurbetalingen ontstaan. Vanwege deze achterstand heeft [eiser] [mevrouw X] gedagvaard en in de procedure (onder kenmerk 220924 CV EXPL 08-6359) onder meer ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd.
1.5 Per 1 september 2008 heeft [mevrouw X] de onderneming [X] aan [gedaagde] overgedragen en heeft [gedaagde] het gehuurde in gebruik.
1.6 Nadat het [eiser] in de procedure met [mevrouw X] (onder kenmerk 220924 CV EXPL 08-6359) bekend werd dat [gedaagde] het gehuurde in gebruik had, is [eiser] de onderhavige procedure jegens [gedaagde] gestart. Op verzoek van [eiser] heeft er rolvoeging van de onderhavige procedure met de procedure onder kenmerk 220924 CV EXPL 08-6359 plaatsgevonden en heeft er op 12 mei 2009 een gezamenlijke mondelinge behandeling plaatsgevonden.
2. De vordering
2.1 [eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om [gedaagde] te veroordelen om een gerechtelijke ontruiming van de bedrijfsruimte aan de [adres] ten laste van [mevrouw X] te gehengen en te gedogen, met machtiging van [eiser] om indien [gedaagde] niet, althans niet tijdig mocht voldoen aan deze veroordeling, deze zelve en op kosten van [gedaagde] te effectueren, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie, kosten rechtens.
2.2 [eiser] stelt in dit verband – samengevat – het volgende.
[mevrouw X] heeft [eiser] niet om toestemming gevraagd om het gehuurde in gebruik te geven aan [gedaagde]. Zonder toestemming van de verhuurder mag [mevrouw X] het gehuurde ook niet aan een derde in gebruik geven en [eiser] gaat niet akkoord met het aan [gedaagde] in gebruik geven. [eiser] heeft er belang bij dat indien zijn ontruimingsvordering in de procedure tegen [mevrouw X] wordt toegewezen hij de ontruiming tegen de huidige gebruiker, [gedaagde], kan executeren.
3. Het verweer
3.1 [gedaagde] voert verweer en stelt – samengevat – het volgende.
[gedaagde] betwist dat er sprake is van een in gebruik geven aan een derde. Het gehuurde is namelijk nog immer in gebruik bij de onderneming [X]. Weliswaar wordt deze onderneming thans voor rekening van [gedaagde] gedreven, doch dit neemt niet weg dat de huurder de onderneming [X] is. [gedaagde] heeft de huur van de maanden januari en februari 2009 ook aan [eiser] voldaan en hiertegen is geen bezwaar gemaakt.
De beoordeling
4. Het standpunt van [gedaagde] dat hij door overname van de onderneming [X] huurder is geworden, faalt. Ingevolge art. 6:159 BW is voor contractovername namelijk een akte tussen overdragende partij en overnemende partij, alsmede de medewerking van [eiser] nodig. Hiervan is niet gebleken. Daarnaast kan de enkele betaling van huur door [gedaagde] in de maanden januari en februari 2009 niet tot de conclusie leiden dat [gedaagde] huurder is geworden. Op grond van art. 6:30 BW kan een schuld immers ook door een derde worden voldaan, tenzij de inhoud of strekking van de verbintenis zich daartegen verzet. Van belangen van [eiser] bij persoonlijke betaling is niet gebleken, zodat [gedaagde] als derde kon nakomen. Evenmin is gebleken dat [gedaagde] een procedure tot indeplaatsstelling ex art. 7:307 BW heeft gevolgd. Op grond van het voorgaande kan [gedaagde] dan ook niet als huurder worden beschouwd. Voorts is niet gebleken dat er sprake is van onderhuur, zodat [gedaagde] geen recht heeft om in het gehuurde te verblijven. Gelet op het voorgaande en de beslissing in de procedure onder kenmerk 220924 CV EXPL 08-6359 tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, zal de vordering tot het gehengen en gedogen van de ontruiming worden toegewezen.
5. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om een gerechtelijke ontruiming van de bedrijfsruimte aan de [adres] ten laste van [mevrouw X] te gehengen en te gedogen, met machtiging van [eiser] om indien [gedaagde] niet, althans niet tijdig mocht voldoen aan deze veroordeling, deze met behulp van de sterke arm van justitie en politie uit te voeren;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] bepaald op:
aan explootkosten € 85,98
aan griffierecht € 63,00
aan salaris gemachtigde € 300,00
totale kosten € 448,98;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juni 2009, in aanwezigheid van de griffier.